Productieplafond

Nederland is voor het gebruik van dierlijke mest gehouden aan de norm in de Nitraatrichtlijn van 170 kilogram stikstof per hectare. Onder voorwaarden mag Nederland afwijken van deze norm (derogatie). Als het areaal van een bedrijf voor minimaal 80 procent bestaat uit grasland mag op zand- en lössgrond in Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant of Limburg 230 kilogram stikstof per hectare worden toegepast. Voor landbouwgrond in de rest van Nederland is dit 250 kilogram. De hogere norm geldt alleen voor de mest van graasdieren. Een voorwaarde voor het verlenen van derogatie is dat de hoeveelheid fosfaat in de mest met ingang van 2022 in Nederland niet hoger is dan 150,7 miljoen kilogram. Voor stikstof geldt een maximum van 489,4 miljoen kilogram. De productieplafonds zijn door de Europese Commissie in het derogatiebesluit van 30 september 2022 gelijkgesteld aan de productie van de Nederlandse veestapel in 2020. Met ingang van 2023 wordt de derogatie afgebouwd en vanaf 2026 is er geen derogatie meer voor Nederland. Met ingang van 2025 worden de productieplafonds aangescherpt tot 440 miljoen kilogram stikstof en 135 miljoen kilogram fosfaat. Om onder de toekomstige plafonds uit te komen moet de stikstofproductie zoals berekend voor 2022 dalen met 6 procent en de fosfaatproductie met 10 procent.