Ondernemersvertrouwen daalt licht begin vierde kwartaal
De gegevens voor dit onderzoek zijn in oktober verzameld.
Vanaf eind 2021 tot eind 2022 daalde het ondernemersvertrouwen sterk. In 2023 herstelde het cijfer zich voorzichtig, maar bleef negatief. Aan het begin van het vierde kwartaal van 2023 is de stemmingsindicator toch weer licht gedaald. Het ondernemersvertrouwen ligt onder het gemiddelde van de reeks van -3,9.
Jaar | Maand | Ondernemersvertrouwen |
---|---|---|
2018 | januari | 17,1 |
2018 | april | 13,9 |
2018 | juli | 11,5 |
2018 | oktober | 8,9 |
2019 | januari | 4,0 |
2019 | april | 2,4 |
2019 | juli | 0,9 |
2019 | oktober | -4,6 |
2020 | januari | -1,6 |
2020 | april | -51,9 |
2020 | juli | -22,8 |
2020 | oktober | -15,9 |
2021 | januari | -11,4 |
2021 | april | 0,0 |
2021 | juli | 11,9 |
2021 | oktober | 12,9 |
2022 | januari | -0,6 |
2022 | april | -9,9 |
2022 | juli | -12,5 |
2022 | oktober | -22,2 |
2023 | januari | -13,2 |
2023 | april | -8,1 |
2023 | juli | -8,3 |
2023 | oktober | -10,1 |
Bron: CBS, EIB, KVK, MKB-Nederland, VNO-NCW |
Ondernemers in meeste bedrijfstakken negatiever gestemd
In vrijwel alle bedrijfstakken is het ondernemersvertrouwen aan het begin van het vierde kwartaal van 2023 negatief. Alleen ondernemers in de informatie en communicatie zijn per saldo licht positief gestemd. In deze bedrijfstak is de stemming voor het vierde kwartaal op rij verbeterd. Het vertrouwen is het sterkst gedaald binnen de vervoer en opslag en de industrie. In de verhuur en handel van onroerend goed en in de delfstoffenwinning is het ondernemersvertrouwen het sterkst gestegen, maar nog wel negatief. De stemmingsindicator is het laagst in de bouwnijverheid en de landbouw, bosbouw en visserij. Over de meeste andere indicatoren uit de enquête, waaronder de ontwikkeling van de productie en de omzet, zijn bouwondernemers echter per saldo nog positief. Wel zijn de uitkomsten hiervan over het algemeen minder positief dan in de voorgaande kwartalen van 2023.
Bedrijfstak | Oktober 2023 | Juli 2023 |
---|---|---|
Totaal (excl. financieel of nutsbedrijven) | -10,1 | -8,3 |
Informatie en communicatie | 2,9 | 2,0 |
Cultuur, sport en recreatie | 0,1 | 0,5 |
Zakelijke dienstverlening | -2,3 | -3,9 |
Delfstoffenwinning | -2,4 | -7,8 |
Verhuur en handel van onroerend goed | -7,1 | -13,3 |
Groothandel en handelsbemiddeling | -8,3 | -7,4 |
Vervoer en opslag | -8,4 | -2,1 |
Detailhandel (niet in auto's) | -10,4 | -6,0 |
Industrie | -13,0 | -7,3 |
Horeca | -13,1 | -10,8 |
Overige dienstverlening | -14,7 | -10,4 |
Autohandel en -reparatie | -14,8 | -10,0 |
Landbouw, bosbouw en visserij | -18,3 | -13,1 |
Bouwnijverheid | -24,3 | -24,5 |
Bron: CBS, EIB, KVK, MKB-Nederland, VNO-NCW |
Meer ondernemers ervaren onvoldoende vraag als voornaamste belemmering
Aan het begin van het vierde kwartaal van 2023 ervaart bijna 20 procent van de ondernemers onvoldoende vraag als voornaamste belemmering in de bedrijfsvoering. In dezelfde periode vorig jaar was dat nog bijna 14 procent. Het aandeel ondernemers die deze belemmering aangeven stijgt voor het zesde kwartaal op rij. Binnen de vervoer en opslag en de industrie zien relatief de meeste ondernemers een tekort aan vraag als voornaamste belemmering. In de bedrijfsvoering worden ondernemers echter nog altijd het meest belemmerd door een tekort aan personeel. Ruim 40 procent van de ondernemers geeft dit aan. Nog maar iets meer dan 9 procent geeft een tekort aan productiemiddelen aan tegen ruim 20 procent een jaar geleden. Ruim 31 procent ervaart geen belemmeringen.
Jaar | Maand | Onvoldoende vraag (% ondernemers) | Tekort aan arbeidskrachten (% ondernemers) | Tekort aan productiemiddelen (% ondernemers) |
---|---|---|---|---|
2018 | januari | 9,0 | 20,5 | 4,6 |
2018 | april | 8,4 | 22,4 | 5,3 |
2018 | juli | 8,2 | 28,1 | 5,3 |
2018 | oktober | 8,7 | 29,6 | 5,2 |
2019 | januari | 9,1 | 27,0 | 5,5 |
2019 | april | 9,3 | 27,2 | 5,2 |
2019 | juli | 11,0 | 28,3 | 4,2 |
2019 | oktober | 11,6 | 28,0 | 4,0 |
2020 | januari | 13,9 | 25,3 | 3,9 |
2020 | april | 22,9 | 11,0 | 5,4 |
2020 | juli | 28,6 | 11,2 | 5,1 |
2020 | oktober | 26,2 | 13,0 | 4,5 |
2021 | januari | 22,6 | 11,9 | 4,8 |
2021 | april | 19,5 | 15,2 | 9,0 |
2021 | juli | 14,7 | 27,9 | 15,4 |
2021 | oktober | 11,9 | 37,3 | 16,9 |
2022 | januari | 11,5 | 34,2 | 16,8 |
2022 | april | 10,3 | 42,3 | 23,8 |
2022 | juli | 11,2 | 47,7 | 21,8 |
2022 | oktober | 13,7 | 46,6 | 20,6 |
2023 | januari | 14,5 | 42,5 | 15,6 |
2023 | april | 16,0 | 40,8 | 13,3 |
2023 | juli | 16,4 | 40,6 | 11,7 |
2023 | oktober | 19,5 | 40,3 | 9,2 |
Bron: CBS, EIB, KVK, MKB-Nederland, VNO-NCW |
Meer omzet, personeel en investeringen verwacht in 2024
Ondanks het negatieve ondernemersvertrouwen voor het vierde kwartaal van 2023, hebben ondernemers voor 2024 overwegend positieve verwachtingen voor de omzet, personeelssterkte en investeringen. De verwachtingen daarover verschillen niet veel met die van een jaar geleden. Per saldo ruim 17 procent van de ondernemers verwacht in 2024 meer om te zetten dan in 2023. Dit optimisme voor het komende jaar is hoger dan een jaar geleden, maar lager dan in de acht jaar daarvoor. Met name in de landbouw, bosbouw en visserij en de verhuur en handel van onroerend goed zijn de omzetverwachtingen gestegen vergeleken met vorig jaar.
Verder verwacht per saldo ruim 14 procent van de ondernemers in 2024 meer personeel te hebben dan in 2023. Dit is lager dan een jaar geleden, met name in de vervoer en opslag en de industrie. Ook verwacht per saldo ruim 4 procent in 2024 meer te investeren dan in 2023. Binnen de bedrijfstakken lopen de verwachtingen hierover uiteen. Zo ligt het saldo in de verhuur en handel van onroerend goed op bijna 30 procent en in de detailhandel op ruim 23 procent. Terwijl ondernemers in de landbouw, bosbouw en visserij, de bouwnijverheid en de horeca juist minder verwachten te investeren dan vorig jaar.
Omzet (% saldo bedrijven die toename en afname verwachten) | Personeel (% saldo bedrijven die toename en afname verwachten) | Investeringen (% saldo bedrijven die toename en afname verwachten) | |
---|---|---|---|
2018 | 30,4 | 17,2 | 8,5 |
2019 | 18,9 | 13,0 | 5,0 |
2020 | 17,8 | 3,9 | -6,3 |
2021 | 37,2 | 29,1 | 15,3 |
2022 | 13,7 | 16,2 | 3,4 |
2023 | 17,4 | 14,3 | 4,4 |
Bron: CBS, EIB, KVK, MKB-Nederland, VNO-NCW |
Bronnen
- StatLine – Ondernemersvertrouwen; bedrijfstakken
- StatLine – Conjunctuurenquête Nederland; bedrijfstakken
Relevante links
- Website - Staat van het mkb
- Website - Ondernemersplein
- Website - Conjunctuurenquête Nederland