Economie krimpt in derde kwartaal 2022 met 0,2 procent
De investeringen daalden met 1,7 procent. Verder daalde de overheidsconsumptie een fractie, terwijl huishoudens 0,1 procent meer hebben besteed dan in het tweede kwartaal van 2022. De uitvoer en invoer van goederen en diensten namen met respectievelijk 0,9 en 1,0 procent toe.
Vooral de financiële dienstverlening, de bedrijfstak handel, vervoer en horeca en de bouwnijverheid droegen negatief bij aan de economische ontwikkeling, terwijl de zakelijke dienstverlening de meest positieve bijdrage leverde.
Jaar | Kwartaal | Index (2015=100) |
---|---|---|
2015 | 1e kwartaal | 99,6 |
2015 | 2e kwartaal | 99,9 |
2015 | 3e kwartaal | 100,2 |
2015 | 4e kwartaal | 100,3 |
2016 | 1e kwartaal | 101,2 |
2016 | 2e kwartaal | 101,4 |
2016 | 3e kwartaal | 102,6 |
2016 | 4e kwartaal | 103,4 |
2017 | 1e kwartaal | 104 |
2017 | 2e kwartaal | 104,9 |
2017 | 3e kwartaal | 105,6 |
2017 | 4e kwartaal | 106,4 |
2018 | 1e kwartaal | 106,9 |
2018 | 2e kwartaal | 107,6 |
2018 | 3e kwartaal | 107,8 |
2018 | 4e kwartaal | 108,3 |
2019 | 1e kwartaal | 109 |
2019 | 2e kwartaal | 109,5 |
2019 | 3e kwartaal | 109,9 |
2019 | 4e kwartaal | 110,4 |
2020 | 1e kwartaal | 108,7 |
2020 | 2e kwartaal | 100,1 |
2020 | 3e kwartaal | 106,5 |
2020 | 4e kwartaal | 106,5 |
2021 | 1e kwartaal | 106,5 |
2021 | 2e kwartaal | 110,4 |
2021 | 3e kwartaal | 112,4 |
2021 | 4e kwartaal | 113,1 |
2022 | 1e kwartaal | 113,4 |
2022 | 2e kwartaal | 116,2 |
2022 | 3e kwartaal | 115,9 |
Het vervolg van het nieuwsbericht gaat over de ontwikkeling van de economie t.o.v. het derde kwartaal van 2021
Bbp 3,1 procent groter dan in het derde kwartaal van 2021
Volgens de eerste berekening was het bbp in het derde kwartaal van dit jaar 3,1 procent groter dan een jaar eerder. Vooral het handelssaldo, de consumptie door huishoudens en de investeringen droegen bij aan deze groei. In het derde kwartaal van 2022 waren er geen coronamaatregelen meer, terwijl in het derde kwartaal van 2021 nog wel wat restricties golden.
Jaar | Kwartaal | (%-verandering t.o.v. jaar eerder) |
---|---|---|
2015 | 1e kwartaal | 1,9 |
2015 | 2e kwartaal | 2,1 |
2015 | 3e kwartaal | 2,5 |
2015 | 4e kwartaal | 1,4 |
2016 | 1e kwartaal | 2,1 |
2016 | 2e kwartaal | 2,3 |
2016 | 3e kwartaal | 2,1 |
2016 | 4e kwartaal | 2,2 |
2017 | 1e kwartaal | 3,2 |
2017 | 2e kwartaal | 3 |
2017 | 3e kwartaal | 2,8 |
2017 | 4e kwartaal | 2,6 |
2018 | 1e kwartaal | 2,6 |
2018 | 2e kwartaal | 2,7 |
2018 | 3e kwartaal | 2,2 |
2018 | 4e kwartaal | 1,9 |
2019 | 1e kwartaal | 1,8 |
2019 | 2e kwartaal | 1,9 |
2019 | 3e kwartaal | 2,1 |
2019 | 4e kwartaal | 2 |
2020 | 1e kwartaal | -0,1 |
2020 | 2e kwartaal | -8,7 |
2020 | 3e kwartaal | -3,3 |
2020 | 4e kwartaal | -3,3 |
2021 | 1e kwartaal | -2,2 |
2021 | 2e kwartaal | 10,2 |
2021 | 3e kwartaal | 5,4 |
2021 | 4e kwartaal | 6,2 |
2022 | 1e kwartaal | 6,7 |
2022 | 2e kwartaal | 5,1 |
2022 | 3e kwartaal | 3,1 |
Meer diensten en machines geëxporteerd
De uitvoer van goederen en diensten lag in het derde kwartaal 3,7 procent hoger dan een jaar eerder. Met name de uitvoer van diensten, waaronder bestedingen van niet-ingezetenen in Nederland, was hoger. Daarnaast zijn er meer machines, transport- en voedingsmiddelen geëxporteerd. De export van Nederlands fabricaat kromp met ongeveer 1 procent, terwijl de wederuitvoer (de uitvoer van eerder ingevoerde producten) met circa 4 procent groeide.
De invoer van goederen en diensten was 2,0 procent hoger. Het handelssaldo had een positieve bijdrage aan de economische groei.
Consumenten geven meer uit aan cultuur, recreatie, horeca en vervoer
Consumenten hebben in het afgelopen kwartaal 2,3 procent meer besteed dan in het derde kwartaal van 2021. Ze gaven vooral meer uit aan diensten zoals cultuur en recreatie, horeca en vervoer en communicatie. Aan duurzame goederen, zoals woninginrichtingsartikelen en vervoermiddelen, en voeding hebben ze echter minder besteed dan een jaar eerder.
De consumptie door de overheid was iets hoger dan een jaar eerder. Dat is vooral toe te schrijven aan de paramedische en ouderenzorg. Daarentegen is door de gemeentelijke gezondheidsdiensten minder getest op het coronavirus en waren er geen grootschalige vaccinatiecampagnes.
Meer investeringen in bedrijfsgebouwen en vliegtuigen
In het derde kwartaal van 2022 lagen de investeringen in vaste activa 3,5 procent hoger dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Er werd vooral meer geïnvesteerd in bedrijfsgebouwen en vliegtuigen. Ook de investeringen in software en machines lagen hoger dan een jaar eerder.
Categorie | 2022-III (%-verandering t.o.v. jaar eerder) | 2022-II (%-verandering t.o.v. jaar eerder) |
---|---|---|
Bruto binnenlands product | 3,1 | 5,1 |
Invoer goederen en diensten | 2 | 5,2 |
Uitvoer goederen en diensten | 3,7 | 6,3 |
Investeringen in vaste activa | 3,5 | 5,3 |
Consumptie huishoudens | 2,3 | 7 |
Consumptie overheid | 0,3 | -0,5 |
Sector cultuur, sport en recreatie noteert grootste groei
De toegevoegde waarde (het verschil tussen productie en verbruik van energie, materialen en diensten) van de bedrijfstak cultuur, sport, recreatie en overige diensten groeide in het derde kwartaal van 2022 met ruim 22 procent en daarmee het hardst van alle bedrijfstakken. De groei wordt breed gedragen in deze sector. Een jaar eerder had de bedrijfstak nog te kampen met wat coronarestricties.
De zakelijke dienstverlening groeide met 8,5 procent. De specialistische zakelijke dienstverlening (zoals management- en adviesbureaus, en architecten- en ingenieursbureaus) en de reisbranche droegen sterk bij aan deze groei.
De industrie groeide met 3,5 procent. Vooral de machine-, de elektrotechnische en de transportmiddelenindustrie leverden hieraan een bijdrage. De bouwsector boekte een groei van 2 procent.
De toegevoegde waarde van de handel, vervoer en horeca lag in het derde kwartaal 2,4 procent hoger dan een jaar eerder. Het vervoer (vooral luchtvaart en spoorvervoer) en de horeca groeiden. De toegevoegde waarde van de handel kromp echter licht.
2022-III (%-verandering t.o.v. jaar eerder) | 2022-II (%-verandering t.o.v. jaar eerder) | |
---|---|---|
Cultuur, sport, recreatie en overige diensten | 22,3 | 40,5 |
Energiebedrijven | 10,5 | 9,8 |
Zakelijke dienstverlening | 8,5 | 9,7 |
Informatie en communicatie | 4,3 | 4 |
Verhuur en handel onroerend goed | 4,2 | 4 |
Industrie | 3,5 | 4,6 |
Handel, horeca, vervoer en opslag | 2,4 | 9,3 |
Bouwnijverheid | 2 | 3,3 |
Overheid, onderwijs en zorg | 1,7 | 1,6 |
Landbouw, bosbouw en visserij | -0,3 | -2,7 |
Water en afval | -2,1 | -2,1 |
Financiële instellingen | -4,9 | -0,9 |
Delfstoffenwinning | -10 | -16,1 |
Eerste berekening
De eerste berekening, 45 dagen na afloop van een kwartaal, wordt gepubliceerd op basis van de dan beschikbare informatie. Hiermee geeft het CBS een eerste beeld van de stand van de Nederlandse economie. Na deze eerste berekening komt voortdurend meer informatie beschikbaar over de Nederlandse economie, die vervolgens wordt verwerkt in nieuwe berekeningen. De tweede berekening van de economische groei maakt het CBS bekend op vrijdag 23 december. De absolute bijstelling van de tweede berekening ten opzichte van de eerste berekening was de afgelopen vijf jaar (2017-2021) gemiddeld 0,09 procentpunt. De twee uitersten bedroegen -0,3 en 0,7 procentpunt, allebei in 2021.
Bij elke nieuwe berekening bepaalt het CBS ook de nieuwe seizoengecorrigeerde cijfers van de eerder gepubliceerde kwartalen. De groeicijfers van de zes voorgaande kwartalen zijn bijgesteld.
Bronnen
- StatLine - Bbp, productie en bestedingen; kwartalen, mutaties, nationale rekeningen
- StatLine - Arbeidsvolume en werkzame personen, kwartalen; nationale rekeningen
Relevante links
- Achtergrond - Bijstellingen nationale rekeningen: algemeen overzicht
- Dossier - Conjunctuur