Inflatie daalt naar 5,7 procent in juni

Over dit onderwerp zijn nieuwere cijfers beschikbaar. Bekijk de laatste cijfers.
© Nikki van Toorn
Consumentengoederen en -diensten waren in juni 5,7 procent duurder dan in dezelfde maand een jaar eerder, meldt het CBS. In mei was de inflatie 6,1 procent.

Het CBS publiceert naast het algemene inflatiecijfer maandelijks ook wat de inflatie is exclusief de prijsontwikkeling van energie (gas, elektriciteit en stadsverwarming) en brandstof. In juni waren consumentengoederen en –diensten exclusief energie en motorbrandstoffen 7,2 procent duurder dan in dezelfde maand vorig jaar. In mei was de prijsstijging op jaarbasis 7,9 procent.

De inflatie wordt elke maand gemeten als de stijging van de consumentenprijsindex (CPI) ten opzichte van dezelfde maand in het voorgaande jaar. De CPI geeft het prijsverloop weer van een pakket goederen en diensten zoals dit gemiddeld wordt aangeschaft door de Nederlandse huishoudens. Een inflatie van 5,7 procent in juni 2023 betekent dat de prijzen van consumentenproducten 5,7 procent hoger zijn dan in juni 2022. De inflatie van 5,7 procent in juni komt dus niet bovenop de inflatie van 6,1 procent in mei.

Inflatie (CPI)
jaarmaandInflatie (CPI) (% verandering t.o.v. een jaar eerder)Inflatie (CPI) exclusief energie en motorbrandstoffen (% verandering t.o.v. een jaar eerder)
2018januari1,51,2
2018februari1,21
2018maart10,8
2018april1,10,8
2018mei1,71,2
2018juni1,71,1
2018juli2,11,4
2018augustus2,11,4
2018september1,91,2
2018oktober2,11,5
2018november21,6
2018december21,6
2019januari2,21,7
2019februari2,62
2019maart2,82,2
2019april2,92,2
2019mei2,41,8
2019juni2,72,2
2019juli2,52,3
2019augustus2,82,7
2019september2,62,5
2019oktober2,72,6
2019november2,62,3
2019december2,72,3
2020januari1,82,1
2020februari1,62
2020maart1,42,2
2020april1,22,3
2020mei1,22,4
2020juni1,62,6
2020juli1,72,6
2020augustus0,71,5
2020september1,11,9
2020oktober1,22,1
2020november0,81,7
2020december11,8
2021januari1,62,1
2021februari1,82
2021maart1,91,7
2021april1,91,3
2021mei2,11,5
2021juni21,4
2021juli1,40,5
2021augustus2,41,5
2021september2,71,5
2021oktober3,41,6
2021november5,22,3
2021december5,72,4
2022januari6,42,7
2022februari6,22,9
2022maart9,73,1
2022april9,64,1
2022mei8,84,4
2022juni8,64,7
2022juli10,35,7
2022augustus126
2022september14,56,5
2022oktober14,36,9
2022november9,96,8
2022december9,67,5
2023januari7,67,7
2023februari88,1
2023maart4,48,1
2023april5,27,8
2023mei6,17,9
2023juni5,77,2

Inflatie daalt door prijsontwikkelingen brandstof en voeding

De afname van de inflatie komt vooral door de prijsontwikkelingen van motorbrandstoffen en voeding. In juni 2023 waren motorbrandstoffen 23,2 procent goedkoper dan in juni 2022. In mei waren de prijzen 18,3 procent lager dan in dezelfde maand een jaar eerder. Voedingsmiddelen waren in juni 13,1 procent duurder dan vorig jaar. In mei was de prijsstijging op jaarbasis 15,2 procent.

Verhogend effect energie

De prijsontwikkeling van energie (elektriciteit, gas en stadsverwarming) had daarentegen een verhogend effect op de ontwikkeling van de inflatie. Energie was in juni 19,1 procent goedkoper dan in dezelfde maand vorig jaar. In mei waren de prijzen 24,9 procent lager dan een jaar eerder.

Prijsindex elektriciteit, gas en stadsverwarming
Maand2023 (2015=100)2022 (2015=100)2021 (2015=100)
Jan189,85196,49104,43
Feb182,39187,87106,13
Mrt175,11275,85107,18
Apr173,03255,21107,97
Mei166,5221,75108,22
Jun163,35201,81109,99
Jul240,6115,79
Aug294,51117,17
Sep369,46123,29
Okt373,21136,56
Nov277,97163,61
Dec276,71182,04

Nieuwe methode energieprijzen

Het CBS gebruikt vanaf juni 2023 een nieuwe methode om energieprijzen te meten en verwerken in de CPI. Voor de nieuwe methode worden contractgegevens van huishoudens bij energieleveranciers verzameld. Op basis van deze data wordt nauwkeuriger berekend welke tarieven huishoudens werkelijk voor gas en elektriciteit betalen. Bij de oude methode werden alleen prijzen van nieuwe contracten die huishoudens bij energieleveranciers kunnen afsluiten gebruikt.

De methodeverandering heeft gevolgen voor het inflatiecijfer. De inflatie in juni 2023 is het verschil tussen de CPI van juni 2023 en de CPI van juni 2022. De huidige CPI gebruikt de nieuwe methode voor energieprijzen, maar de CPI van juni 2022 gebruikte nog de oude methode. Dat betekent dat er in het inflatiecijfer van juni 2023 een zogeheten ‘methodebreuk’ zit. Op 30 juni publiceerde het CBS een achtergrondartikel waarin het in meer detail uitlegt wat de overstap betekent voor de CPI, de inflatie en het gebruik van de CPI voor indexeringsdoeleinden.

Tabak duurder

Tabak was in juni 14,7 procent duurder dan in dezelfde maand een jaar eerder, in mei was dat 1,5 procent. De accijnsverhoging op tabaksproducten per 1 april 2023 zorgde voor een stijging van de prijzen. Omdat er in de eerste maanden na de accijnsverhoging nog tabaksvoorraden met oude accijnstarieven werden verkocht, werkt de accijnsverhoging met wat vertraging door in de verkoopprijzen.

CPI; belangrijkste bijdragen aan de jaarmutatie
 Juni 2023 (%-punt)Mei 2023 (%-punt)
Totaal5,76,1
Voedingsmiddelen en
alcoholvrije dranken
1,611,82
Huisvesting, water
en energie
0,860,33
Diverse goederen en
diensten
0,710,71
Horeca0,610,69
Recreatie en cultuur0,490,51
Stoffering en huishoudelijke
apparaten
0,460,54
Kleding en schoenen0,450,64
Alcohol en tabak0,290,11
Onderwijs0,280,28
Vervoer-0,320,08

Prijsontwikkelingen op korte termijn

Het CBS publiceert elke maand over de inflatie: de ontwikkeling van de CPI ten opzichte van dezelfde maand een jaar eerder. Dit cijfer zegt echter niets over het verloop van de prijzen gedurende zo’n periode van twaalf maanden. Met de CPI kan ook de gemiddelde prijsontwikkeling ten opzichte van een maand eerder worden berekend.

De prijzen voor consumenten daalden in juni 2023 met 0,3 procent ten opzichte van mei. Het prijspeil was in de afgelopen twaalf maanden het hoogst in oktober 2022. Daarna was de trend tot februari 2023 dalend. Vanaf februari tot en met mei zijn de prijzen vier maanden op rij gestegen. In juni daalden de prijzen ten opzichte van een maand eerder.

Een kanttekening is dat bij een vergelijking met een maand eerder rekening moet worden gehouden met de invloed van het seizoen. Zo zijn bijvoorbeeld vliegtickets in vakantiemaanden duurder dan in maanden buiten het vakantieseizoen. De prijzen zijn dan tijdelijk hoger, maar dit is geen structurele prijsstijging. Door deze seizoensinvloeden zijn ontwikkelingen maand op maand vaak volatieler dan ontwikkelingen jaar op jaar.

Consumentenprijsindex (CPI)
jaarmaandCPI (2015=100)
2022Jun119,05
2022Jul121,57
2022Aug123,95
2022Sep126,89
2022Okt128,25
2022Nov124,35
2022Dec124,94
2023Jan123,21
2023Feb124,45
2023Mrt124,72
2023Apr126,01
2023Mei126,26
2023Jun125,83

Inflatie eurozone daalt

Het CBS publiceert sinds 1996 twee verschillende cijfers voor inflatie. Een op basis van de consumentenprijsindex (CPI) en een op basis van de geharmoniseerde index van consumentenprijzen (HICP). Consumentengoederen en -diensten in Nederland waren volgens de HICP in juni 6,4 procent duurder dan in dezelfde maand een jaar eerder, in mei was dat 6,8 procent. De inflatie in de eurozone daalde van 6,1 procent in mei naar 5,5 procent in juni.

Europees geharmoniseerde inflatie (HICP)
jaarmaandNederland (% verandering van de geharmoniseerde consumentenprijsindex t.o.v. een jaar eerder)Eurozone (% verandering van de geharmoniseerde consumentenprijsindex t.o.v. een jaar eerder)
2018januari1,51,3
2018februari1,31,1
2018maart11,4
2018april11,2
2018mei1,92
2018juni1,72
2018juli1,92,2
2018augustus1,92,1
2018september1,62,1
2018oktober1,92,3
2018november1,81,9
2018december1,81,5
2019januari21,4
2019februari2,61,5
2019maart2,91,4
2019april31,7
2019mei2,31,2
2019juni2,71,3
2019juli2,61
2019augustus3,11
2019september2,70,8
2019oktober2,80,7
2019november2,61
2019december2,81,3
2020januari1,71,4
2020februari1,31,2
2020maart1,10,7
2020april10,3
2020mei1,10,1
2020juni1,70,3
2020juli1,60,4
2020augustus0,3-0,2
2020september1-0,3
2020oktober1,2-0,3
2020november0,7-0,3
2020december0,9-0,3
2021januari1,60,9
2021februari1,90,9
2021maart1,91,3
2021april1,71,6
2021mei22
2021juni1,71,9
2021juli1,42,2
2021augustus2,73
2021september33,4
2021oktober3,74,1
2021november5,94,9
2021december6,45
2022januari7,65,1
2022februari7,35,9
2022maart11,77,4
2022april11,27,4
2022mei10,28,1
2022juni9,98,6
2022juli11,68,9
2022augustus13,79,1
2022september17,19,9
2022oktober16,810,6
2022november11,310,1
2022december119,2
2023januari8,48,6
2023februari8,98,5
2023maart4,56,9
2023april5,87
2023mei6,86,1
2023juni6,45,5

Verschil CPI en HICP

Om de inflatie tussen landen te kunnen vergelijken, berekenen de lidstaten van de Europese Unie (EU) een consumentenprijsindex volgens internationaal afgesproken definities en methoden. De Europese Centrale Bank gebruikt de HICP voor het monetaire beleid in de eurozone. Daarnaast maken de meeste landen nog een eigen, nationale prijsindex.

Het belangrijkste verschil tussen de CPI en de HICP voor Nederland is dat de HICP in tegenstelling tot de CPI geen rekening houdt met de kosten van het wonen in de eigen woning. In de CPI worden deze kosten berekend aan de hand van de ontwikkeling van woninghuren. Dit is echter niet het enige verschil. In een publicatie worden deze verschillen verder toegelicht.

Dashboard consumentenprijzen

Het dashboard consumentenprijzen toont de inflatie volgens de consumentenprijsindex (CPI) en voor een aantal groepen consumentengoederen en -diensten. Meer prijsindicatoren zijn te vinden in het prijzendashboard. De persoonlijke inflatiecalculator geeft inzicht in de ontwikkeling van de consumentenprijzen voor een individueel consumptieprofiel.