Inkomsten sportclubs 2020 ruim 6 procent lager dan in 2018

Tennisclub in 2020
© Hollandse Hoogte / Tobias Kleuver Media
De inkomsten van sportclubs en -verenigingen bedroegen in 2020 gezamenlijk ruim 1,1 miljard euro, een daling van 6,3 procent ten opzichte van 2018. Vooral de kantineverkopen namen af. Het aantal leden en de daarmee samenhangende inkomsten uit contributies, les- en entreegelden bleven nagenoeg stabiel. Wel verschilt het beeld per sport. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.

In 2020 werd de Nederlandse sportsector geconfronteerd met maatregelen om de verspreiding van het coronavirus te beperken. In 2020 telde Nederland 26 130 sportclubs, met gemiddeld 197 leden. De watersportclubs, het betaalde voetbal en sportploegen die uitsluitend bestaan uit professionele sporters zijn niet opgenomen in de cijfers. 

Hengelsportclubs en veldsportclubs (zoals hockey, honkbal en korfbal) wisten meer inkomsten te behalen dan in 2018, vooral door gestegen contributie-inkomsten. Met name hengelsportclubs kregen meer leden (+22 procent). Bij de meeste sporten liepen de inkomsten terug. Bij veel buitensporten laat vooral het gemis aan kantineverkopen zich gelden, bij binnensporten werden minder contributiegelden geïnd. Het aantal leden bij binnensporten daalde met 6 procent.

Ontwikkeling inkomsten sportclubs, 2020*
Sportclub% verandering (% verandering t.o.v. twee jaar eerder)
Totaal sportclubs-6,3
Hengelsportclubs48,0
Veldsportclubs (excl. voetbal)11,0
Overige buitensportclubs-0,2
Wielersportclubs-2,5
Team zaalsportclubs-3,2
Paardensportclubs-3,4
Overige binnensportclubs-4,5
Kracht- en vechtsportclubs-5,0
Zwem- en duiksportclubs-6,1
Atletiekclubs-8,6
Tennisclubs-8,7
Individuele zaalsportclubs-10,1
Veldvoetbalclubs-12,9
Golfclubs-13,8
* voorlopige cijfers

In 2020 42 procent minder kantine-omzet

Sportclubs behaalden via kantines en clubhuizen 159 miljoen euro aan inkomsten in 2020; 42 procent minder dan in 2018. Tussen 2018 en 2020 nam het aandeel kantine-omzet in de totale inkomsten van sportclubs dan ook af, van 23 naar 14 procent. 41 procent van alle sportclubs had een clubhuis of kantine. In 2020 bestond 59 procent van de inkomsten van sportclubs en –verenigingen uit contributies, les- en entreegelden (667 miljoen euro). Het aandeel subsidies (waaronder ook coronagerelateerde subsidies) en bijdragen nam toe tot 11 procent (128 miljoen euro).

Veldvoetbalclubs beschikten vaker dan alle andere sportclubs over een clubhuis of kantine (93 procent). In de periode 2000–2018 was voor voetbalclubs de kantine de belangrijkste bron van inkomsten. In 2020 was dit niet het geval; 40 procent van hun inkomsten kwam uit contributies, les- en entreegelden tegen 27 procent uit kantineverkopen.

Inkomstenbronnen sportclubs
categorieContributie, les- en entreegelden (%)Subsidies en bijdragen (%)Sponsor- en reclamegelden (%)Kantineverkopen (%)Overige baten (%)
2020*591111145
201853811235
*voorlopige cijfers

Ook daling lasten

De totale lasten liepen met 8,1 procent terug tot 1 077 miljoen euro in 2020. Deze daling werd vooral veroorzaakt door lagere inkoopkosten van de kantine en lagere wedstrijd- en reiskosten; in 2020 werd hieraan respectievelijk 60 en 29 miljoen euro minder besteed dan in 2018. De huisvestingskosten zijn de belangrijkste kostenpost van sportclubs. De uitgaven aan huur van de sportaccommodatie en energie en water bedroegen 257 miljoen euro in 2020, bijna evenveel als in 2018. Ook hier wisselt het beeld per sport: de gezamenlijke huisvestingskosten van binnensporten daalden (-15 procent), terwijl die van buitensporten stegen (6 procent).

Uitgaven sportclubs
categorieLonen en sociale lasten (x mln euro)Personeel niet in loondienst (x mln euro)Huisvestingskosten (x mln euro)Onderhoud en schoonmaak (x mln euro)Inkoopkosten kantine (x mln euro)Kapitaallasten (x mln euro)Bondscontributies (x mln euro)Wedstrijd- en reiskosten (x mln euro)Overige lasten (x mln euro)
201812911225679149739676202
2020*1251192578089829747182
* voorlopige cijfers

Minder inzet van vrijwilligers en betaalde krachten

In 2020 maakte 83 procent van de sportclubs gebruik van vrijwilligers, net zoveel als in 2018. Het aantal arbeidsuren van vrijwilligers nam af tot ruim 1,8 miljoen uur in de referentieweek in september (-11 procent). Bij een 40-urige werkweek betekent dit dat er in de referentieweek in 2020 bij sportclubs ruim 46 700 voltijdsbanen werden vervuld door vrijwilligers. 19 procent van alle vrijwilligersinzet werd bij binnensportclubs zoals volleybal-, basketbal-en zwemclubs gerealiseerd. 

Ook de inzet van personeel in loondienst nam af. In 2020 werkten er 3 100 voltijdsbanen bij de diverse sportclubs. Dat is 9 procent minder dan in 2018. Van alle sportclubs had 11 procent werkzame personen in loondienst in 2020. 

Arbeidsinzet vrijwilligers1)
jaarBinnensportclubs (x 1000 uren)Buitensportclubs (x 1000 uren)
20004641636
20034201584
20064541625
20094691710
20124561773
20154391703
20184141692
2020*3621506
1)In de referentieweek in september. * voorlopige cijfers