Bevolkingsgroei vrijwel terug op niveau van voor corona
In 2020 halveerde de bevolkingsgroei nog ten opzichte van 2019: de groei door buitenlandse migratie was lager, en er kwamen geen inwoners bij door natuurlijke aanwas (geboorte minus sterfte). In 2021 trok de bevolkingsgroei weer aan. De bevolkingsgroei in 2021 zal naar verwachting lager uitkomen dan in 2019 (125 duizend), maar hoger dan in de jaren daarvoor (rond 100 duizend). De definitieve cijfers kunnen nog veranderen door ontwikkelingen in de laatste weken van het jaar.
Component | 2021* (x 1 000) | 2020 (x 1 000) | 2019 (x 1 000) | 2018 (x 1 000) |
---|---|---|---|---|
Bevolkingsgroei | 118,2 | 67,8 | 125,4 | 101,1 |
Levend geboren kinderen | 179,8 | 168,7 | 169,7 | 168,5 |
Overledenen | 168,1 | 168,7 | 151,9 | 153,4 |
Immigratie | 245,2 | 220,9 | 269,1 | 243,7 |
Emigratie** | 138,7 | 152,5 | 161 | 157,4 |
*raming **inclusief administratieve correcties |
Sterfte relatief hoog, meer kinderen geboren
Het aantal mensen dat overleed was in 2021 opnieuw relatief hoog, met naar verwachting ruim 168 duizend overledenen. Sinds begin augustus ligt de sterfte boven de verwachte sterfte, en ook aan het begin van het jaar - tijdens de derde golf van de coronapandemie – overleden meer mensen dan verwacht voor die periode.
Er werden meer kinderen geboren dan in voorgaande jaren. Sinds 2013 worden er jaarlijks rond de 170 duizend kinderen geboren, in 2021 zijn dit er naar verwachting bijna 180 duizend. Vanaf februari worden er elke maand meer kinderen geboren dan in dezelfde maand van 2020. Door het hogere geboortecijfer groeit de Nederlandse bevolking in 2021 naar verwachting met ruim 11 duizend inwoners door natuurlijke aanwas. In 2020 hielden sterfte en geboorte elkaar nog in evenwicht.
Jaar | Levend geboren kinderen (x 1 000) | Overledenen (x 1 000) |
---|---|---|
2000 | 206,6 | 140,5 |
2001 | 202,6 | 140,4 |
2002 | 202,1 | 142,4 |
2003 | 200,3 | 141,9 |
2004 | 194 | 136,6 |
2005 | 187,9 | 136,4 |
2006 | 185,1 | 135,4 |
2007 | 181,3 | 133 |
2008 | 184,6 | 135,1 |
2009 | 184,9 | 134,2 |
2010 | 184,4 | 136,1 |
2011 | 180,1 | 135,7 |
2012 | 176 | 140,8 |
2013 | 171,3 | 141,2 |
2014 | 175,2 | 139,2 |
2015 | 170,5 | 147,1 |
2016 | 172,5 | 149 |
2017 | 169,8 | 150,2 |
2018 | 168,5 | 153,4 |
2019 | 169,7 | 151,9 |
2020 | 168,7 | 168,7 |
2021* | 179,8 | 168,1 |
*raming |
Meer immigranten, minder emigranten
In 2021 vestigden zich volgens de laatste raming ruim 245 duizend immigranten in Nederland, 38 duizend meer dan in 2020. Dit aantal is vergelijkbaar met 2018 (244 duizend), maar lager dan in piekjaar 2019 (269 duizend). Omdat er in 2021 minder mensen uit Nederland emigreerden (139 duizend, tegen 153 duizend in 2020), is het migratiesaldo (immigratie minus emigratie) wel bijna gelijk aan dat van 2019. Naar verwachting komen er per saldo bijna 107 duizend inwoners bij door buitenlandse migratie, in 2020 waren dat er 68,4 duizend.
Sinds 2005 neemt het aantal immigranten jaarlijks toe. Omdat een deel van de immigranten het land weer verlaat, nam ook het aantal emigranten toe. In 2020 vestigden zich minder mensen vanuit het buitenland, waardoor er in 2021 ook minder mensen vertrokken. De immigranten die wel kwamen vertrokken ook minder snel.
Jaar | Migratiesaldo (x 1 000) | Immigratie (x 1 000) | Emigratie** (x 1 000) |
---|---|---|---|
2000 | 53,9 | 132,9 | -79 |
2001 | 50,8 | 133,4 | -82,6 |
2002 | 24,3 | 121,3 | -96,9 |
2003 | -0,3 | 104,5 | -104,8 |
2004 | -16,2 | 94 | -110,2 |
2005 | -27,4 | 92,3 | -119,7 |
2006 | -31,3 | 101,2 | -132,5 |
2007 | -5,8 | 116,8 | -122,6 |
2008 | 25,7 | 143,5 | -117,8 |
2009 | 34,5 | 146,4 | -111,9 |
2010 | 33,1 | 154,4 | -121,4 |
2011 | 29,8 | 163 | -133,2 |
2012 | 13,9 | 158,4 | -144,5 |
2013 | 19,1 | 164,8 | -145,7 |
2014 | 35,1 | 182,9 | -147,9 |
2015 | 55,1 | 204,6 | -149,5 |
2016 | 79,2 | 230,7 | -151,5 |
2017 | 80,7 | 235 | -154,3 |
2018 | 86,4 | 243,7 | -157,4 |
2019 | 108 | 269,1 | -161 |
2020 | 68,4 | 220,9 | -152,5 |
2021* | 106,5 | 245,2 | -138,7 |
*raming **inclusief administratieve correcties |
Minder Nederlandse immigranten
Uit alle werelddelen vestigden zich in 2021 per saldo meer buitenlandse migranten in Nederland dan in 2020, maar het aantal Nederlandse migranten nam af. Tot 1 december vertrokken 3,2 duizend meer inwoners met een Nederlandse achtergrond dan er terugkeerden. Vooral het aantal immigranten was lager: 17,6 duizend, tegenover rond 23,5 duizend in de jaren voor 2021. Na het uitbreken van de coronapandemie begin 2020 nam het aantal immigranten nog toe, terwijl het aantal emigranten afnam. Daardoor was het migratiesaldo van deze groep in 2020 positief, terwijl dit in voorgaande jaren meestal negatief was.
In 2021 nam het aantal Nederlandse emigranten weer toe, al bleef dit aantal nog achter ten opzichte van de jaren voorafgaand aan de coronacrisis.
Migratieachtergrond | 2021* (x 1 000) | 2020 (x 1 000) | 2019 (x 1 000) | 2018 (x 1 000) |
---|---|---|---|---|
Europa (excl. Nederlandse achtergrond) | 54,3 | 33,2 | 53,8 | 42,8 |
Azië | 29,9 | 10,5 | 26,3 | 21 |
Amerika en Oceanië | 13,6 | 8,9 | 15,1 | 12,6 |
Afrika | 10,3 | 7,9 | 11,5 | 9,5 |
Nederlandse achtergrond | -3,2 | 5 | -0,2 | -1,7 |
*voorlopige cijfers |
Helft immigranten uit Europese landen
Ongeveer de helft van de mensen die er in 2021 per saldo bij kwamen door buitenlandse migratie, heeft een Europese achtergrond. Ruim een kwart van de migranten heeft een Aziatische achtergrond. Tot 1 december was het migratiesaldo van deze groepen weer groter dan in dezelfde periode van pre-coronajaar 2019. Onder migranten uit Afrika, Amerika en Oceanië was het migratiesaldo tot 1 december 2021 lager dan in 2019.
Bronnen
- StatLine – Bevolkingsontwikkeling
- StatLine – Immigratie en emigratie
- StatLine – Kernprognose
Relevante links
- Nieuwsbericht - Prognose: bevolkingsgroei trekt weer aan
- Nieuwsbericht - Hoogste aantal geboorten in 10 jaar tijd
- Dashboard – Bevolking
- Privacy - Privacyregels CBS
- Nieuwsbericht - Minder gemeenten met bevolkingskrimp in 2021