Sociaal uitgeslotenen na 10 jaar nog steeds vaak in kwetsbare situatie

39334878714d654545426a75457a337a776b5a6e54513d3d
© Phil Nijhuis
In 2020 bevond een groot deel van de mensen die in 2010 op meerdere fronten het minst goed mee konden komen in de maatschappij (sociaal uitgesloten) zich nog steeds in een kwetsbare situatie. Zij hadden ook dan nog vaak een laag inkomen en waren vaak afhankelijk van een uitkering. Dat geldt vooral voor sociaal uitgesloten mensen die in 2010 ouder dan 30 waren, de jongere groep stond er na tien jaar vaker beter voor. Dit blijkt uit nieuwe analyses van het CBS uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Sociaal uitgeslotenen zijn mensen die op meerdere fronten aan de kant staan. Zij hebben bijvoorbeeld betaalachterstanden, niet genoeg geld om eens in de twee dagen warm te eten, maar ook heel weinig sociaal contact, gaan niet stemmen, krijgen geen professionele hulpverlening als dat nodig is of vinden sociaal onwenselijk gedrag acceptabel.

In 2010 is onderzoek gedaan naar deze groep met een extra set vragen in de enquête European Union-Statistics on Income and Living Conditions (EU-SILC). Bijna 600 duizend mensen werden als sociaal uitgesloten ingedeeld. In het huidige onderzoek is met aanvullende gegevens uit registers nagegaan hoe deze groep er tien jaar later voor staat. Het rapport Uitsluiting in sociaaleconomisch perspectief gaat hier dieper op in.

Inkomenspositie van sociaal uitgeslotenen1)
JaarLeeftijd1e (laagste) 20%-groep (%)2e 20%-groep (%)3e 20%-groep (%)4e 20%-groep (%)5e (hoogste) 20%-groep (%)
201016 tot 30 jaar27,930,316,714,111,0
201030 jaar of ouder42,328,315,210,93,3
202016 tot 30 jaar24,916,710,839,87,8
202030 jaar of ouder37,630,016,113,33,0
1) Het gestandaardiseerd huishoudensinkomen van in 2010 sociaal uitgeslotenen

Inkomenspositie jongere uitgesloten mensen na 10 jaar verbeterd

Van de jongere sociaal uitgeslotenen (16 tot 30 jaar) had in 2010 nog 58 procent een inkomen in de laagste twee inkomensgroepen, waar gemiddeld 40 procent van de bevolking in valt. Tien jaar later is dat aandeel gedaald naar 42 procent. Dat is een verbetering, maar het is nog wel twee keer zo hoog als bij hun leeftijdsgenoten die niet sociaal uitgesloten waren. Bij de 30-plussers is geen verandering te zien: zowel in 2010 als in 2020 hadden 7 op de 10 sociaal uitgesloten mensen een inkomen in een van de laagste twee categorieën.

Jonge uitgeslotenen na 10 jaar vaker uitkering

Van de in 2010 sociaal uitgesloten jongere mensen (16 tot 30 jaar) had 4 procent een uitkering als belangrijkste inkomensbron (bijvoorbeeld bijstand of een WW-uitkering). Dat gold ook voor niet-uitgesloten jonge mensen. Tien jaar later was dat heel anders: toen was 23 procent van de sociaal uitgeslotenen en 7 procent van de niet-uitgeslotenen afhankelijk van een uitkering.

Van de sociaal uitgesloten 16- tot 30-jarigen volgde in 2010 met 23 procent een kleiner deel een opleiding dan de niet-uitgeslotenen (41 procent). Ze waren juist vaker werkzaam. Tien jaar later werkte bijna 90 procent van de niet-uitgeslotenen, en hadden met 76 procent de destijds sociaal uitgeslotenen minder vaak inkomen uit werk.

Belangrijkste inkomensbron 16- tot 30-jarigen
JaarGroepWerkzaamUitkering sociale voorziening
(bijv. bijstand of WIA)
Werkloosheids-, ziekte- of
arbeidsongeschiktheidsuitkering
SchoolgaandOverig zonder inkomen
2010Sociaal uitgesloten64,93,01,223,37,6
2010Niet uitgesloten52,22,40,741,53,3
2020Sociaal uitgesloten (in 2010)75,918,54,40,01,3
2020Niet uitgesloten (in 2010)89,74,82,01,02,6

Bij de sociaal uitgesloten 30-plussers was het beeld minder rooskleurig en veranderde er minder dan bij de jongere groep; van hen was in 2010 42 procent werkzaam en ontving ruim de helft een uitkering. Deze percentages waren in 2020 nagenoeg hetzelfde.