Groot-Rijnmond relatief rijk, Fryslân hogere brede welvaart
Doorgaans wordt het bruto binnenlands product (bbp) per hoofd van de bevolking gebruikt als een maatstaf hoe ‘welvarend’ een regio is. Deze is relatief hoog in de grootstedelijke regio’s: Groot-Amsterdam, Delft en Westland, Groot-Rijnmond, Utrecht en Zuidoost-Noord-Brabant. Het bbp per hoofd van de bevolking is relatief laag in grote delen van het noorden van Nederland, zoals in Fryslân, en ook in de Achterhoek, Zuidwest-Overijssel, en Overig Zeeland.
Brede welvaart is de kwaliteit van leven hier en nu, en de mate waarin deze ten koste gaat van de brede welvaart van latere generaties, of van die van mensen elders in de wereld. Brede welvaart bestaat uit veel meer indicatoren dan het bbp per hoofd van de bevolking of andere economische variabelen. Het CBS heeft de brede welvaart onderzocht voor de veertig zogeheten COROP-gebieden. Voor elke indicator is bepaald waar een COROP-gebied staat op de ranglijst ten opzichte van andere gebieden. De indicatoren zijn verdeeld over meerdere thema’s (zoals welzijn, milieu en materiële welvaart).
COROP-gebied | bbp per inwoner ( duizend euro) |
---|---|
Oost-Groningen | 27,1 |
Delfzijl en omgeving | 43,2 |
Overig Groningen | 49,3 |
Noord-Friesland | 34,4 |
Zuidwest-Friesland | 30,2 |
Zuidoost-Friesland | 38,8 |
Noord-Drenthe | 32,5 |
Zuidoost-Drenthe | 31,4 |
Zuidwest-Drenthe | 36,3 |
Noord-Overijssel | 44,1 |
Zuidwest-Overijssel | 38,3 |
Twente | 40,2 |
Veluwe | 43,9 |
Achterhoek | 35,5 |
Arnhem/Nijmegen | 41,8 |
Zuidwest-Gelderland | 43,1 |
Utrecht | 59,9 |
Kop van Noord-Holland | 32,9 |
Alkmaar en omgeving | 37,2 |
IJmond | 38,0 |
Agglomeratie Haarlem | 34,8 |
Zaanstreek | 33,5 |
Groot-Amsterdam | 91,9 |
Het Gooi en Vechtstreek | 45,9 |
Agglomeratie Leiden en Bollenstreek | 39,6 |
Agglomeratie 's-Gravenhage | 47,8 |
Delft en Westland | 57,5 |
Oost-Zuid-Holland | 37,2 |
Groot-Rijnmond | 53,5 |
Zuidoost-Zuid-Holland | 46,1 |
Zeeuwsch-Vlaanderen | 48,1 |
Overig Zeeland | 38,7 |
West-Noord-Brabant | 49,7 |
Midden-Noord-Brabant | 42,2 |
Noordoost-Noord-Brabant | 48,0 |
Zuidoost-Noord-Brabant | 58,1 |
Noord-Limburg | 44,8 |
Midden-Limburg | 41,3 |
Zuid-Limburg | 44,7 |
Flevoland | 36,4 |
* voorlopige cijfers |
Groot-Rijnmond relatief hoog bbp, maar laag vermogen en arbeidsparticipatie
Groot-Rijnmond heeft een bbp van ruim 53 duizend euro per hoofd van de bevolking, en staat daarmee op de vijfde plaats van alle COROP-gebieden. De Friese regio’s hebben een beduidend lager bbp, en staan relatief laag ten opzichte van andere gebieden. Maar op andere indicatoren van brede welvaart op het gebied van materiële welvaart en arbeid scoren de Friese regio’s juist beter. Zo is de netto-arbeidsparticipatie in de Friese regio’s hoger, en de werkloosheid lager dan in Groot-Rijnmond. Ook is de tevredenheid met de reistijd van en naar werk groter.
Op het gebied van besteedbaar inkomen per huishouden zit Rijnmond, samen met de Friese regio’s, aan de onderkant van de ranglijst. Ook het vermogen van huishoudens is in Rijnmond relatief laag, vergeleken met andere gebieden. Wel is de gemiddelde schuld per huishouden relatief laag, net als in Fryslân.
Groot-Rijnmond | Noord-Friesland | Zuidoost-Friesland | Zuidwest-Friesland | |
---|---|---|---|---|
Materiële welvaart | ||||
Bbp per hoofd van de bevolking | 5 | 33 | 24 | 39 |
Besteedbaar inkomen huishoudens | 31 | 37 | 32 | 26 |
Gemiddelde schuld per huishouden | 9 | 6 | 8 | 10 |
Vermogen van huishoudens | 38 | 31 | 23 | 15 |
Arbeid en vrije tijd | ||||
Netto arbeidsparticipatie | 33 | 31 | 22 | 21 |
Bruto arbeidsparticipatie | 29 | 31 | 19 | 23 |
Werkloosheid | 38 | 33 | 26 | 19 |
Tevredenheid met reistijd van en naar werk | 40 | 16 | 27 | 1 |
Op welzijnsaspecten relatief hoge welvaart in Fryslân
Op het gebied van welzijn, gezondheid en wonen scoren de Friese regio’s relatief goed. De tevredenheid met het leven en de vrije tijd is relatief hoog in Fryslân, en laag in Groot-Rijnmond. Op het gebied van ervaren gezondheid en levensverwachting zit Groot-Rijnmond bij de onderste 10 COROP-gebieden, de Friese gebieden staan hoger op de relatieve ranglijst. Ook op een aantal aspecten rond wonen is het contrast tussen Rijnmond en de Friese gebieden groot: Fryslân staat hier relatief hoog, terwijl de inwoners van Groot-Rijnmond met hun woongenot onderaan de lijst bungelen.
Groot-Rijnmond | Noord-Friesland | Zuidoost-Friesland | Zuidwest-Friesland | |
---|---|---|---|---|
Welzijn | ||||
Tevredenheid met het leven | 37 | 1 | 9 | 30 |
Tevredenheid met vrije tijd | 37 | 31 | 6 | 4 |
Gezondheid | ||||
Ervaren gezondheid | 33 | 12 | 8 | 7 |
Levensverwachting bevolking | 34 | 30 | 16 | 6 |
Wonen | ||||
Tevredenheid met woonomgeving | 39 | 9 | 11 | 11 |
Tevredenheid met de woning | 37 | 15 | 6 | 16 |
Rijnmond scoort ook relatief slecht op natuur en milieu
Ook op het gebied van milieu en natuurlijk kapitaal komt Groot-Rijnmond er relatief slecht vanaf. Dit gebied kent een relatief hoge uitstoot van fijnstof en broeikasgassen, zeker vergeleken met de Friese gebieden. Ook qua bebouwing en groen-blauwe ruimte (bossen en parken, en open water) scoort Rijnmond relatief slecht, en Fryslân naar verhouding goed.
Groot-Rijnmond | Noord-Friesland | Zuidoost-Friesland | Zuidwest-Friesland | |
---|---|---|---|---|
Milieu | ||||
Natuurgebied per inwoner | 33 | 4 | 6 | 18 |
Emissies van fijnstof naar lucht | 38 | 6 | 3 | 4 |
Broeikasgasemissies per inwoner | 36 | 25 | 28 | 31 |
Kwaliteit van zwemwater binnenwateren | 20 | 37 | 32 | 28 |
Natuurlijk kapitaal | ||||
Natuur en bosgebieden | 25 | 14 | 22 | 35 |
Bebouwd terrein | 31 | 5 | 4 | 1 |
Groen-blauwe ruimte | 31 | 1 | 13 | 2 |
Het CBS publiceert jaarlijks op Verantwoordingsdag (de derde woensdag van mei) de Monitor Brede Welvaart en de Sustainable Development Goals. Sinds 2020 wordt de brede welvaart ook regionaal gemeten in de regionale Monitor Brede Welvaart (begin december) en sinds 2022 in de Monitor Brede Welvaart Caribisch Nederland (november).
Bronnen
- Artikel - Regionale brede welvaart 2022
- Visualisatie - Regionale Monitor Brede Welvaart 2022
- StatLine - Regionale rekeningen, regionale kerncijfers