Overheidsoverschot van 10 miljard euro in eerste halfjaar 2022

Ministerie van Financien
© Hollandse Hoogte
De Nederlandse overheid realiseerde in de eerste helft van 2022 een overschot van ruim 10 miljard euro. Halverwege vorig jaar was er nog een tekort van 13 miljard euro. De overheidsschuld kwam aan het eind van het eerste halfjaar van 2022 uit op 458 miljard euro, 9 miljard euro meer dan aan het begin van het jaar. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers over de overheidsfinanciën.

Na twee coronajaren met tekorten schrijft de overheid weer zwarte cijfers over het eerste halfjaar. De afgelopen twintig jaar behaalde de overheid alleen in 2018 en 2019 hogere overschotten over het eerste halfjaar. Wel worden in de tweede helft van 2022 extra uitgaven van de overheid verwacht. De miljoenennota 2023 van het ministerie van Financiën gaat uit van een tekort van 8,5 miljard euro voor heel 2022, oftewel 0,9 procent van het bruto binnenlands product (bbp). 

Overheidssaldo
JaarEerste halfjaar (mld euro)Tweede halfjaar (mld euro)
2006-2,5892,398
2007-2,3800,944
2008-0,2691,076
2009-13,358-19,238
2010-16,739-17,391
2011-13,102-15,788
2012-10,348-15,325
2013-6,276-13,252
2014-6,428-8,708
2015-5,202-8,209
20161,402-0,503
20177,6182,503
201811,828-0,200
201913,5111,117
2020-10,204-19,384
2021*-12,559-9,769
2022*10,364
* voorlopige cijfers

Inkomsten overheid 12 procent toegenomen

De overheidsinkomsten stegen het eerste halfjaar met 12 procent, oftewel 22 miljard euro, ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder. Ruim 17 miljard euro van de toename kwam uit belastingen en wettelijke premies. Met name de vennootschapsbelasting en de btw droegen bij aan deze toename, respectievelijk met bijna 7 miljard euro en bijna 5 miljard euro. Ook stegen de inkomsten uit de loon- en inkomstenheffing met 4 miljard euro. De opbrengsten uit de energiebelasting namen daarentegen door lagere tarieven en iets minder verbruik met 1 miljard euro af. De collectievelastendruk bedroeg 39,3 procent van het bbp. Vanaf 2020 bedraagt de collectievelastendruk meer dan 39 procent. Tien jaar geleden was de lastendruk 4 procentpunt lager. 

De overige inkomsten namen met 4 miljard euro toe. Hogere aardgasprijzen hebben geleid tot 3 miljard euro meer aan opbrengsten uit aardgas.

Belasting- en premiedruk
JaarCollectieve lastendruk (% bbp)
200635,7
200735,2
200835,6
200934,8
201035,2
201135,1
201235,3
201335,8
201436,7
201536,5
201638,0
201738,3
201838,4
201938,8
202039,4
2021*39,2
2022* 39,3
* eerste halfjaar, voorlopige cijfers
 

Uitgaven licht afgenomen

De overheidsuitgaven zijn het eerste halfjaar met 1 miljard euro licht afgenomen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Vanaf 2017 zijn de uitgaven na jarenlange stabilisatie toegenomen. De laatste twee jaar was de toename nog sterker als gevolg van de corona-uitgaven. De afname in de eerste helft van 2022 lijkt een tijdelijke trendbreuk omdat op basis van de recente miljoenennota extra uitgaven in de tweede helft van 2022 en in 2023 worden verwacht. 

Door de afbouw van de coronamaatregelen van het Rijk zijn de subsidies in de eerste helft van 2022 bijna 10 miljard euro lager dan vorig jaar in dezelfde periode. Tegenover deze lagere lasten stonden hogere uitgaven, vooral aan beloningen van overheidspersoneel en aan uitkeringen en zorg, tezamen 6 miljard euro meer dan halverwege vorig jaar. Daarnaast namen de kapitaaloverdrachten met 2 miljard euro fors toe, onder meer door compensatie van de NAM in het kader van aardgasopslag in Norg.

Overheidsinkomsten en -uitgaven, per halfjaar
JaarHalfjaarInkomsten (mld euro)Uitgaven (mld euro)
20061e halfjaar123,7126,3
20062e halfjaar129,8127,4
20071e halfjaar129,7132,1
20072e halfjaar133,2132,3
20081e halfjaar140,8141,0
20082e halfjaar141,3140,2
20091e halfjaar134,5147,8
20092e halfjaar132,2151,4
20101e halfjaar138,0154,8
20102e halfjaar135,7153,1
20111e halfjaar141,2154,3
20112e halfjaar136,6152,4
20121e halfjaar143,8154,2
20122e halfjaar137,5152,9
20131e halfjaar149,5155,8
20132e halfjaar140,3153,6
20141e halfjaar150,3156,7
20142e halfjaar144,0152,7
20151e halfjaar151,9157,1
20152e halfjaar144,1152,4
20161e halfjaar158,8157,4
20162e halfjaar151,3151,8
20171e halfjaar165,4157,8
20172e halfjaar158,1155,6
20181e halfjaar175,2163,3
20182e halfjaar163,7163,9
20191e halfjaar185,2171,6
20192e halfjaar172,0170,8
20201e halfjaar178,2188,4
20202e halfjaar173,2192,6
2021*1e halfjaar188,1200,6
2021*2e halfjaar188,7198,5
2022*1e halfjaar209,7199,3
* voorlopige cijfers
 

Schuldquote eerste halfjaar gedaald

Ondanks het overschot van 10 miljard euro nam in het eerste halfjaar de schuld van de overheid toe, met 9 miljard euro tot 458 miljard euro. Het overtollige geld heeft de overheid gestald op bankrekeningen en deposito’s, die met 16 miljard euro zijn toegenomen.

De schuld als percentage van het bbp kwam aan het eind van het tweede kwartaal van 2022 uit op 50,9 procent van het bbp. Dit is een daling van 1,6 procentpunt ten opzichte van eind 2021. Weliswaar nam de schuld in euro’s toe, maar het bbp is afgelopen halfjaar veel sterker toegenomen. De schuldquote bereikte tijdens de coronacrisis, aan het eind van het derde kwartaal van 2020, nog een top van 55,3 procent. Nu nadert de schuldquote de laagste stand sinds de kredietcrisis, die eind 2019 werd genoteerd. Toen bedroeg de schuldquote 48,5 procent. 

Schuldquote
JaarKwartaalEMU-norm (% bbp)Schuldquote (% bbp)
20081e kwartaal6043,9
20082e kwartaal6043,8
20083e kwartaal6044,1
20084e kwartaal6054,7
20091e kwartaal6057,5
20092e kwartaal6056,6
20093e kwartaal6057,2
20094e kwartaal6056,8
20101e kwartaal6057,6
20102e kwartaal6059,2
20103e kwartaal6059,0
20104e kwartaal6059,3
20111e kwartaal6059,4
20112e kwartaal6060,4
20113e kwartaal6061,1
20114e kwartaal6061,7
20121e kwartaal6062,5
20122e kwartaal6063,9
20123e kwartaal6064,9
20124e kwartaal6066,2
20131e kwartaal6066,6
20132e kwartaal6068,3
20133e kwartaal6067,8
20134e kwartaal6067,7
20141e kwartaal6067,1
20142e kwartaal6068,5
20143e kwartaal6068,1
20144e kwartaal6067,9
20151e kwartaal6068,9
20152e kwartaal6066,7
20153e kwartaal6065,8
20154e kwartaal6064,6
20161e kwartaal6064,3
20162e kwartaal6063,2
20163e kwartaal6061,7
20164e kwartaal6061,9
20171e kwartaal6059,7
20172e kwartaal6059,0
20173e kwartaal6057,2
20174e kwartaal6057,0
20181e kwartaal6055,2
20182e kwartaal6054,1
20183e kwartaal6053,0
20184e kwartaal6052,4
20191e kwartaal6050,8
20192e kwartaal6050,9
20193e kwartaal6049,2
20194e kwartaal6048,5
20201e kwartaal6049,4
20202e kwartaal6055,1
20203e kwartaal6055,3
20204e kwartaal6054,7
2021*1e kwartaal6055,2
2021*2e kwartaal6054,5
2021*3e kwartaal6052,8
2021*4e kwartaal6052,4
2022*1e kwartaal6050,7
2022*2e kwartaal6050,9
* voorlopige cijfers
 

Het overheidssaldo en de schuldquote zijn belangrijke graadmeters voor de stand van de overheidsfinanciën in een land. De Europese normen hiervoor zijn een maximaal tekort van 3 procent in een jaar en een maximale schuld van 60 procent van het bbp aan het eind van het jaar. De schuld en het tekort kwamen in 2021 beide onder de norm uit. Vanwege de uitzonderlijke omstandigheden als gevolg van de coronapandemie heeft de Europese Commissie de Europese begrotingsregels echter tijdelijk opgeschort.