Provinciale uitgaven per inwoner hoog in het Noorden

Luchtfoto van Grouw, Friesland
© Hollandse Hoogte / Siebe Swart luchtfotografie
Dunner bevolkte provincies geven doorgaans meer uit per inwoner dan de dichter bevolkte provincies. Zo gaf de provincie Groningen in 2021 per bewoner vier keer meer uit dan Noord-Holland. De verschillen weerspiegelen de relatief zware taak die de noordelijke provincies en Zeeland hebben op het terrein van wegenonderhoud, natuurbeheer en openbaar vervoer. Dit blijkt uit cijfers van het CBS.

De uitgaven van de provincie Groningen waren in 2021 vier keer zo hoog per inwoner als die van de provincie Noord-Holland. In Groningen gaf de provincie 727 euro uit per hoofd van de bevolking. In Noord-Holland was dit 185 euro. Ook in de andere noordelijke provincies en Zeeland lagen de uitgaven per inwoner hoger dan in de Randstad. De uitgaven per inwoner zijn in de noordelijke provincies en Zeeland al jarenlang hoger dan bijvoorbeeld in Utrecht en Holland.

Provinciale uitgaven per inwoner, 2021
ProvinciesTotaal provinciale taakvelden ( euro)
Groningen (PV)727
Friesland (PV)591
Drenthe (PV)577
Overijssel (PV)427
Flevoland (PV)419
Gelderland (PV)431
Utrecht (PV)340
Noord-Holland (PV)185
Zuid-Holland (PV)205
Zeeland (PV)579
Noord-Brabant (PV)279
Limburg (PV)396

Noordelijke provincies geven meer uit aan ov, wegen en natuur

De noordelijke provincies besteden per inwoner meer aan het openbaar vervoer, wegen en natuur dan Noord-Holland en Zuid-Holland. Drenthe besteedde per inwoner tien keer zo veel aan natuur als Zuid-Holland. De provincie Groningen gaf vijf keer zo veel uit aan openbaar vervoer. Dit komt deels doordat de provinciebesturen van Groningen en Drenthe samen (deels) verantwoordelijk zijn voor het openbaar vervoer in de regio. In het noorden van het land wordt een groot deel van het openbaar vervoer door de provincies aanbesteed. In het westen van het land spelen daarentegen samenwerkingsverbanden tussen gemeenten als Den Haag en Rotterdam een grote rol in het organiseren van het lokale vervoer.

De noordelijke provincies en Zeeland geven per inwoner ook meer uit aan provinciale wegen dan Noord- en Zuid-Holland. In het noorden en het oosten van het land is het aantal kilometer provinciale weg per inwoner groter dan in het westen. Overigens wisselen de bestedingen aan wegen wel van jaar tot jaar.

Daarnaast hebben onder meer de oppervlakte van een provincie en de omvang van natuur- en watergebieden invloed op de hoogte van de kosten. Het aantal inwoners per vierkante kilometer is in Zuid-Holland ongeveer zeven keer zo hoog als in Drenthe en Fryslân.

Uitgaven per hoofdgroep, per inwoner, 2021
ProvincieOpenbaar vervoer (euro per inwoner)Verkeer en vervoer excl. ov (euro per inwoner)Natuur (euro per inwoner)Bestuur en administratieve lasten (euro per inwoner)Regionale economie (euro per inwoner)Milieu en water (euro per inwoner)Cultuur en maatschappij (euro per inwoner)Ruimte (euro per inwoner)
Groningen1731431048862575346
Fryslân9487918878557227
Zeeland75105939398405322
Drenthe70731708065406514
Gelderland9458796853392812
Overijssel10565687746281919
Flevoland837937896927259
Limburg7342286455425735
Utrecht13249345015271815
Noord-Brabant4454493436282013
Zuid-Holland36491736173379
Noord-Holland32483130121867

Grootste deel inkomsten uit het provinciefonds

De taken van provincies en de rolverdeling met lokale en landelijke overheid wisselen per regio. Dit resulteert ook in verschillen in inkomsten, bijvoorbeeld in de vorm van bijdragen vanuit de Rijksoverheid. De provincies ontvingen het grootste deel van hun inkomsten uit het provinciefonds. In 2021 ontving Fryslân 317 euro per inwoner uit het provinciefonds en Zuid-Holland 76 euro. De verdeling van het provinciefonds wordt niet alleen bepaald door het aantal inwoners, maar ook door onder meer de oppervlakte van de provincie, kilometers weglengte en de grootte van watergebieden. De bestedingen van provincies hangen immers niet alleen af van het aantal inwoners, maar ook van deze factoren.

Verder ontvingen de provincies een deel van hun inkomsten uit eigen belastingen. Deze bestaan hoofdzakelijk uit een toevoeging op de belasting op motorrijtuigen, die bestemd is voor het provinciale bestuur. De hoogte hiervan verschilt per provincie. Noord-Holland en Zuid-Holland ontvangen relatief meer uit deze belastingen dan uit het provinciefonds, maar per inwoner nog altijd minder dan de andere provincies. Ten slotte ontvangen provincies nog een deel uit overige inkomsten. Het overige deel bevat vooral specifieke uitkeringen. Voorbeelden van specifieke uitkeringen zijn “ Regeling provinciale aankoop veehouderijen nabij natuurgebieden” en “Specifieke Uitkering Snelfietsroutes 2020-2022”.

De inkomsten uit het provinciefonds en eigen belasting zijn (grotendeels) vrij te besteden door de provincies. De specifieke uitkeringen moeten voor een vooraf vastgesteld doel gebruikt worden, en hierin kunnen de provincies maar beperkt sturen.

Provinciale inkomsten per inwoner, 2021
ProvincieProvinciefonds (euro per inwoner)Provinciale belastingen (euro per inwoner)Rente-inkomsten en dividend (euro per inwoner)Overig (euro per inwoner)
Groningen31310448254
Zeeland33812029129
Drenthe3091227151
Fryslân 3171103477
Flevoland279131146
Overijssel1719947102
Gelderland1441104999
Limburg199993568
Utrecht17998076
Noord-Brabant1101052596
Zuid-Holland7694434
Noord-Holland7778520