Doodsoorzaak
Met de doodsoorzaak wordt de onderliggende doodsoorzaak bedoeld. De onderliggende doodsoorzaak is (a) de ziekte of aandoening waarmee de reeks van gebeurtenissen die uiteindelijk het overlijden van de persoon veroorzaakte een aanvang nam of (b) de omstandigheden van het ongeval of geweld dat het letsel waardoor de persoon overleed veroorzaakte. De doodsoorzaak wordt gecodeerd volgens internationaal afgesproken ICD-10 codes van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).
Voor COVID-19 (Corona Virus ziekte 2019) zijn nieuwe codes uitgegeven.
Classificatie en codering COVID-19 volgens richtlijnen WHO
Nieuwe ICD-10-codes voor COVID-19:
- U07.1 COVID-19, virus geïdentificeerd
- U07.2 COVID-19, virus niet geïdentificeerd
- Klinisch-epidemiologisch gediagnosticeerde COVID-19
- Waarschijnlijk COVID-19
- Vermoedelijke COVID-19
Hoewel beide categorieën, U07.1 (COVID-19, virus geïdentificeerd) en U07.2 (COVID-19, virus niet geïdentificeerd), geschikt zijn voor doodsoorzaakcodering, wordt erkend dat in veel landen de laboratoriumbevestiging van COVID-19 níét wordt vermeld op het doodsoorzaakformulier. Bij gebrek aan dit detail wordt aanbevolen, alleen voor gebruik in de doodsoorzaakregistratie, om COVID-19 voorlopig te coderen als U07.1, tenzij dit wordt vermeld als ‘waarschijnlijk’ of ‘vermoedelijk’. In dat geval wordt de doodsoorzaak gecodeerd als U07.2.
Definitie overlijden aan COVID-19
Om COVID-19-sterfte goed in kaart te brengen wordt voor statistische doeleinden een overlijden als gevolg van COVID-19 gedefinieerd als een overlijden aan een klinisch compatibele ziekte, in het geval van bevestigde of vermoedelijke/waarschijnlijke COVID-19, tenzij er een duidelijke andere doodsoorzaak is die niet gerelateerd kan zijn aan COVID-19 (bijvoorbeeld lichamelijk letsel door een ongeluk). Er mag geen periode van volledig herstel van COVID-19 zijn tussen ziekte en overlijden.