Meer nieuwkomers op de werkvloer
De toename van de nieuwkomers geldt vooral voor werknemers, en in mindere mate voor zelfstandigen. Het gaat zowel om mensen die (opnieuw) beginnen met werken als om mensen die van baan zijn gewisseld. De nieuwkomers namen toe in een periode waarin de werkgelegenheid in Nederland sterk groeide.
Minder mensen één tot twee jaar in huidige baan
Hoewel er meer werkenden zijn die korter dan twaalf maanden geleden aan de slag gingen met nieuw werk, zijn er juist minder mensen die één tot twee jaar in hun huidige baan werken. Mensen die al langer dan twee jaar op hun plek zitten, veranderden in aantal relatief weinig.
Periode | 2021 1e kwartaal (x 1 000) | 2022 1e kwartaal (x 1 000) |
---|---|---|
Korter dan 1 jaar | 1527 | 1924 |
1 tot 2 jaar | 1117 | 944 |
2 tot 5 jaar | 2088 | 2097 |
5 tot 10 jaar | 1212 | 1300 |
10 tot 20 jaar | 1630 | 1579 |
20 jaar of langer | 1283 | 1347 |
Onbekend | 278 | 222 |
Relatief veel jongeren onder de nieuwkomers
In het eerste kwartaal van 2022 hadden 792 duizend jongeren een baan waarin ze minder dan een jaar eerder waren begonnen. Dat zijn ruim 4 van elke 10 werkenden met een nieuwe baan. Bij bijna 55 procent van de jongeren was dit een baan van minder dan twintig uur per week, en 25 procent had een voltijdbaan. Ook in oudere leeftijdsgroepen waren er meer werkenden met nieuw werk. Bij 25-plussers was 12 procent van de nieuwkomers voor minder dan twintig uur per week aan de slag en 53 procent in een voltijdbaan.
Periode | 2021 1e kwartaal (x 1 000) | 2022 1e kwartaal (x 1 000) |
---|---|---|
15 tot 25 jaar | 647 | 792 |
25 tot 35 jaar | 414 | 503 |
35 tot 45 jaar | 196 | 268 |
45 tot 55 jaar | 167 | 209 |
55 tot 65 jaar | 88 | 129 |
65 tot 75 jaar | 16 | 23 |
Meer starters in meeste EU-landen
De toename van het aantal starters gold voor de meeste EU-landen, waar net als in Nederland het totaal aantal werkenden veelal sterk groeide. Van deze landen zijn er enkel cijfers over de werkzame beroepsbevolking die in de afgelopen drie maanden startte. In het eerste kwartaal van 2022 had in de EU gemiddeld 4,1 procent een baan die in de afgelopen drie maanden begon. Een jaar eerder was dat nog 3,6 procent. Binnen de EU was, na Finland, het percentage nieuwkomers op de werkvloer in Nederland met 6,1 het hoogst.
2021 1e kwartaal (%) | 2022 1e kwartaal (%) | |
---|---|---|
Finland | 5,8 | 6,6 |
Nederland | 4,9 | 6,1 |
Denemarken | 5,5 | 5,9 |
Spanje | 4,7 | 5,7 |
Zweden | 4,6 | 5,1 |
Estland | 4,0 | 4,7 |
Ierland | 3,2 | 4,7 |
Frankrijk | 4,0 | 4,6 |
Luxemburg | 3,6 | 4,4 |
Duitsland | 3,8 | 4,3 |
Portugal | 3,8 | 4,3 |
Europese Unie | 3,6 | 4,1 |
Italië | 3,5 | 3,9 |
Cyprus | 3,3 | 3,8 |
Oostenrijk | 3,6 | 3,8 |
Letland | 3,5 | 3,4 |
Hongarije | 3,3 | 3,3 |
België | 3,4 | 3,2 |
Kroatië | 3,0 | 3,2 |
Malta | 3,0 | 3,0 |
Litouwen | 2,3 | 2,9 |
Slovenië | 3,0 | 2,9 |
Tsjechië | 2,3 | 2,5 |
Polen | 2,2 | 2,4 |
Bulgarije | 2,0 | 1,8 |
Roemenië | 1,8 | 1,8 |
Griekenland | 1,8 | 1,7 |
Slowakije | 1,9 | 1,7 |
Bronnen
- Statline - Werkzame beroepsbevolking; anciënniteit
- Eurostat - Recent job starters by sex and age - quarterly data