occupancy-modellen

Met occupancy-modellen kan gecorrigeerd worden voor verschillen in waarnemersinspanning. Zonder deze modellen kunnen ‘losse waarnemingen’ van sprinkhanen niet gebruikt worden om een betrouwbare uitspraak te doen over de voor- of achteruitgang van een soort. Het aantal waarnemingen kan bijvoorbeeld plotseling snel stijgen wanneer in een bepaald gebied meer waarnemers actief worden, of gericht wordt gezocht naar een bepaalde soort. Het lijkt dan alsof de soort vooruit gaat, terwijl in feite alleen de waarnemersinspanning is toegenomen.
 
Als de database met verspreidingsgegevens aan enkele voorwaarden voldoet, dan kunnen jaarlijkse trefkansen per soort worden berekend. Die trefkansen worden vervolgens gebruikt door occupancy-modellen om de verschillen in waarnemersinspanning te corrigeren.