Vooral jongeren wilden meer uren werken in 2021
De beschikbare deeltijders maken deel uit van het onbenut arbeidspotentieel. Naast werklozen en deeltijders die meer willen werken, behoren daartoe ook de zogeheten semiwerklozen. Zij zijn beschikbaar voor betaald werk, maar hebben daar niet recent naar gezocht, of ze hebben wel gezocht maar zijn niet meteen beschikbaar.
Het onbenut arbeidspotentieel is vanaf 2014 vrijwel voortdurend teruggelopen, van bijna 2,1 miljoen naar ruim 1,3 miljoen in 2021. Alleen in 2020, het eerste jaar van de coronapandemie, was er een toename. Het aantal onderbenutte deeltijdwerkers ging met die trend mee. In 2021 waren er 561 duizend deeltijdwerkers die meer uren wilden maken en daarvoor beschikbaar waren. In 2014 waren dat er nog 259 duizend meer.
Onderbenutte deeltijdwerkers (x 1 000) | Werkloos (x 1 000) | Semiwerkloos (x 1 000) | |
---|---|---|---|
2013 | 816 | 754 | 481 |
2014 | 820 | 762 | 496 |
2015 | 802 | 724 | 488 |
2016 | 748 | 646 | 467 |
2017 | 682 | 546 | 418 |
2018 | 622 | 459 | 380 |
2019 | 579 | 423 | 358 |
2020 | 619 | 465 | 376 |
2021 | 561 | 408 | 352 |
6 procent onderbenutte deeltijdwerkers in 2021
De bereidheid om meer uren te gaan werken verschilt aanzienlijk tussen de verscheidene leeftijdscategorieën. Van de 25-plussers met betaald werk was in 2021 4 procent een parttimer die beschikbaar was voor een grotere baan, onder werkende jongeren (15 tot 25 jaar) was dat 16 procent.
Van alle werkende vrouwen is 8 procent een onderbenutte deeltijder en van alle werkende mannen is dat 4 procent.
Persoonskenmerken | (% van werkzame beroepsbevolking ) |
---|---|
Totaal | 6,1 |
Geslacht | |
Man | 4,2 |
Vrouw | 8,1 |
Leeftijd | |
15 tot 25 jaar | 15,8 |
25 tot 45 jaar | 4,4 |
45 tot 75 jaar | 3,9 |
Onderwijsvolgend | |
In formeel onderwijs | 13,7 |
Niet in formeel onderwijs | 4,4 |
In horeca 14 procent direct beschikbaar om meer uren te werken
De bedrijfstakken waar naar verhouding de meeste mensen direct beschikbaar zijn om extra uren te werken, zijn de horeca en cultuur, recreatie en sport. Hier zijn relatief veel jongeren werkzaam. In de horeca wilde 14 procent meer werken, in cultuur, sport en recreatie 11 procent. De handel, het onderwijs en de gezondheids- en welzijnszorg completeren de top vijf.
Bedrijfstak | (% van werkzame beroepsbevolking) |
---|---|
Horeca | 13,6 |
Cultuur, sport en recreatie | 10,9 |
Handel | 8,7 |
Onderwijs | 7,8 |
Gezondheids- en welzijnszorg | 7,4 |
Verhuur en overige zakelijke diensten | 7,2 |
Overige dienstverlening | 7,1 |
Totaal | 6,1 |
Vervoer en opslag | 5,8 |
Landbouw, bosbouw en visserij | 5,6 |
Specialistische zakelijke diensten | 3,7 |
Informatie en communicatie | 3,1 |
Verhuur en handel van onroerend goed | 2,5 |
Openbaar bestuur en overheidsdiensten | 2,2 |
Industrie | 2,0 |
Bouwnijverheid | 1,6 |
Financiële dienstverlening | 1,4 |
Waterbedrijven en afvalbeheer | 1,0 |
Energievoorziening | 0,3 |
Kassamedewerkers relatief vaak direct beschikbaar voor meer uren
In de top van de ranglijst van beroepen waarin deeltijders hun werkweek wel wilden verlengen, is een aantal typische horecaberoepen terug te vinden: kelners, barpersoneel en keukenhulpen. De lijst wordt echter aangevoerd door kassamedewerkers, die relatief vaak jong zijn. Daarnaast wilden sportinstructeurs en reisbegeleiders vaak meer uren werken.
Beroepsgroep | (% van werkzame beroepsbevolking) |
---|---|
Kassamedewerkers | 19,5 |
Sportinstructeurs | 18,6 |
Kelners en barpersoneel | 17,9 |
Reisbegeleiders | 17,5 |
Keukenhulpen | 16,9 |
Laders, lossers en vakkenvullers | 16,8 |
Leidsters kinderopvang en onderwijsassistenten | 15,6 |
Vuilnisophalers en dagbladenbezorgers | 12,8 |
Verkoopmedewerkers detailhandel | 12,7 |
Onderwijskundigen en overige docenten | 12,5 |
Bronnen
- StatLine - Arbeidsdeelname; binding met de arbeidsmarkt
- Aanvullende statistiek - Arbeidsdeelname, kerncijfers 2013-2021
Relevante links
- Privacy - Privacyregels CBS