Aandeel hernieuwbare energie daalt ondanks stijging zon- en windenergie

Motorrijder verlaat bijzonder vormgegeven tankstation
© ANP / Berlinda van Dam
In 2021 lag het aandeel hernieuwbare energie op 12 procent van het totale energieverbruik in Nederland. In 2020 was dit 14 procent. Ten opzichte van 2020 is er minder biomassa meegeteld voor het aandeel hernieuwbare energie en is er geen hernieuwbare energie uit het buitenland ingekocht. In 2021 nam, vergeleken met een jaar eerder, het verbruik van energie uit wind met 36 procent toe, van zonne-energie met 28 procent. Dit blijkt uit voorlopige cijfers van het CBS.

Aandeel hernieuwbare energie in bruto energetisch eindverbruik
JaartalWindenergie (%)Zonne-energie (%)Buitenluchtwarmte, aardwarmte, bodemwarmte en waterkracht (%)Biomassa volgens EU-Richtlijn (%)Biomassa onzeker volgens EU-Richtlijn (%)Statistische overdracht (hernieuwbare energie uit het buitenland) (%)
2021*3,412,101,125,341,410,00
2020**2,581,681,016,200,002,53
20191,870,990,815,220,000,00
20181,710,690,624,370,000,00
20171,650,430,523,900,000,00
20161,440,330,463,610,000,00
20151,220,250,413,850,000,00
* voorlopige cijfers ** nader voorlopige cijfers

In 2021 is een herziene EU-Richtlijn Hernieuwbare Energie in werking getreden. Deze bevat strengere duurzaamheidscriteria voor biomassa. Het is nog onduidelijk hoe deze criteria precies moeten worden toegepast. Het totale verbruik van biomassa dat zeker voldoet aan de EU-Richtlijn was in 2021 107 petajoule (PJ), een jaar eerder was dit nog 120 PJ. Hiermee kwam het verbruik van hernieuwbare energie vorig jaar uit op 240 PJ. Dit is 12 procent van het totale bruto eindverbruik van energie. Wanneer de biomassa wordt meegeteld die onzeker is volgens de EU-richtlijn, komt het verbruik van hernieuwbare energie uit op 269 PJ. Dat is 13,4 procent van het totaal energieverbruik.

In 2020 is er 49 PJ hernieuwbare energie ingekocht van Denemarken via een zogenoemde statistische overdracht. Hiermee behaalde Nederland de bindende EU-doelstelling van 14 procent hernieuwbare energie die voor dat jaar was afgesproken. Er zijn vooralsnog geen afspraken om een dergelijke overdracht te realiseren voor 2021. Dat verklaart mede de daling van het aandeel hernieuwbare energie in 2021.

Groter energieverbruik uit windmolens op zee

Het energieverbruik uit windenergie is in 2021 vergeleken met een jaar eerder met 36 procent toegenomen naar 68 PJ. Dit is gelijk aan 3,4 procent van het totale bruto eindverbruik van Nederland. Vooral het verbruik uit windmolens op zee nam fors toe doordat parken op zee heel het jaar volledig operationeel waren. Het verbruik uit windenergie op zee nam met 71 procent toe ten opzichte van 2020 en bedroeg 31 PJ. Het verbruik uit windenergie op land groeide in dezelfde tijd met 17 procent naar 38 PJ.

De totale capaciteit van windmolens was 7 700 MW eind 2021, 16 procent meer dan het jaar ervoor. Deze stijging is volledig te danken aan nieuwe windmolens op het land, het vermogen op zee is niet gestegen.

Toename verbruik uit zonne-energie door meer zonnepanelen

Het verbruik uit zonne-energie (elektriciteit en warmte) groeide in 2021 ten opzichte van het jaar daarvoor met 28 procent naar 42 PJ. Hiermee wordt 2,1 procent van het totale verbruik van Nederland gedekt. De belangrijkste oorzaak voor deze toename is het in gebruik nemen van nieuwe zonnepanelen.

De opgestelde capaciteit van zonnepanelen voor zonnestroom steeg van 11 duizend MW in 2020 naar iets meer dan 14 400 MW een jaar later, een groei van ongeveer 31 procent. Deze groei is minder sterk dan in 2020. Van de opgestelde zonnepanelen staat 20 procent in zonneparken en 80 procent op het dak of als zonnewering boven parkeerplaatsen.

Energieverbruik uit wind en zon
JaarWindenergie op land ( Petajoule (PJ))Windenergie op zee ( Petajoule (PJ))Zonne-energie ( Petajoule (PJ))
201521,173,735,13
201621,758,366,91
201722,5612,159,08
201823,6812,4314,51
201926,7412,0420,62
2020**32,2617,9532,73
2021*37,8330,6241,97
* voorlopige cijfers ** nader voorlopige cijfers