Purperslak verder toegenomen in Zeeuwse wateren
Onder de waterlijn van schepen ontwikkelt zich na verloop van tijd een zogenaamde ‘baard’ van zeeorganismen, zoals waterpokken. Schepen ondervinden daardoor meer weerstand, waardoor hun brandstofverbruik stijgt. Rond 1960 werden daarom aangroeiwerende coatings gebruikt; coatings met tributyltin (TBT) waren het meest effectief. Purperslakken bleken bijzonder gevoelig voor deze chemicaliën, en verdwenen of namen sterk af. Na een verbod op TBT in 2003 namen de populaties van deze zoutwaterslak geleidelijk weer toe.
Afname purperslak door remming voortplanting
Tussen 1960 en 1995 is de populatie purperslakken in de Oosterschelde met circa 90 procent gedaald, en is deze soort in de Westerschelde bijna helemaal verdwenen. Aan de Noordzeekust is de soort tot 2005 veel minder achteruitgegaan, waarschijnlijk doordat de concentraties TBT daar lager bleven.
De afname van purperslakken in de Oosterschelde en Westerschelde wordt in verband gebracht met de toepassing van TBT. Deze stof verstoort de voortplanting van verschillende soorten weekdieren, zoals wulk, noordhoren, gevlochten fuikhoren en gewone alikruik. De purperslak geldt als één van de meest gevoelige soorten voor TBT.
Jaar | Oosterschelde (1960=100) | Noordzee (1960=100) | Westerschelde (1960=100) |
---|---|---|---|
1960 | 100 | 100 | 100 |
1961 | 100 | 100 | 100 |
1962 | 100 | 97 | 100 |
1963 | 99 | 95 | 100 |
1964 | 98 | 93 | 100 |
1965 | 111 | 92 | 87 |
1966 | 99 | 92 | 87 |
1967 | 97 | 92 | 87 |
1968 | 97 | 92 | 87 |
1969 | 93 | 92 | 87 |
1970 | 109 | 92 | 80 |
1971 | 109 | 90 | 73 |
1972 | 91 | 91 | 73 |
1973 | 91 | 91 | 73 |
1974 | 91 | 91 | 73 |
1975 | 88 | 92 | 65 |
1976 | 88 | 92 | 65 |
1977 | 83 | 92 | 34 |
1978 | 78 | 92 | 34 |
1979 | 61 | 90 | 17 |
1980 | 59 | 90 | 17 |
1981 | 48 | 89 | 17 |
1982 | 45 | 89 | 17 |
1983 | 39 | 87 | 17 |
1984 | 34 | 87 | 17 |
1985 | 32 | 87 | 17 |
1986 | 27 | 87 | 17 |
1987 | 24 | 84 | 17 |
1988 | 26 | 84 | 17 |
1989 | 24 | 84 | 7 |
1990 | 22 | 84 | 7 |
1991 | 17 | 84 | 7 |
1992 | 18 | 85 | 6 |
1993 | 15 | 87 | 0 |
1994 | 15 | 88 | 0 |
1995 | 17 | 88 | 0 |
1996 | 14 | 87 | 0 |
1997 | 5 | 85 | 0 |
1998 | 7 | 84 | 0 |
1999 | 12 | 84 | 0 |
2000 | 19 | 83 | 0 |
2001 | 15 | 82 | 0 |
2002 | 15 | 81 | 0 |
2003 | 18 | 81 | 0 |
2004 | 20 | 81 | 0 |
2005 | 27 | 81 | 0 |
2006 | 48 | 77 | 0 |
2007 | 48 | 65 | 0 |
2008 | 57 | 34 | 0 |
2009 | 54 | 26 | 0 |
2010 | 47 | 25 | 0 |
2011 | 48 | 27 | 0 |
2012 | 45 | 31 | 1 |
2013 | 60 | 34 | 3 |
2014 | 64 | 37 | 9 |
2015 | 60 | 40 | 13 |
2016 | 49 | 25 | 14 |
2017 | 68 | 26 | 16 |
2018 | 65 | 30 | 16 |
2019 | 66 | 31 | 14 |
2020 | 67 | 26 | 19 |
2021 | 69 | 29 | 24 |
Bron: CBS, Stichting ANEMOON |
Herstel purperslak in Ooster- en Westerschelde
Eind jaren negentig nam de purperslak weer toe in de Oosterschelde. Vanaf 2013 blijkt hier voor deze soort geen sprake meer van verstoorde voortplanting [1], langs de Noordzeekust is dit sinds 2016 niet meer het geval [2]. De populatie in de Oosterschelde zit momenteel op zo’n 70 procent van het niveau van rond 1960.
In 2014 werd de purperslak weer aangetroffen in de monding van de Westerschelde. Hier waren de TBT-gehaltes ooit het hoogst, en werd pas eind 2020 vastgesteld dat er geen negatieve gevolgen meer waren voor de purperslak. Eind 2021 is de populatie in de Westerschelde weer verder toegenomen ten opzichte van de laatste telling in 2016, en bedraagt nu ongeveer 25 procent van de populatie van rond 1960. De purperslakpopulatie beperkt zich nog wel tot de monding. Verdere verspreiding in de Westerschelde lijkt nu een kwestie van tijd.
Latere afname in Noordzee geen gevolg van TBT
Terwijl de purperslak in de Oosterschelde al bezig was met zijn herstel, nam de soort langs de Noordzeekust juist sterk af vanaf 2006. Dit werd veroorzaakt door het grotendeels verdwijnen van een grote populatie purperslakken aan de Westkapelse Zeedijk op Walcheren, veruit de grootste populatie van deze soort langs de Nederlandse Noordzeekust. Door zandsuppleties en bekleding van dijk en strekdammen was daar vrijwel de gehele populatie verloren gegaan. Sinds 2011 trad weer herstel op nadat veel van het gesuppleerde zand was weggespoeld. Daarna zijn er opnieuw zandsuppleties uitgevoerd, zodat de populatie langs de Noordzee meerdere keren is afgenomen en enigszins hersteld.
Bronnen
- Compendium voor de Leefomgeving - Purperslak en aangroeiwerende verven
- CBS - Indexen en Trends (TRIM)
Relevante links
- [1] Sneekes, A.C. et al. - Biotamonitoring Rijkswateren tot en met 2020
- [2] Hallers-Tjabbes, C.C. ten et al. - Imposex and organotin concentrations in Buccinum undatum and Neptunea antiqua from the North Sea: relationship to shipping density and hydro-graphical conditions
- Gmelig Meyling, A. et al. - Hoe door TBT-afname de purperslakken terugkwamen