Economie krimpt in eerste kwartaal 2023 met 0,7 procent

Over dit onderwerp zijn nieuwere cijfers beschikbaar. Bekijk de laatste cijfers.
© Hollandse Hoogte / Hans van Rhoon
Volgens de eerste berekening van het CBS, op basis van nu beschikbare gegevens, daalde het volume van het bruto binnenlands product (bbp) in het eerste kwartaal met 0,7 procent ten opzichte van het vierde kwartaal van 2022. In het vierde kwartaal steeg het bbp met 0,4 procent. De krimp in het eerste kwartaal is vooral toe te schrijven aan een daling van het handelssaldo en aan een grotere onttrekking uit de voorraden.

Bruto binnenlandse product (volume), seizoengecorrigeerd
JaarKwartaalIndex (2015=100)
20161e kwartaal101,2
20162e kwartaal101,4
20163e kwartaal102,6
20164e kwartaal103,4
20171e kwartaal104,0
20172e kwartaal104,9
20173e kwartaal105,6
20174e kwartaal106,4
20181e kwartaal106,9
20182e kwartaal107,6
20183e kwartaal107,8
20184e kwartaal108,3
20191e kwartaal109,0
20192e kwartaal109,5
20193e kwartaal109,9
20194e kwartaal110,4
20201e kwartaal108,8
20202e kwartaal100,1
20203e kwartaal106,4
20204e kwartaal106,3
20211e kwartaal106,7
20212e kwartaal110,5
20213e kwartaal112,3
20214e kwartaal112,7
20221e kwartaal113,3
20222e kwartaal116,3
20223e kwartaal116,0
20224e kwartaal116,5
20231e kwartaal115,8

Alle cijfers in dit bericht betreffen volumecijfers. Dat wil zeggen dat ze zijn gecorrigeerd voor prijsveranderingen.

Investeringen en consumptie overheid groeien

De investeringen in vaste activa stegen in het eerste kwartaal van 2023 met 1,1 procent ten opzichte van het vierde kwartaal van 2022. Dat is vooral te danken aan de investeringen in de bouw, personenauto’s, vliegtuigen en machines. De consumptie door de overheid groeide met 0,5 procent, terwijl de consumptie door huishoudens gelijk bleef. Huishoudens namen minder diensten af, maar kochten meer goederen.

De uitvoer van goederen en diensten daalde met 1,8 procent in vergelijking met het vierde kwartaal van 2022. Dat komt doordat de uitvoer van goederen daalde. De uitvoer van diensten groeide een fractie. De invoer van goederen en diensten daalde ook, maar met 1,3 procent minder hard dan de uitvoer. Per saldo droeg het handelssaldo hierdoor negatief bij aan de economische ontwikkeling in het eerste kwartaal. Verder was de onttrekking van gas aan de voorraden groter. Dat droeg ook bij aan de krimp.

Bestedingen naar categorie (volume)
 2023-I (%-verandering t.o.v. kwartaal eerder)2022-IV (%-verandering t.o.v. kwartaal eerder)
Bruto binnenlands product-0,70,4
Invoer goederen en diensten-1,31,1
Investeringen in vaste activa1,10,7
Consumptie overheid0,51,2
Consumptie huishoudens01,1
Uitvoer goederen en diensten-1,80,9

De bouwnijverheid groeide het hardst

In meer dan de helft van de bedrijfstakken daalde in het eerste kwartaal van 2023 de toegevoegde waarde (het verschil tussen productie en verbruik van energie, materialen en diensten) ten opzichte van het vierde kwartaal van 2022. Het sterkst was de daling bij de delfstoffenwinning, waar minder gas werd gewonnen. De bedrijfstak handel, horeca, vervoer en opslag leverde echter de meest negatieve bijdrage aan de economische ontwikkeling. De toegevoegde waarde van de bouwnijverheid nam, met 2,4 procent, het sterkst toe. De bouw droeg ook het meest positief bij aan de economische ontwikkeling.

Toegevoegde waarde naar bedrijfstak (volume)
 2023-I (%-verandering t.o.v. kwartaal eerder)2022-IV (%-verandering t.o.v. kwartaal eerder)
Bouwnijverheid2,42,7
Energiebedrijven1,6-2,8
Landbouw, bosbouw en visserij1-1,2
Verhuur en handel onroerend goed11,4
Overheid, onderwijs en zorg0,30,6
Zakelijke dienstverlening-0,30,3
Financiële instellingen-0,5-2,1
Water en afval-0,8-3,5
Industrie-1,10,1
Handel, horeca, vervoer en opslag-1,10
Informatie en communicatie-1,90
Cultuur, sport, recreatie en overige diensten-4,50,3
Delfstoffenwinning-28,52,7

Economie Europese Unie groeit met 0,3 procent

De Nederlandse krimp van 0,7 procent valt op vergeleken met de economische ontwikkeling in de naburige landen. In België en Frankrijk groeide de economie in het eerste kwartaal van 2023 met respectievelijk 0,4 en 0,2 procent ten opzichte van een kwartaal eerder. De Britse (VK) economie groeide met 0,1 procent, de Duitse economie stagneerde met een groei van 0 procent. Gemiddeld kwam de groei in de Europese Unie (EU) uit op 0,3 procent. In vergelijking met het vierde kwartaal van 2019 is het herstel van de Nederlandse economie sterker dan dat van de naburige landen en de EU.

Bruto binnenlands product (seizoen- en werkdaggecorrigeerd), naburige landen
   Nederland (4e kwartaal 2019 = 100)België (4e kwartaal 2019 = 100)EU (4e kwartaal 2019 = 100)Frankrijk (4e kwartaal 2019 = 100)Duitsland (4e kwartaal 2019 = 100)VK (4e kwartaal 2019 = 100)
20194e kwartaal100100100100100100
20201e kwartaal98,697,197,194,598,697,4
20202e kwartaal90,88686,381,689,277
20203e kwartaal96,596,296,296,797,389,7
20204e kwartaal96,395,796,295,897,990,8
20211e kwartaal96,797,196,495,996,489,8
20212e kwartaal100,198,898,296,998,395,7
20213e kwartaal101,8101,1100,4100,199,197,4
20214e kwartaal102,1101,7101,1100,79998,8
20221e kwartaal102,7102,3101,8100,4100,199,3
20222e kwartaal105,4102,8102,610199,999,4
20223e kwartaal105,2103,2103101,1100,499,3
20224e kwartaal105,6103,2102,8101,199,999,4
20231e kwartaal104,9103,6103,1101,399,999,5

Het vervolg van het nieuwsbericht gaat over de ontwikkeling van de economie t.o.v. het eerste kwartaal van 2022

Omvang economie 1,9 procent groter dan in het eerste kwartaal 2022

Het bbp groeide in het eerste kwartaal 2023 met 1,9 procent ten opzichte van het eerste kwartaal een jaar eerder. De groei in het eerste kwartaal van 2023 is toe te schrijven aan de investeringen, de consumptie door huishoudens en de overheidsconsumptie. Het handelssaldo droeg negatief bij.

In het eerste kwartaal van 2022 gold een harde lockdown tot 25 januari. Ook daarna hadden bijvoorbeeld de horeca, en de recreatie- en cultuursector nog te maken met een aantal coronamaatregelen, zoals coronatoegangsbewijzen en beperkte openingstijden.

Bruto binnenlands product (volume)
JaarKwartaal (%-verandering t.o.v. jaar eerder)
20161e kwartaal2,1
20162e kwartaal2,3
20163e kwartaal2,1
20164e kwartaal2,2
20171e kwartaal3,2
20172e kwartaal3,0
20173e kwartaal2,8
20174e kwartaal2,6
20181e kwartaal2,6
20182e kwartaal2,7
20183e kwartaal2,2
20184e kwartaal1,9
20191e kwartaal1,8
20192e kwartaal1,9
20193e kwartaal2,1
20194e kwartaal2,0
20201e kwartaal-0,1
20202e kwartaal-8,7
20203e kwartaal-3,3
20204e kwartaal-3,3
20211e kwartaal-2,2
20212e kwartaal10,2
20213e kwartaal5,4
20214e kwartaal6,2
20221e kwartaal6,3
20222e kwartaal5,2
20223e kwartaal3,4
20224e kwartaal3,2
20231e kwartaal1,9

Eerste berekening

De eerste berekening, 45 dagen na afloop van een kwartaal, wordt gepubliceerd op basis van de dan beschikbare informatie. Hiermee geeft het CBS een eerste beeld van de stand van de Nederlandse economie. Na deze eerste berekening komt voortdurend meer informatie beschikbaar over de Nederlandse economie, die vervolgens wordt verwerkt in nieuwe berekeningen. De tweede berekening van de economische groei maakt het CBS bekend op vrijdag 23 juni. De absolute bijstelling van de tweede berekening ten opzichte van de eerste berekening was de afgelopen vijf jaar (2018-2022) gemiddeld 0,1 procentpunt. De twee uitersten bedroegen -0,3 en 0,7 procentpunt, allebei in 2021.

Bij elke nieuwe berekening bepaalt het CBS ook de nieuwe seizoengecorrigeerde cijfers van de eerder gepubliceerde kwartalen. De groeicijfers van onder meer de vier kwartalen van 2022 zijn bijgesteld.

De cijfers in dit bericht zijn voorlopig en kunnen worden bijgesteld.