Ziekteverzuim en werkdruk in kinderopvang toegenomen na coronaperiode

© Hollandse Hoogte / Jeffrey Groeneweg
Een meerderheid van de werknemers in de kinderopvang vindt de werkdruk (zeer) hoog. In het tweede kwartaal van 2022 ging het om 61 procent. Dat is het hoogste percentage sinds het CBS dit in 2019 begon te meten. Dit blijkt uit cijfers van het CBS voor het onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn.

Kort voordat de coronapandemie uitbrak vond ruim de helft van de werknemers in de kinderopvang de werkdruk al (zeer) hoog. In coronajaren 2020 en 2021 waren de kinderopvangcentra meermalen geheel of gedeeltelijk gesloten. Bij de metingen eind 2020 en halverwege 2021 was het percentage dat een (zeer) hoge werkdruk ervoer kleiner.

Vanaf eind 2021, tijdens de laatste maanden waarin coronamaatregelen van kracht waren, hadden steeds meer werknemers in de kinderopvang het gevoel dat ze onder (zeer) hoge druk moesten werken. In die periode nam het aantal openstaande vacatures toe en steeg de vacaturegraad (het aantal vacatures per duizend banen) in de kinderopvang. (Zie ook het nieuwsbericht Meer werknemers in kinderopvang, maar vacaturegraad hoger dan ooit).

Werknemers die werkdruk (zeer) hoog vinden
JaarKwartaalSector zorg en welzijn (%)Kinderopvang (%)
20192e kwartaal43,943,0
20194e kwartaal48,152,0
20202e kwartaal 1)
20204e kwartaal38,942,8
20212e kwartaal42,547,5
20214e kwartaal43,857,0
20222e kwartaal49,561,0
1) In het tweede kwartaal van 2020 is niet gemeten vanwege het begin van de coronapandemie

Kwart kan genoeg aandacht geven aan de kinderen

Hoeveel aandacht werknemers kunnen geven aan de kinderen kan ook iets zeggen over de werkdruk. Ruim een kwart van de werknemers in de kinderopvang vond in het vierde kwartaal van 2021 dat die aandacht voldoende was. Dat was de laagste uitkomst voor deze enquêtevraag naar aandacht voor kinderen, patiënten of cliënten van alle branches in zorg en welzijn. Gemiddeld vond 38 procent van de werknemers uit de sector zorg en welzijn dat zij genoeg aandacht konden besteden aan hun cliënten.

Werknemers die cliënten voldoende aandacht kunnen geven, 4e kwartaal 2021
BranchesVoldoende aandacht voor cliënten (%)
Overige zorg
en welzijn
53,0
Sociaal werk50,5
Geestelijke
gezondheidszorg
44,0
Huisartsen,
gezondheidscentra
40,6
Sector zorg
en welzijn
38,0
Universitair
medische centra
38,0
Gehandicaptenzorg37,7
Jeugdzorg37,4
Verpleeg-,
verzorgingshuizen,
thuiszorg
34,9
Ziekenhuizen en
overige medisch
specialistische zorg
31,6
Kinderopvang27,6

Ziekteverzuim hoger na coronaperiode

In de kinderopvang was het ziekteverzuim in het derde kwartaal van 2022 met 7,3 procent hoger dan gemiddeld voor Nederland (5,0 procent), en ook hoger dan gemiddeld in de sector zorg en welzijn (7,1 procent).

Voor 2019 verzuimden werknemers in de kinderopvang doorgaans minder dan gemiddeld in de sector zorg en welzijn. Een uitzondering hierop was de periode tussen 2013 en 2015. Na de coronajaren 2020 en 2021 kwam het ziekteverzuim in de kinderopvang boven het gemiddelde van zorg en welzijn te liggen, met als uitschieter een verzuimpercentage van 10 in het eerste kwartaal van 2022.

Ziekteverzuim
JaarKwartaalAlle bedrijfstakken (%)Sector zorg en welzijn (%)Kinderopvang (incl. peuterspeelzaalwerk) (%)
20101e kwartaal4,45,75,1
20102e kwartaal4,05,04,2
20103e kwartaal3,94,73,9
20104e kwartaal4,45,44,8
20111e kwartaal4,65,85,3
20112e kwartaal4,15,04,5
20113e kwartaal3,84,74,6
20114e kwartaal4,25,34,8
20121e kwartaal4,45,55,1
20122e kwartaal3,94,94,7
20123e kwartaal3,64,54,3
20124e kwartaal4,15,04,8
20131e kwartaal4,55,75,7
20132e kwartaal3,84,64,7
20133e kwartaal3,54,34,6
20134e kwartaal3,94,75,1
20141e kwartaal4,05,15,4
20142e kwartaal3,74,75,3
20143e kwartaal3,54,44,8
20144e kwartaal4,05,15,5
20151e kwartaal4,45,65,4
20152e kwartaal3,74,84,5
20153e kwartaal3,54,54,3
20154e kwartaal3,95,04,7
20161e kwartaal4,35,85,3
20162e kwartaal3,84,94,4
20163e kwartaal3,54,64,0
20164e kwartaal4,15,35,0
20171e kwartaal4,35,74,9
20172e kwartaal3,95,14,6
20173e kwartaal3,74,94,4
20174e kwartaal4,25,65,1
20181e kwartaal4,96,56,3
20182e kwartaal4,15,45,4
20183e kwartaal3,95,15,0
20184e kwartaal4,35,85,5
20191e kwartaal4,76,15,8
20192e kwartaal4,35,75,2
20193e kwartaal4,05,35,0
20194e kwartaal4,55,95,6
20201e kwartaal5,26,67,0
20202e kwartaal4,56,15,8
20203e kwartaal4,45,96,0
20204e kwartaal4,96,96,9
20211e kwartaal4,86,86,9
20212e kwartaal4,76,56,9
20213e kwartaal4,66,36,5
20214e kwartaal5,47,57,5
20221e kwartaal6,38,910,0
20222e kwartaal5,47,57,7
20223e kwartaal5,07,17,3

Ruim twee derde van de werknemers tevreden met werk

Terwijl de ervaren werkdruk en het ziekteverzuim stegen tussen 2019 en 2022, nam in dezelfde periode de tevredenheid met het werk in de kinderopvang af.
In het tweede kwartaal van 2019 was 78 procent (zeer) tevreden met het werk. Precies drie jaar later was dat 68 procent. In 2019 was dat gelijk aan het gemiddelde percentage voor zorg en welzijn, in 2022 lag het 5 procentpunt onder het gemiddelde voor de sector (73 procent).

Werknemers die (zeer) tevreden zijn met het werk
 PeriodenSector zorg en welzijn (%)Kinderopvang (%)
20192e kwartaal77,878,3
20194e kwartaal77,675,8
20202e kwartaal
20204e kwartaal80,677,8
20212e kwartaal80,577,7
20214e kwartaal76,369,7
20222e kwartaal72,967,9
1) In het tweede kwartaal van 2020 is niet gemeten vanwege het begin van de coronapandemie

Hoge waardering voor inhoud van het werk

Ondanks de daling van de algemene tevredenheid over het werk bleef de inhoud van het werk in de kinderopvang onverminderd hoog gewaardeerd. In alle door het CBS gemeten perioden waren ruim 9 op de 10 werknemers het er (helemaal) mee eens dat zij inhoudelijk leuk werk hadden. Ook het aandeel werknemers dat het werk erg zinvol vond, was in het vierde kwartaal van 2021 met 84 procent onverminderd hoog.

Het aandeel werknemers in de kinderopvang dat enthousiast is over de eigen baan bleef ook vrijwel gelijk, met 79 procent in 2019 en 77 procent eind 2021. Dat komt overeen met het gemiddelde aandeel van werknemers in de sector zorg en welzijn, in alle gemeten perioden rond de 79 procent.