Kwart groei Nederlandse economie stroomt naar buitenland
De toename van het bruto binnenland product (bbp) kan naar het buitenland vloeien via bijvoorbeeld winstuitkeringen van Nederlandse bedrijven aan buitenlandse aandeelhouders, of lonen van niet-ingezeten werknemers van Nederlandse bedrijven. Andersom ontvangen Nederlandse bedrijven ook winstuitkeringen van buitenlandse aandelen, en ontvangen ingezetenen lonen van buitenlandse bedrijven.
Jaar | Toename bbp (% verandering t.o.v. een jaar eerder) | Beschikbaar inkomen (% verandering t.o.v. een jaar eerder) | Buitenland (% verandering t.o.v. een jaar eerder) |
---|---|---|---|
2008 | 4,5 | 0,8 | 3,7 |
2009 | -3,6 | -1,9 | -1,7 |
2010 | 2,3 | 4,8 | -2,5 |
2011 | 1,6 | 2,2 | -0,6 |
2012 | 0,4 | -0,3 | 0,7 |
2013 | 1,1 | 1,2 | -0,1 |
2014 | 1,7 | 1,5 | 0,2 |
2015 | 2,7 | 2,7 | 0 |
2016 | 2,7 | 1,8 | 0,9 |
2017 | 4,2 | 5,4 | -1,2 |
2018 | 4,8 | 5,4 | -0,6 |
2019 | 5,1 | 3,3 | 1,8 |
2020 | -2 | -3,9 | 1,9 |
2021* | 7,4 | 9,1 | -1,7 |
2022* | 10 | 7,4 | 2,6 |
*voorlopige cijfers |
Meeste binnenlandse groei bij huishoudens
Binnen Nederland kwam de meeste economische groei terecht bij huishoudens: 5,0 procentpunt kwam ten goede van het beschikbaar inkomen van huishoudens, in lopende prijzen. Het beschikbaar inkomen is het inkomen van sectoren dat overblijft voor consumptie, investeringen of besparingen na inkomensoverdrachten, zoals belastingen en sociale uitkeringen.
Ook het beschikbaar inkomen van de overheid droeg positief bij aan de toename van het totale binnenlandse beschikbaar inkomen. Daartegenover staat echter dat het beschikbaar inkomen van niet-financiële vennootschappen afnam. In 2021 nam dat nog toe.
Jaar | Beschikbaar inkomen (% verandering t.o.v. een jaar eerder) | Niet-financiële vennootschappen (% verandering t.o.v. een jaar eerder) | Financiële instellingen (% verandering t.o.v. een jaar eerder) | Overheid (% verandering t.o.v. een jaar eerder) | Huishoudens incl. IZWh's (% verandering t.o.v. een jaar eerder) |
---|---|---|---|---|---|
2008 | 0,8 | -1,3 | -1,7 | 2,1 | 1,7 |
2009 | -1,9 | -0,5 | 1,4 | -2,7 | -0,1 |
2010 | 4,8 | 1,8 | 1,7 | 0,5 | 0,8 |
2011 | 2,2 | 0,3 | 0,4 | 0,4 | 1,1 |
2012 | -0,3 | 0 | -1,4 | 0,6 | 0,5 |
2013 | 1,2 | -2,1 | 1,9 | 0,9 | 0,5 |
2014 | 1,5 | -1,1 | 0,7 | 0,7 | 1,2 |
2015 | 2,7 | 2,8 | -1,3 | 0,3 | 0,9 |
2016 | 1,8 | -1,7 | -0,3 | 2,4 | 1,4 |
2017 | 5,4 | 2,7 | -0,2 | 1,7 | 1,2 |
2018 | 5,4 | 0 | 1,2 | 1,7 | 2,5 |
2019 | 3,3 | -0,8 | -0,7 | 2,2 | 2,6 |
2020 | -3,9 | -0,2 | -1,4 | -4,3 | 2 |
2021* | 9,1 | 3,4 | -0,8 | 3,6 | 2,9 |
2022* | 7,4 | -3,8 | 1,7 | 4,5 | 5 |
*voorlopige cijfers |
Buitenlandse bedrijven ontvangen meer winsten
Een groot deel van de uitstroom van de groei van de economie naar het buitenland bestaat uit dividenduitkeringen aan buitenlandse aandeelhouders, en uit winsten van Nederlandse dochterbedrijven van buitenlandse multinationals. Deze winsten worden toegerekend aan de buitenlandse moeder. In 2022 werden door niet-financiële instellingen 64 procent meer winstuitkeringen gedaan aan het buitenland dan in 2021.
De groei van de winstuitkeringen in 2022 is voor een deel toe te schrijven aan de verhuizing van een hoofdkantoor van een grote multinational naar het buitenland, en vergoedingen die zijn verstrekt voor het vullen van de gasopslag in het verband met de afbouw van de gaswinning in Groningen. Dit laatste kwam ten goede aan het bruto exploitatieoverschot van de buitenlandse multinationals.
Jaar | Financiële instellingen (mld euro) | Overheid (mld euro) | Huishoudens incl. IZWh's (mld euro) | Buitenland (mld euro) |
---|---|---|---|---|
2019 | 20 | 2 | 19 | 86 |
2020 | 18 | 1 | 17 | 64 |
2021* | 19 | 1 | 18 | 78 |
2022* | 25 | 1 | 19 | 127 |
*voorlopige cijfers |
Bronnen
- Artikel - De gevolgen van de hoge inflatie in 2022