Weer minder mensen in wettelijke schuldsanering
In 2022 werden 1,9 duizend mensen in de Wsnp toegelaten, 400 minder dan een jaar eerder. Tegelijkertijd werden 4,9 duizend schuldsaneringstrajecten door de rechter beëindigd. In 2021 waren dat 5,8 duizend.
Op 31 december 2022 zaten er 7,3 duizend mensen in de schuldsanering; bijna 3 duizend schuldenaren minder dan het jaar ervoor.
Jaar | Beëindigde schuldsaneringen (x 1 000) | Uitgesproken schuldsaneringen (x 1 000) |
---|---|---|
2007 | 12,7 | 15,0 |
2008 | 14,1 | 9,2 |
2009 | 13,9 | 9,0 |
2010 | 13,5 | 11,4 |
2011 | 11,0 | 14,7 |
2012 | 9,9 | 13,7 |
2013 | 11,3 | 12,3 |
2014 | 13,5 | 12,3 |
2015 | 14,0 | 11,7 |
2016 | 12,7 | 9,8 |
2017 | 12,3 | 8,4 |
2018 | 11,2 | 5,9 |
2019 | 9,9 | 4,6 |
2020 | 8,0 | 3,0 |
2021 | 5,8 | 2,3 |
2022 | 4,9 | 1,9 |
* De cijfers zijn voorlopig voor alle jaren. |
Al tien jaar daling instroom Wsnp
Sinds 2012 daalt het aantal mensen dat instroomt in de Wsnp; dat jaar kwamen 13,7 duizend mensen in de schuldsanering. Tussen 2012 en 2022 is de instroom in de Wsnp met 86 procent afgenomen. Deze afname valt samen met de inwerkingtreding van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) in 2012. Deze wet regelt dat mensen met schulden eerst hulp krijgen via de gemeente, voordat ze eventueel instromen in de wettelijke schuldsanering. Een eventueel effect van de coronacrisis op de instroom in de schuldsanering is niet onderzocht.
Minder huishoudens met kinderen in schuldsanering
Van alle personen die in 2022 instroomden in de wettelijk schuldsanering is de groep eenpersoonshuishoudens met 39 procent (735) de grootste groep. Tien jaar eerder was dat 30 procent. Toen stroomden 4 080 eenpersoonshuishoudens de Wsnp in.
Alleenstaande ouders en paren met kinderen kwamen in 2022 verhoudingsgewijs minder vaak in de wettelijke schuldsanering. In 2022 kwamen 310 personen in een huishouden van een alleenstaande ouder in de wettelijke schuldsanering, 16 procent van het totaal aantal personen. In 2012 bestond 18 procent van de huishoudens in de schuldsanering uit eenouderhuishoudens. Het ging toen om 2 415 gezinnen.
In 2012 waren paren met kinderen verhoudingsgewijs de grootste groep met 34 procent van de totale instroom, in totaal 4 690 personen. In 2022 bestond 27 procent van de instroom uit paren met kinderen.
Soort huishouden | 2022* | 2012* |
---|---|---|
Eenpersoons- huishouden | 735 | 4080 |
Paar met kind(eren) | 510 | 4690 |
Alleenstaande ouder met kinderen | 310 | 2415 |
Paar zonder thuiswonende kinderen | 280 | 1940 |
Overig huishouden | 50 | 270 |
Huishouden onbekend | 15 | 350 |
* voorlopige cijfers |