Economie groeit met 3,8 procent in tweede kwartaal 2021
De bijstelling wordt veroorzaakt door opwaarts bijgestelde cijfers van de consumptie door huishoudens en de overheidsconsumptie. Het totaalbeeld is niet veranderd. De groei in het tweede kwartaal is vooral toe te schrijven aan een stijging van de consumptie door huishoudens en het handelssaldo. Ook de consumptie van de overheid droeg positief bij. De investeringen daalden echter.
Jaar | Kwartaal | Index (2015=100) |
---|---|---|
2014 | 1e kwartaal | 97,3 |
2014 | 2e kwartaal | 97,9 |
2014 | 3e kwartaal | 98,1 |
2014 | 4e kwartaal | 99,0 |
2015 | 1e kwartaal | 99,6 |
2015 | 2e kwartaal | 99,9 |
2015 | 3e kwartaal | 100,2 |
2015 | 4e kwartaal | 100,3 |
2016 | 1e kwartaal | 101,2 |
2016 | 2e kwartaal | 101,4 |
2016 | 3e kwartaal | 102,6 |
2016 | 4e kwartaal | 103,4 |
2017 | 1e kwartaal | 103,9 |
2017 | 2e kwartaal | 104,9 |
2017 | 3e kwartaal | 105,6 |
2017 | 4e kwartaal | 106,5 |
2018 | 1e kwartaal | 106,9 |
2018 | 2e kwartaal | 107,5 |
2018 | 3e kwartaal | 107,9 |
2018 | 4e kwartaal | 108,4 |
2019 | 1e kwartaal | 109,0 |
2019 | 2e kwartaal | 109,5 |
2019 | 3e kwartaal | 109,9 |
2019 | 4e kwartaal | 110,4 |
2020 | 1e kwartaal | 108,6 |
2020 | 2e kwartaal | 99,5 |
2020 | 3e kwartaal | 107,0 |
2020 | 4e kwartaal | 107,0 |
2021 | 1e kwartaal | 106,2 |
2021 | 2e kwartaal | 110,2 |
Tweede berekening
De tweede berekening wordt 90 dagen na afloop van het kwartaal gemaakt. De eerste berekening, 45 dagen na afloop van een kwartaal, is op basis van de dan beschikbare informatie. Na deze eerste berekening komt voortdurend meer informatie beschikbaar over de Nederlandse economie, zoals van de bouw, de zakelijke dienstverlening, de horeca, de overheid, de zorg en de financiële instellingen die vervolgens wordt verwerkt in nieuwe berekeningen.
De bijstelling is groter dan gemiddeld in de afgelopen vijf jaar (2016-2020). De absolute bijstelling van de tweede berekening ten opzichte van de eerste berekening was in die periode gemiddeld 0,04 procentpunt. De twee uitersten bedroegen toen -0,2 en 0,1 procentpunt.
Bijstelling groei in voorgaande kwartalen
Bij elke nieuwe berekening van het bbp bepaalt het CBS ook opnieuw de seizoengecorrigeerde reeks van de eerder gepubliceerde kwartalen. Dit heeft niet tot een bijstelling geleid van de bbp-groei van de voorgaande kwartalen.
Groei ten opzichte van het tweede kwartaal van 2020
Ten opzichte van een jaar eerder groeide de economie in het tweede kwartaal met 10,4 procent. Volgens de eerste berekening was dat 9,7 procent. De opwaartse bijstelling wordt veroorzaakt door nieuwe cijfers over de zorg, de financiële instellingen, het vervoer, de reisbranche en de horeca. Zo is productie van de ziekenhuizen sterker hersteld dan eerder geraamd en is er een opwaartse bijstelling bij de GGD’s voor vaccinaties en testen.
Het totaalbeeld is niet veranderd. Vooral de consumptie door huishoudens en het handelssaldo waren hoger dan in het tweede kwartaal van 2020. Ook de investeringen en de overheidsconsumptie hadden een positieve bijdrage aan de jaar-op-jaargroei.
Jaar | Kwartaal | Index (%-mutatie t.o.v. jaar eerder) |
---|---|---|
2014 | 1e kwartaal | 1,3 |
2014 | 2e kwartaal | 1,4 |
2014 | 3e kwartaal | 1,1 |
2014 | 4e kwartaal | 1,8 |
2015 | 1e kwartaal | 1,9 |
2015 | 2e kwartaal | 2,1 |
2015 | 3e kwartaal | 2,5 |
2015 | 4e kwartaal | 1,4 |
2016 | 1e kwartaal | 2,1 |
2016 | 2e kwartaal | 2,3 |
2016 | 3e kwartaal | 2,1 |
2016 | 4e kwartaal | 2,2 |
2017 | 1e kwartaal | 3,2 |
2017 | 2e kwartaal | 3,0 |
2017 | 3e kwartaal | 2,8 |
2017 | 4e kwartaal | 2,6 |
2018 | 1e kwartaal | 2,6 |
2018 | 2e kwartaal | 2,7 |
2018 | 3e kwartaal | 2,2 |
2018 | 4e kwartaal | 1,9 |
2019 | 1e kwartaal | 1,9 |
2019 | 2e kwartaal | 2,0 |
2019 | 3e kwartaal | 2,1 |
2019 | 4e kwartaal | 1,9 |
2020 | 1e kwartaal | -0,2 |
2020 | 2e kwartaal | -9,2 |
2020 | 3e kwartaal | -2,6 |
2020 | 4e kwartaal | -2,9 |
2021 | 1e kwartaal | -2,4 |
2021 | 2e kwartaal | 10,4 |
Aantal banen groeit 153 duizend
Volgens de tweede berekening steeg het aantal banen van werknemers en zelfstandigen in het tweede kwartaal met 153 duizend ten opzichte van het eerste kwartaal van 2021. De eerste berekening kwam uit op een toename 133 duizend banen.
Ten opzichte van het tweede kwartaal van 2020 waren er in het tweede kwartaal van 2021 volgens de tweede berekening 283 duizend banen van werknemers en zelfstandigen meer. Dat was bij de eerste berekening 262 duizend.
De banencijfers zijn bijgesteld op basis van aangevulde broninformatie.
mutatie (verandering t.o.v. kwartaal eerder (x 1 000)) | ||
---|---|---|
2014 | 1e kwartaal | -12 |
2014 | 2e kwartaal | 18 |
2014 | 3e kwartaal | 23 |
2014 | 4e kwartaal | 29 |
2015 | 1e kwartaal | 35 |
2015 | 2e kwartaal | 33 |
2015 | 3e kwartaal | 37 |
2015 | 4e kwartaal | 41 |
2016 | 1e kwartaal | 13 |
2016 | 2e kwartaal | 53 |
2016 | 3e kwartaal | 45 |
2016 | 4e kwartaal | 56 |
2017 | 1e kwartaal | 64 |
2017 | 2e kwartaal | 67 |
2017 | 3e kwartaal | 76 |
2017 | 4e kwartaal | 73 |
2018 | 1e kwartaal | 80 |
2018 | 2e kwartaal | 68 |
2018 | 3e kwartaal | 65 |
2018 | 4e kwartaal | 46 |
2019 | 1e kwartaal | 58 |
2019 | 2e kwartaal | 45 |
2019 | 3e kwartaal | 32 |
2019 | 4e kwartaal | 53 |
2020 | 1e kwartaal | 50 |
2020 | 2e kwartaal | -291 |
2020 | 3e kwartaal | 158 |
2020 | 4e kwartaal | -20 |
2021 | 1e kwartaal | -9 |
2021 | 2e kwartaal | 153 |
Bronnen
- StatLine - Bbp, productie en bestedingen; kwartalen, mutaties, nationale rekeningen
- StatLine - Arbeidsvolume en werkzame personen, kwartalen; nationale rekeningen
Relevante links
- Achtergrond - Bijstellingen nationale rekeningen: algemeen overzicht
- Dossier - Conjunctuur