Vakantieseizoen
Binnen een jaar worden een zomerseizoen en een winterseizoen onderscheiden. Het zomerseizoen duurt ongeveer 22 weken in de maanden mei tot en met september en omvat het voorseizoen, het hoogseizoen en het naseizoen. Het winterseizoen duurt ongeveer 30 weken in de maanden oktober tot en met april en bestaat uit de herfstperiode, de kerstperiode, de krokusperiode en de paasperiode.
De vakantiecijfers in dit bericht zijn berekend over de bevolking van 15 jaar of ouder, alle vakanties die in de zomer begonnen zijn meegeteld. De cijfers op Statline in 2019 en 2020 gaan over de hele bevolking, en in 2021 en 2022 is op basis van de datum van thuiskomst bepaald of een vakantie in een bepaald seizoen valt. Daardoor wijken de cijfers in dit artikel af van wat op StatLine staat.