Overheidsschuld duikt eind derde kwartaal onder 50 procent van het bbp

binnenhof Den Haag
© Hollandse Hoogte / Lex van Lieshout
De overheidsschuld als percentage van het bruto binnenlands product kwam aan het eind van het derde kwartaal uit op 49 procent. Dit is ruim 3 procentpunt lager dan begin van het jaar. Het saldo van inkomsten en uitgaven van de overheid over de eerste drie kwartalen kwam uit op een plus van 7 miljard euro. Vorig jaar had de overheid over deze periode nog een tekort van 20 miljard euro. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers over de overheidsfinanciën.

Ondanks het overschot van 7 miljard euro over de eerste drie kwartalen, nam de schuld van de overheid in 2022 toe. De schuld kwam eind september uit op 451 miljard euro, 2 miljard euro meer dan aan het begin van het jaar. Het overschot werd dus niet voor aflossing van schulden aangewend, maar belandde grotendeels op bankrekeningen en deposito’s. De stand op bankrekeningen en deposito’s was aan het eind van het derde kwartaal 5 miljard euro hoger dan aan het begin van het jaar.

De daling van de schuldquote kwam doordat het bbp als gevolg van de inflatie sterker toenam dan de schuld. De schuldquote is nagenoeg weer op het niveau van net voor de coronacrisis. Eind 2019 bedroeg de schuldquote 48,5 procent.

Schuldquote
JaarKwartaalEMU-norm (% bbp)Schuldquote (% bbp)
20081e kwartaal6043,9
20082e kwartaal6043,8
20083e kwartaal6044,1
20084e kwartaal6054,7
20091e kwartaal6057,5
20092e kwartaal6056,6
20093e kwartaal6057,2
20094e kwartaal6056,8
20101e kwartaal6057,6
20102e kwartaal6059,2
20103e kwartaal6059,0
20104e kwartaal6059,3
20111e kwartaal6059,4
20112e kwartaal6060,4
20113e kwartaal6061,1
20114e kwartaal6061,7
20121e kwartaal6062,5
20122e kwartaal6063,9
20123e kwartaal6064,9
20124e kwartaal6066,2
20131e kwartaal6066,6
20132e kwartaal6068,3
20133e kwartaal6067,8
20134e kwartaal6067,7
20141e kwartaal6067,1
20142e kwartaal6068,5
20143e kwartaal6068,1
20144e kwartaal6067,9
20151e kwartaal6068,9
20152e kwartaal6066,7
20153e kwartaal6065,8
20154e kwartaal6064,6
20161e kwartaal6064,3
20162e kwartaal6063,2
20163e kwartaal6061,7
20164e kwartaal6061,9
20171e kwartaal6059,7
20172e kwartaal6059,0
20173e kwartaal6057,2
20174e kwartaal6057,0
20181e kwartaal6055,2
20182e kwartaal6054,1
20183e kwartaal6053,0
20184e kwartaal6052,4
20191e kwartaal6050,8
20192e kwartaal6050,9
20193e kwartaal6049,2
20194e kwartaal6048,5
20201e kwartaal6049,4
20202e kwartaal6055,1
20203e kwartaal6055,3
20204e kwartaal6054,7
2021*1e kwartaal6055,2
2021*2e kwartaal6054,5
2021*3e kwartaal6052,8
2021*4e kwartaal6052,4
2022*1e kwartaal6050,7
2022*2e kwartaal6050,8
2022*3e kwartaal6049,0
* voorlopige cijfers

Inkomsten overheid 11 procent toegenomen

De overheidsinkomsten over de eerste drie kwartalen zijn 31 miljard euro hoger dan vorig jaar in dezelfde periode. Dit is een stijging van 11 procent. De uitgaven namen minder toe, met 4 miljard euro, oftewel 1 procent. Zo verbeterde het overheidssaldo met 27 miljard euro ten opzichte van de eerste drie kwartalen van 2021, toen er een tekort was van 20 miljard euro. Het overheidssaldo na drie kwartalen bedraagt dit jaar 7 miljard euro.

Overheidssaldo
JaarKwartaalOverheidssaldo (mld euro)
20081e kwartaal2,596
20082e kwartaal-2,865
20083e kwartaal-2,128
20084e kwartaal3,204
20091e kwartaal-3,806
20092e kwartaal-9,552
20093e kwartaal-11,926
20094e kwartaal-7,312
20101e kwartaal-5,854
20102e kwartaal-10,885
20103e kwartaal-13,203
20104e kwartaal-4,188
20111e kwartaal-1,664
20112e kwartaal-11,438
20113e kwartaal-9,442
20114e kwartaal-6,346
20121e kwartaal-0,744
20122e kwartaal-9,604
20123e kwartaal-11,087
20124e kwartaal-4,238
20131e kwartaal1,071
20132e kwartaal-7,347
20133e kwartaal-8,667
20134e kwartaal-4,585
20141e kwartaal0,55
20142e kwartaal-6,978
20143e kwartaal-6,535
20144e kwartaal-2,173
20151e kwartaal1,844
20152e kwartaal-7,046
20153e kwartaal-6,532
20154e kwartaal-1,677
20161e kwartaal3,583
20162e kwartaal-2,181
20163e kwartaal-2,615
20164e kwartaal2,112
20171e kwartaal8,899
20172e kwartaal-1,281
20173e kwartaal-0,785
20174e kwartaal3,288
20181e kwartaal11,736
20182e kwartaal0,092
20183e kwartaal0,512
20184e kwartaal-0,712
20191e kwartaal13,209
20192e kwartaal0,302
20193e kwartaal-1,226
20194e kwartaal2,343
20201e kwartaal10,181
20202e kwartaal-20,385
20203e kwartaal-9,062
20204e kwartaal-10,322
2021*1e kwartaal-2,277
2021*2e kwartaal-10,282
2021*3e kwartaal-7,681
2021*4e kwartaal-2,088
2022*1e kwartaal7,068
2022*2e kwartaal3,372
2022*3e kwartaal-3,465
* voorlopige cijfers

De opbrengsten uit belastingen en wettelijke premies stegen de afgelopen drie kwartalen vergeleken met de eerste drie kwartalen van 2021 met 22 miljard euro, oftewel 9 procent. Deze stijging is in lijn met de toename van het bbp. Hogere winsten, hogere lonen en hogere prijzen vertalen zich rechtstreeks naar hogere belastinginkomsten voor de staat. De overige inkomsten namen met bijna 9 miljard euro toe, een stijging van 29 procent. Dit kwam vooral door hogere aardgasbaten.

Uitgaven licht gestegen, ondanks aflopen coronasubsidies

Bij de uitgaven zijn de subsidies over de eerste drie kwartalen met 13 miljard euro afgenomen. Het aflopen van de coronasubsidies zoals de NOW (tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid) en de TVL (Tegemoetkoming Vaste Lasten) zorgden voor deze sterke afname. De andere uitgaven namen per saldo met ruim 16 miljard euro toe. De beloning van overheidswerknemers steeg met 8 procent, oftewel 4 miljard euro. Aan sociale uitkeringen, waartoe ook de zorguitgaven worden gerekend, werd 5 miljard euro meer besteed. Verder gaf de overheid 7 miljard euro meer uit als gevolg van verschillende incidentele uitgaven. Zo moest staatsbedrijf EBN kosten maken voor aardgasopslag in de Bergermeer en vennootschapsbelasting over de aardgaswinsten betalen. Onder de incidentele uitgaven vielen ook verschillende compensatiemaatregelen van de overheid. Een voorbeeld is de compensatie aan spaarders voor in het verleden te veel betaalde belasting over spaargelden als gevolg van een rechterlijke uitspraak (box 3 arrest).

Overheidsinkomsten en -uitgaven op jaarbasis1)
JaarKwartaalInkomsten (mld euro)Uitgaven (mld euro)
20081e kwartaal269,1269,0
20082e kwartaal274,0273,3
20083e kwartaal278,8276,5
20084e kwartaal282,1281,3
20091e kwartaal280,1285,7
20092e kwartaal275,8288,1
20093e kwartaal272,6294,7
20094e kwartaal266,7299,3
20101e kwartaal266,4301,0
20102e kwartaal270,2306,2
20103e kwartaal269,9307,2
20104e kwartaal273,7307,9
20111e kwartaal277,7307,7
20112e kwartaal276,9307,4
20113e kwartaal280,7307,5
20114e kwartaal277,7306,6
20121e kwartaal278,2306,2
20122e kwartaal280,4306,5
20123e kwartaal279,0306,7
20124e kwartaal281,4307,0
20131e kwartaal284,6308,5
20132e kwartaal287,1308,7
20133e kwartaal290,5309,7
20134e kwartaal289,8309,4
20141e kwartaal289,2309,3
20142e kwartaal290,6310,3
20143e kwartaal291,6309,2
20144e kwartaal294,4309,5
20151e kwartaal296,4310,2
20152e kwartaal295,9309,9
20153e kwartaal296,0309,9
20154e kwartaal296,1309,5
20161e kwartaal297,7309,4
20162e kwartaal303,0309,8
20163e kwartaal307,9310,8
20164e kwartaal310,1309,2
20171e kwartaal315,1308,9
20172e kwartaal316,7309,6
20173e kwartaal319,4310,4
20174e kwartaal323,5313,4
20181e kwartaal329,0316,1
20182e kwartaal333,3318,9
20183e kwartaal337,5321,9
20184e kwartaal338,9327,2
20191e kwartaal345,1332,0
20192e kwartaal348,9335,5
20193e kwartaal351,8340,2
20194e kwartaal357,1342,5
20201e kwartaal357,1345,5
20202e kwartaal350,2359,3
20203e kwartaal349,7366,6
20204e kwartaal351,4381,0
2021*1e kwartaal350,8392,8
2021*2e kwartaal361,2393,2
2021*3e kwartaal367,1397,7
2021*4e kwartaal376,7399,1
2022*1e kwartaal384,2397,2
2022*2e kwartaal398,5397,8
2022*3e kwartaal407,5402,6
1) gemeten als de som van vier kwartalen

Het overheidssaldo en de schuldquote zijn belangrijke graadmeters voor de stand van de overheidsfinanciën in een land. De Europese normen hiervoor zijn een maximaal tekort van 3 procent over een kalenderjaar en een maximale schuld van 60 procent van het bbp aan het eind van het jaar. Vanwege de uitzonderlijke omstandigheden als gevolg van de coronapandemie heeft de Europese Commissie de Europese begrotingsregels echter tijdelijk opgeschort. Het ministerie van Financiën gaat in de Najaarsnota van eind november uit van een overheidssaldo over 2022 van -1,0 procent van het bbp en een schuld ultimo 2022 van 50,4 procent van het bbp.