Gevaarlijk werk

Dit cijfer betreft het percentage werknemers dat bij minimaal 1 van 10 vragen over gevaarlijk werk aangeeft dat zij vaak of altijd gevaarlijk werk moeten doen. Hierbij gaat het om respectievelijk vallen van hoogte, struikelen of uitglijden, bekneld raken, snijden of steken, botsen of aanrijdingen, ongeluk met gevaarlijke stoffen, confrontatie met geweld, verbranden, verstikking, en ander gevaar.
Het gaat om 10 vragen die de frequentie meten van de belangrijkste gevaren die werknemers ervaren tijdens het werk:
- Hoe vaak doet u gevaarlijk werk waarbij u kan vallen van hoogte?
- Hoe vaak doet u gevaarlijk werk waarbij u kan struikelen of uitglijden?
- Hoe vaak doet u gevaarlijk werk waarbij u bekneld kan raken?
- Hoe vaak doet u gevaarlijk werk waarbij u zich kan snijden of steken?
- Hoe vaak doet u gevaarlijk werk waarbij botsingen of aanrijdingen kunnen voorkomen?
- Hoe vaak doet u gevaarlijk werk waarbij u een ongeluk kunt krijgen met gevaarlijke stoffen?
- Hoe vaak doet u gevaarlijk werk waarbij er een confrontatie kan ontstaan met geweld?
- Hoe vaak doet u gevaarlijk werk waarbij u zich kan verbranden?
- Hoe vaak doet u gevaarlijk werk waarbij verstikking kan voorkomen?
- Hoe vaak doet u gevaarlijk werk waarbij er een ‘ander gevaar’ speelt?

De antwoordcategorieën bij elk van deze vragen zijn:
1. Bijna nooit
2. Soms
3. Vaak
4. Altijd

In 2020 zijn de vragen over gevaarlijk werk niet gesteld aan werknemers waarvan het werk op de enquêtedatum stil lag, of niet mocht worden uitgevoerd vanwege coronamaatregelen. Het betrof 2,5 procent van alle werknemers. Binnen bedrijfstakken, beroepen, leeftijdsklassen en andere kenmerken kan dit percentage hoger of lager uitvallen. De cijfers over gevaarlijk werk zijn berekend voor werknemers waarvan het werk op de enquêtedatum niet stil lag vanwege coronamaatregelen.