Landbouwexport

Wageningen Economic Research, het CBS en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) hebben, in lijn met internationale indelingen, bepaald welke goederen wel en niet onder de definitie van landbouwgoederen vallen.

De landbouwgoederenhandel betreft hier de eerste 24 goederenhoofdstukken van de internationale handelsstatistieken plus een aantal landbouwgoederen uit overige hoofdstukken volgens de Gecombineerde Nomenclatuur coderingssystematiek (GN).

Bij landbouwgoederen gaat het enerzijds om onbewerkte (primaire) agrarische producten zoals varkens, appels, bloemen, bloembollen en tomaten, en anderzijds om verwerkte (secundaire) producten zoals kaas, friet, chocolade, bier, tomatenketchup en vruchtensap. De hoofdstukken van de GN zijn ook leidend in de afbakening van de verschillende landbouwgoederen en de basis van figuur 3 in dit artikel.

Landbouwgerelateerde (tertiaire) goederen, zoals landbouwmachines of meststoffen, vallen buiten de basisdefinitie van de landbouwexport, maar worden wel uitvoerig beschreven in de basispublicatie (zie bron).