Overheidstekort eerste halfjaar ruim 12 miljard euro

Vrouw loopt langs ingang gebouw belastingdienst
© Hollandse Hoogte / Robin Utrecht
De Nederlandse overheid gaf in de eerste helft van 2021 ruim 12 miljard euro meer uit dan ze binnenkreeg. Het tekort is daarmee ruim 1 miljard euro groter dan in de eerste helft van 2020. De overheidsschuld kwam aan het eind van het eerste halfjaar uit op 447,1 miljard euro. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers over de overheidsfinanciën.

De Miljoenennota van het ministerie van Financiën gaat uit van een tekort van 50,7 miljard euro voor heel 2021, oftewel 6,0 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Dit is bijna 39 miljard euro negatiever dan het voorlopig gerealiseerde tekort na het eerste halfjaar. Uitgedrukt als percentage van het bbp kwam het tekort op jaarbasis, gemeten over de periode van het derde kwartaal van 2020 tot en met het tweede kwartaal van 2021, uit op 4,2 procent bbp.

Overheidssaldo op jaarbasis1)
JaarKwartaalEMU-norm (% bbp)Overheidssaldo op jaarbasis (% bbp)
20091e kwartaal-3-0,9
20092e kwartaal-3-1,9
20093e kwartaal-3-3,5
20094e kwartaal-3-5,2
20101e kwartaal-3-5,5
20102e kwartaal-3-5,7
20103e kwartaal-3-5,8
20104e kwartaal-3-5,3
20111e kwartaal-3-4,7
20112e kwartaal-3-4,7
20113e kwartaal-3-4,1
20114e kwartaal-3-4,5
20121e kwartaal-3-4,3
20122e kwartaal-3-4,0
20123e kwartaal-3-4,3
20124e kwartaal-3-4,0
20131e kwartaal-3-3,7
20132e kwartaal-3-3,4
20133e kwartaal-3-3,0
20134e kwartaal-3-3,0
20141e kwartaal-3-3,0
20142e kwartaal-3-3,0
20143e kwartaal-3-2,6
20144e kwartaal-3-2,3
20151e kwartaal-3-2,1
20152e kwartaal-3-2,1
20153e kwartaal-3-2,1
20154e kwartaal-3-2,1
20161e kwartaal-3-1,8
20162e kwartaal-3-1,1
20163e kwartaal-3-0,5
20164e kwartaal-30
20171e kwartaal-30,8
20172e kwartaal-30,9
20173e kwartaal-31,2
20174e kwartaal-31,3
20181e kwartaal-31,7
20182e kwartaal-31,8
20183e kwartaal-32,0
20184e kwartaal-31,4
20191e kwartaal-31,6
20192e kwartaal-31,6
20193e kwartaal-31,4
20194e kwartaal-31,7
2020*1e kwartaal-31,3
2020*2e kwartaal-3-1,3
2020*3e kwartaal-3-2,5
2020*4e kwartaal-3-4,2
2021*1e kwartaal-3-5,8
2021*2e kwartaal-3-4,2
1)gemeten als de som van vier kwartalen * voorlopige cijfers

Uitgavenstijging remt af in tweede kwartaal

De overheidsuitgaven stegen het eerste halfjaar met bijna 10 miljard euro ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. De stijging kwam grotendeels door de corona-uitgaven in het eerste kwartaal. De uitgaven gerelateerd aan de coronacrisis waren in het eerste kwartaal van 2020 immers nog beperkt. In het tweede kwartaal van 2021 daalden de overheidsuitgaven vergeleken met een jaar eerder juist met 1 miljard euro.

In het tweede kwartaal van 2021 gaf de Nederlandse overheid 5 miljard euro uit aan corona gerelateerde steunmaatregelen, terwijl dit in hetzelfde kwartaal in 2020 nog ruim 10 miljard euro was. Met name de loonsubsidies in het kader van de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW) namen sterk af en waren 5 miljard euro lager dan in het tweede kwartaal van vorig jaar. Ook werd er in het tweede kwartaal van 2021 voor 4 miljard euro minder uitgegeven aan subsidies voor de doorbetaling aan zorgverleners en de meerkosten van corona in de zorg dan in dezelfde periode een jaar eerder. Hiertegenover staat wel dat de overheid meer heeft betaald voor geleverde reguliere zorgproductie, zodat het effect op het overheidstekort per saldo minder dan 1 miljard euro bedroeg.

Verder gaf de overheid het eerste halfjaar bijna 2 miljard euro meer uit aan de aankopen van goederen en diensten. Deze stijging hing nauw samen met het bekostigen van de coronatest- en vaccinatieprogramma’s.

Overheidsinkomsten en -uitgaven op jaarbasis1)
   Inkomsten (mld euro)Uitgaven (mld euro)
20081e kwartaal267,6267,5
20082e kwartaal272,4271,8
20083e kwartaal277,1274,9
20084e kwartaal280,3279,7
20091e kwartaal278,6284,2
20092e kwartaal274,4286,6
20093e kwartaal271,3293,3
20094e kwartaal265,6297,9
20101e kwartaal265,2299,6
20102e kwartaal269304,8
20103e kwartaal268,7305,7
20104e kwartaal272,4306,4
20111e kwartaal276,1306,1
20112e kwartaal275,1305,6
20113e kwartaal278,9305,6
20114e kwartaal275,6304,6
20121e kwartaal276,3304,4
20122e kwartaal278,6305
20123e kwartaal277,2305,4
20124e kwartaal279,7305,9
20131e kwartaal282,9307,2
20132e kwartaal285,3307,3
20133e kwartaal288,7308,2
20134e kwartaal288307,8
20141e kwartaal287,5307,7
20142e kwartaal288,9308,7
20143e kwartaal289,9307,6
20144e kwartaal292,7307,9
20151e kwartaal294,5308,8
20152e kwartaal294308,5
20153e kwartaal294308,6
20154e kwartaal293,9308,3
20161e kwartaal296308,4
20162e kwartaal301,4309
20163e kwartaal306,4310,2
20164e kwartaal308,9308,8
20171e kwartaal314,1308,5
20172e kwartaal315,7309,2
20173e kwartaal318,4310
20174e kwartaal322,7313
20181e kwartaal328,2315,6
20182e kwartaal332,4318,6
20183e kwartaal336,7321,6
20184e kwartaal338327
20191e kwartaal343,9331,5
20192e kwartaal347,6335
20193e kwartaal350,5339,5
20194e kwartaal355,6341,6
20201e kwartaal356345,2
20202e kwartaal349,5359,7
20203e kwartaal348,9368,7
20204e kwartaal351384,4
20211e kwartaal348,9395,2
20212e kwartaal359,5394,1
1)gemeten als de som van vier kwartalen * voorlopige cijfers

Belastinginkomsten gestegen

De overheidsinkomsten stegen in het tweede kwartaal van 2021 met bijna 11 miljard euro vergeleken met het tweede kwartaal van 2020. Met name de vennootschapsbelasting en de btw droegen bij aan deze toegenomen inkomsten, respectievelijk met 4 miljard euro en bijna 2 miljard euro. Ook stegen de inkomsten uit de loonheffing met ruim 1 miljard euro in het tweede kwartaal van 2021. De vennootschapsbelasting is onder andere fors gestegen doordat bedrijven hun winsten voor 2020 te laag hadden ingeschat. Hierdoor is er in 2021 relatief veel vennootschapsbelasting ontvangen die betrekking had op vorig jaar.

Ook andere overheidsinkomsten stegen. Zo had de lokale overheid meer inkomsten bij de verkopen. Deze waren in het tweede kwartaal van 2020 onder meer gedaald door lagere parkeer- en huuropbrengsten, maar zijn in het tweede kwartaal van 2021 weer toegenomen met 0,4 miljard euro. Tot slot was er een eenmalige baat van 0,5 miljard euro door een schikking met ABN AMRO.

Schuldquote blijft stabiel

De overheidsschuld kwam eind juni uit op 447 miljard euro, ruim 12 miljard meer dan eind vorig jaar. De schuld nam toe door het financieren van het tekort van 12 miljard euro. Dit deed de Nederlandse overheid in de eerste helft van 2021 door per saldo 34 miljard euro op te halen met de uitgifte van langlopend schuldpapier. Op het kortlopende schuldpapier werd juist per saldo 21 miljard euro afgelost. Verder hield de overheid bijna 5 miljard euro extra in kas. Ondanks de absolute stijging van de overheidsschuld, daalde de schuld als percentage van het bbp met 0,1 procentpunt vergeleken met eind 2020. Dit kwam doordat het bruto binnenlands product in het afgelopen halfjaar sterker is toegenomen dan de schuld. Aan het eind van het tweede kwartaal van 2021 kwam de schuld uit op 54,2 procent van het bbp. 

Schuldquote
JaarKwartaalEMU-norm (% bbp)Schuldquote (% bbp)
20081e kwartaal6043,9
20082e kwartaal6043,8
20083e kwartaal6044,1
20084e kwartaal6054,7
20091e kwartaal6057,5
20092e kwartaal6056,6
20093e kwartaal6057,2
20094e kwartaal6056,8
20101e kwartaal6057,6
20102e kwartaal6059,2
20103e kwartaal6059,0
20104e kwartaal6059,2
20111e kwartaal6059,4
20112e kwartaal6060,4
20113e kwartaal6061,1
20114e kwartaal6061,7
20121e kwartaal6062,5
20122e kwartaal6063,9
20123e kwartaal6064,9
20124e kwartaal6066,2
20131e kwartaal6066,6
20132e kwartaal6068,3
20133e kwartaal6067,8
20134e kwartaal6067,7
20141e kwartaal6067,1
20142e kwartaal6068,5
20143e kwartaal6068,1
20144e kwartaal6067,9
20151e kwartaal6068,9
20152e kwartaal6066,7
20153e kwartaal6065,8
20154e kwartaal6064,6
20161e kwartaal6064,3
20162e kwartaal6063,2
20163e kwartaal6061,7
20164e kwartaal6061,9
20171e kwartaal6059,7
20172e kwartaal6058,9
20173e kwartaal6057,2
20174e kwartaal6056,9
20181e kwartaal6055,2
20182e kwartaal6054,1
20183e kwartaal6053,0
20184e kwartaal6052,4
20191e kwartaal6050,8
20192e kwartaal6050,8
20193e kwartaal6049,2
20194e kwartaal6048,5
2020*1e kwartaal6049,3
2020*2e kwartaal6055,0
2020*3e kwartaal6055,1
2020*4e kwartaal6054,3
2021*1e kwartaal6054,9
2021*2e kwartaal6054,2
* voorlopige cijfers

Het overheidssaldo en de schuldquote zijn belangrijke graadmeters voor de stand van de overheidsfinanciën in een land. De Europese normen hiervoor zijn een maximaal tekort van 3 procent en een maximale schuld van 60 procent van het bbp. De schuld bleef in 2020 onder de norm, het tekort over vorig jaar was daarentegen hoger dan de norm. Vanwege de uitzonderlijke omstandigheden heeft de Europese Commissie de Europese begrotingsregels echter tijdelijk opgeschort.