Spanning op de arbeidsmarkt onveranderd hoog in tweede kwartaal

Over dit onderwerp zijn nieuwere cijfers beschikbaar. Bekijk de laatste cijfers.
© ANP / Gerard Til Photo
De krapte op de arbeidsmarkt hield in het tweede kwartaal van 2023 aan. Tegenover elke 100 werklozen stonden 122 vacatures, net als in de vorige twee kwartalen. De werkloosheid daalde met 7 duizend en er kwamen 7 duizend banen bij. Het aantal openstaande vacatures nam af met 10 duizend. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.

Spanning op de arbeidsmarkt
Jaar Kwartaal (vacatures per 100 werklozen)
20131e kwartaal14
20132e kwartaal12
20133e kwartaal12
20134e kwartaal12
20141e kwartaal13
20142e kwartaal14
20143e kwartaal15
20144e kwartaal16
20151e kwartaal17
20152e kwartaal18
20153e kwartaal19
20154e kwartaal20
20161e kwartaal22
20162e kwartaal23
20163e kwartaal26
20164e kwartaal28
20171e kwartaal32
20172e kwartaal36
20173e kwartaal40
20174e kwartaal45
20181e kwartaal50
20182e kwartaal54
20183e kwartaal57
20184e kwartaal60
20191e kwartaal66
20192e kwartaal68
20193e kwartaal66
20194e kwartaal67
20201e kwartaal56
20202e kwartaal43
20203e kwartaal41
20204e kwartaal45
20211e kwartaal56
20212e kwartaal78
20213e kwartaal93
20214e kwartaal106
20221e kwartaal134
20222e kwartaal142
20223e kwartaal120
20224e kwartaal122
20231e kwartaal122
20232e kwartaal122

Ontwikkeling arbeidsmarkt, seizoengecorrigeerd
   Werklozen (ILO-definitie) (verandering t.o.v. een kwartaal eerder, x 1 000)Vacatures (verandering t.o.v. een kwartaal eerder, x 1 000)Banen (verandering t.o.v. een kwartaal eerder, x 1 000)
20141e kwartaal158-12
20142e kwartaal-20318
20143e kwartaal-34623
20144e kwartaal5530
20151e kwartaal7636
20152e kwartaal-18533
20153e kwartaal-24337
20154e kwartaal-21042
20161e kwartaal-24713
20162e kwartaal-15553
20163e kwartaal-37744
20164e kwartaal-29956
20171e kwartaal-221564
20172e kwartaal-191967
20173e kwartaal-25977
20174e kwartaal-301376
20181e kwartaal-311078
20182e kwartaal-131564
20183e kwartaal-51067
20184e kwartaal-19357
20191e kwartaal-141764
20192e kwartaal-10137
20193e kwartaal15236
20194e kwartaal-4150
20201e kwartaal-38-689
20202e kwartaal73-19-304
20203e kwartaal6819173
20204e kwartaal-3821
20211e kwartaal-45306
20212e kwartaal-2976141
20213e kwartaal-1746170
20214e kwartaal-292270
20221e kwartaal-3261125
20222e kwartaal-1111111
20223e kwartaal45-1872
20224e kwartaal-13-870
20231e kwartaal-2032
20232e kwartaal-7-107

Minder vacatures

Eind juni stonden er 427 duizend vacatures open, 10 duizend minder dan aan het einde van het eerste kwartaal. Na acht kwartalen groei, tussen medio 2020 en medio 2022, is het aantal vacatures vanaf het derde kwartaal van 2022 afgenomen.

Net als in voorgaande kwartalen stonden de meeste vacatures open in de handel (87 duizend), de zakelijke dienstverlening (71 duizend) en de zorg (65 duizend). Gezamenlijk zijn deze drie bedrijfstakken goed voor de helft van alle openstaande vacatures.

Toename vacatures in de handel

Alleen in de handel kwamen er 2 duizend vacatures bij en in de bedrijfstakken openbaar bestuur (25 duizend) en landbouw (3 duizend) bleef het aantal gelijk. In de overige bedrijfstakken waren er minder vacatures dan in het voorgaande kwartaal.

De sterkste afname was in de horeca, waar het aantal vacatures met 3 duizend daalde tot 33 duizend. In de informatie en communicatie (21 duizend) en het onderwijs (12 duizend) nam het aantal openstaande vacatures met 2 duizend af.

Openstaande vacatures, seizoengecorrigeerd
Bedrijfstak2e kwartaal 2023 (x 1 000)1e kwartaal 2023 (x 1 000)
Handel87,385,4
Zakelijke
dienstverlening
70,971,4
Zorg65,466,5
Industrie35,335,6
Horeca33,036,0
Openbaar bestuur25,325,1
Bouwnijverheid25,225,7
Informatie en
communicatie
21,222,8
Vervoer en opslag18,119,1
Cultuur, recreatie
en overige diensten
13,014,3
Onderwijs11,913,4
Financiële
dienstverlening
10,811,0
Landbouw
en visserij
3,23,2
Verhuur en handel,
onroerend goed
2,73,4

Minder nieuwe vacatures

Na een toename van het aantal ontstane vacatures in het eerste kwartaal, ontstonden er in het tweede kwartaal minder nieuwe vacatures. In het tweede kwartaal waren het er 354 duizend, 27 duizend minder dan in het eerste kwartaal. Er werden 365 duizend vacatures vervuld (inclusief vervallen vacatures), in het eerste kwartaal waren dat er nog 381 duizend.

Vacaturegraad gelijk

De vacaturegraad, het aantal openstaande vacatures per duizend banen van werknemers, bleef in het tweede kwartaal 49. De bedrijfstakken met de hoogste vacaturegraad zijn de horeca (76) en de bouw (73). Het laagst is de vacaturegraad in het onderwijs, namelijk 25 vacatures per duizend banen.

Aantal banen verder gestegen

Het totaal aantal banen van werknemers en zelfstandigen nam in het tweede kwartaal nog steeds toe. Met een groei van 7 duizend komt het totaal aantal op 11 528 duizend (+0,1 procent). In deze cijfers zijn alle banen meegeteld, voltijd en deeltijd. Het aantal banen stijgt nu al 12 kwartalen op rij. Het tweede kwartaal van 2020, de start van de coronacrisis, was het laatste kwartaal met een daling van het aantal banen. Daarvoor was het aantal banen al 24 kwartalen op rij toegenomen.

Meer werknemersbanen, minder zelfstandigenbanen

Het aantal werknemersbanen steeg met 11 duizend, een toename van 0,1 procent. Het totaal aantal werknemersbanen kwam daarmee uit op 9 003 duizend. Het aantal banen van zelfstandigen nam licht af met 4 duizend (-0,1 procent) naar 2 525 duizend. Ruim 1 op de 5 banen is een zelfstandigenbaan.

Minder banen bij uitzendbureaus

Bij de uitzendbureaus waren in het tweede kwartaal 16 duizend banen minder dan in het voorgaande kwartaal, een daling van 2,2 procent. In het eerste kwartaal van 2023 daalde het aantal banen in de uitzendbranche ook met 16 duizend.

In het openbaar bestuur kwamen er 6 duizend banen bij, een stijging van 1,0 procent. Andere bedrijfstakken met een grote banengroei waren onderwijs (6 duizend), zorg (6 duizend) en cultuur, recreatie en overige diensten (3 duizend). Naast de uitzendbureaus daalde het aantal banen ook in de zakelijke dienstverlening exclusief de uitzendbureaus (-3 duizend), de landbouw (-2 duizend) en verhuur en handel in onroerend goed (-1 duizend).

Ontwikkeling banen, seizoengecorrigeerd, 2e kwartaal 2023
BedrijfstakBanen (verandering t.o.v. een kwartaal eerder, x 1 000)
Openbaar bestuur6
Onderwijs6
Zorg6
Cultuur, recreatie,
overige diensten
3
Financiële
dienstverlening
2
Informatie en
communicatie
2
Handel, vervoer
en horeca
2
Industrie0
Bouwnijverheid0
Verhuur en handel
onroerend goed
-1
Landbouw
en visserij
-2
Zakelijke dienstverlening
(excl. uitzendbureaus)
-3
Uitzendbureaus-16

Minder uren gewerkt

Werknemers en zelfstandigen werkten in het eerste kwartaal van 2023 in totaal ruim 3,6 miljard uur. Dat is, gecorrigeerd voor seizoensinvloeden, 0,3 procent minder dan een kwartaal eerder.

Meer werknemers met een vaste arbeidsrelatie

In het tweede kwartaal van 2023 waren er 2,8 miljoen werknemers met een flexibele arbeidsrelatie. Dat zijn er vrijwel net zo veel als een kwartaal eerder. Dit aantal ligt op het niveau van het tweede kwartaal van 2022, voordat een flinke daling inzette. Het aantal werknemers met een flexcontract piekte in het vierde kwartaal van 2018, toen dit 44 duizend hoger lag dan in het afgelopen kwartaal.

Het aantal werknemers met een vaste arbeidsrelatie is in het tweede kwartaal van 2023 met 22 duizend toegenomen tot 5,4 miljoen. Dit aantal steeg vrijwel continu sinds het vierde kwartaal van 2015. Het aantal zelfstandigen groeide met 3 duizend, en kwam uit op 1,6 miljoen. Dit aantal is de afgelopen jaren continu toegenomen, maar recent is de groei wat afgevlakt.

Werkenden naar positie in de werkkring, seizoengecorrigeerd
Jaar KwartaalZelfstandige (x 1 000)Werknemer met vaste arbeidsrelatie (x 1 000)Werknemer met flexibele arbeidsrelatie (x 1 000)
20131e kwartaal121447852465
20132e kwartaal122947502454
20133e kwartaal124447042466
20134e kwartaal125146582513
20141e kwartaal124246152503
20142e kwartaal124645992509
20143e kwartaal125046112526
20144e kwartaal126346242538
20151e kwartaal125646282550
20152e kwartaal126246062585
20153e kwartaal127045962604
20154e kwartaal128046022590
20161e kwartaal128746052603
20162e kwartaal129246182637
20163e kwartaal130146382659
20164e kwartaal132246302686
20171e kwartaal132746322722
20172e kwartaal131946322764
20173e kwartaal132146922760
20174e kwartaal132547242761
20181e kwartaal133347382788
20182e kwartaal133747932780
20183e kwartaal133448392795
20184e kwartaal133548852802
20191e kwartaal134149392789
20192e kwartaal135249682783
20193e kwartaal135450062766
20194e kwartaal137750682726
20201e kwartaal139351362685
20202e kwartaal141151302507
20203e kwartaal141951832469
20204e kwartaal142851842519
20211e kwartaal143251862554
20212e kwartaal143852412523
20213e kwartaal145052312602
20214e kwartaal146052652640
20221e kwartaal148153022665
20222e kwartaal151152792750
20223e kwartaal157353252653
20224e kwartaal159053682696
20231e kwartaal157353702760
20232e kwartaal157653922758

Werkloosheid verder gedaald

De werkloosheid nam in het tweede kwartaal van 2023 af met 7 duizend en kwam uit op 350 duizend. Dat is 3,5 procent van de beroepsbevolking; in het eerste kwartaal was het nog 3,6 procent. Het gaat bij werklozen om mensen die geen betaald werk hebben, maar daar wel recent naar hebben gezocht en op korte termijn beschikbaar zijn.

Hoewel het werkloosheidspercentage daalde, zijn er verschillen tussen leeftijdsgroepen. Bij jongeren nam de werkloosheid toe van 7,9 tot 8,2 procent. Bij 25- tot 45-jarigen daalde dit percentage van 3,0 naar 2,8. Ook onder 45- tot 75-jarigen daalde de werkloosheid in het tweede kwartaal van 2023, van 2,3 naar 2,1 procent.

Minder mensen op zoek naar werk in het tweede kwartaal

De daling van de werkloosheid in het tweede kwartaal van 2023 is het resultaat van onderliggende stromen tussen de werkzame, de werkloze en de niet-beroepsbevolking. Het onderstaande schema laat die stromen zien.

Aan de ene kant daalde de werkloosheid doordat meer werklozen werk vonden dan er werkenden werkloos raakten. Hierdoor liep de werkloosheid in het afgelopen kwartaal terug met 35 duizend. De daling van de werkloosheid werd gedempt doordat meer mensen zonder direct resultaat op zoek gingen naar werk (van niet-beroepsbevolking naar werkloos) dan er mensen stopten met zoeken en/of niet beschikbaar waren (van werkloos naar niet-beroepsbevolking). Per saldo was er daardoor in het tweede kwartaal een toestroom van 27 duizend werklozen vanuit de niet-beroepsbevolking; dit is minder dan een kwartaal eerder. Bij elkaar resulteerden de verschillende stromen in een daling van het aantal werklozen met 7 duizend.

Aantal langdurig werklozen gedaald

Het aantal langdurig werklozen, degenen die al een jaar of langer op zoek zijn naar werk, bedroeg 55 duizend in het tweede kwartaal van 2023. Dat zijn er 11 duizend minder dan een kwartaal eerder. Het aantal werklozen die korter dan een jaar zonder werk zitten, bedroeg 295 duizend, tegen 291 duizend een kwartaal eerder. Het percentage van alle werklozen die een jaar of langer op zoek zijn naar werk kwam hiermee uit op 16.

Onbenut arbeidspotentieel iets afgenomen

Mensen zonder werk die niet recent naar werk hebben gezocht of die niet direct zouden kunnen beginnen zijn niet opgenomen in de werkloosheidscijfers. Bovendien blijven deeltijdwerkers die meer uren willen werken buiten beschouwing. Het CBS brengt de omvang en samenstelling van deze deelgroepen van het zogenoemde onbenut arbeidspotentieel in kaart. In het tweede kwartaal van 2023 bestond het onbenut arbeidspotentieel uit 1,2 miljoen mensen, 26 duizend minder dan een kwartaal eerder. Dit aantal lag in het afgelopen jaar om en nabij de 1,2 miljoen.

Bevolking van 15 tot 75 jaar Niet-beroepsbevolking Niet gezocht en niet beschikbaar Gezocht en niet beschikbaar Beschikbaar en niet gezocht Beroepsbevolking Werkloos (ILO-definitie) Werkzaam Deeltijd Wil meer uren werken, beschikbaar Voltijd

Het onbenut arbeidspotentieel bestaat uit vier deelgroepen. Het ging in het tweede kwartaal naast 350 duizend werklozen om 185 duizend mensen die direct beschikbaar waren voor werk, maar niet recent hebben gezocht, en om 110 duizend mensen die niet beschikbaar waren, maar wel hebben gezocht. Deze twee laatste groepen worden ook wel semiwerklozen genoemd. De vierde groep bestaat uit 530 duizend onderbenutte deeltijdwerkers. In tegenstelling tot de andere groepen hebben zij wél betaald werk. Zij geven aan in deeltijd te werken, meer uren te willen werken en hier ook direct beschikbaar voor te zijn.

Ten opzichte van het eerste kwartaal van 2023 nam het aantal personen af dat direct beschikbaar is voor werk, maar niet heeft gezocht (-7 duizend), evenals het aantal werklozen (-7 duizend) en het aantal onderbenutte deeltijdwerkers (-11 duizend). Het aantal personen dat gezocht heeft naar werk, maar hiervoor niet direct beschikbaar was, is vrijwel gelijk gebleven (-1 duizend). Hiermee kwam in het tweede kwartaal van 2023 het totaal onbenut arbeidspotentieel 26 duizend lager uit dan een kwartaal eerder.

Donderdag 17 augustus publiceert het CBS de werkloosheidscijfers over juli 2023.