107 inwoners verdronken in 2020

Over dit onderwerp zijn nieuwere cijfers beschikbaar. Bekijk de laatste cijfers.
Hulpdiensten zijn op zoek naar een ter water geraakt persoon
© Hollandse Hoogte / Rob Engelaar
In 2020 verdronken 107 inwoners van Nederland, 31 meer dan in 2019. Het aantal mannen dat verdronk steeg van 64 in 2019 naar 85 afgelopen jaar. Bij vrouwen steeg het aantal verdrinkingen van 12 naar 22. Naast 107 inwoners verdronken 30 niet-inwoners. Dat meldt het CBS op basis van de meest recente cijfers.

Gemiddeld over de afgelopen twintig jaar verdronken jaarlijks 87 inwoners van Nederland. In de periode van 1981 tot en met 2000 waren dat er jaarlijks gemiddeld 110. In de periode van 2011 tot en met 2020 vond 70 procent van de verdrinkingen plaats in open water: een sloot, rivier, kanaal, gracht, recreatieplas, meer, vijver of in zee. Ruim 20 procent gebeurde in en om het huis. Bij kinderen jonger dan 10 jaar vond ruim 40 procent van de verdrinkingen plaats in en om het huis.

Overledenen door verdrinking
JaarMannen (inwoners)Vrouwen (inwoners)
1950407109
195135884
195235698
195338688
195432486
195536489
195630379
195738778
195832591
195939080
196028375
196135274
196229867
196333476
196433580
196529577
196635679
196735371
196827360
196926272
197023666
197125256
197222956
197323962
197420246
197522251
197620443
197712430
197815031
197913035
198011027
198113136
198215335
198312434
19849531
19859623
198610224
19877522
19887029
19898025
19908526
19916518
19927223
19936624
19948321
19957318
19965219
19977915
19987310
19997318
20007334
20016817
20028827
20036423
20047125
20057617
20066721
20076115
20085621
20095922
20106515
20116212
20126417
20135925
20145423
20156419
20166521
20176718
20188923
20196412
2020*8522
* voorlopige cijfers
 

Het totaal aantal verdrinkingen is sinds 1950 fors gedaald. In de jaren vijftig verdronken nog jaarlijks 400 tot 500 inwoners in Nederland. Vanaf begin jaren negentig schommelde dit aantal tussen de 70 en 115, met een gemiddelde van 87 inwoners van Nederland in de afgelopen twintig jaar. Ten opzichte van 2019—een jaar met relatief weinig verdrinkingen (76)—nam het aantal verdrinkingen in 2020 toe tot 107.

Meer verdrinkingen onder 60-plussers

De afgelopen twee jaar was meer dan de helft van de inwoners die verdronken 60 jaar of ouder; de afgelopen tien jaar was dat gemiddeld 45 procent. In de periode van 2001 tot en met 2010 betrof 36 procent van de verdrinkingen iemand van 60 jaar of ouder.

Ook relatief gezien (per 100 duizend inwoners in die leeftijdsgroep) vonden de meeste verdrinkingen in de afgelopen twee jaar plaats bij inwoners van 60 jaar of ouder. Per 100 duizend 60-plussers waren er in 2020 1,2 verdrinkingen tegen 0,5 verdrinkingen per 100 duizend 40- tot 60-jarigen.

Overledenen door verdrinking
JaarJonger dan 10 jaar (per 100 duizend inwoners)10 tot 20 jaar (per 100 duizend inwoners)20 tot 40 jaar (per 100 duizend inwoners)40 tot 60 jaar (per 100 duizend inwoners)60 jaar of ouder (per 100 duizend inwoners)
195012,43,92,32,94,8
195110,32,72,22,15,1
19529,73,21,93,14,6
195311,44,12,01,73,9
19549,83,01,61,83,6
19559,14,32,01,85,0
19568,82,51,31,64,3
19579,34,22,01,45,7
19589,92,71,31,83,9
195910,04,42,31,33,4
19609,22,00,91,03,5
19619,53,11,71,13,9
19627,72,51,21,43,7
19639,62,51,61,13,3
19648,62,91,31,44,1
19658,21,91,41,62,9
19668,72,91,31,64,3
19678,53,21,61,23,2
19686,71,61,21,43,2
19696,72,01,51,02,4
19706,11,61,21,32,2
19716,70,91,41,02,6
19726,21,00,91,22,5
19736,31,21,31,42,0
19746,10,60,51,21,9
19755,30,71,21,62,1
19764,80,80,91,52,1
19774,00,40,30,31,9
19784,10,50,60,81,5
19794,10,50,40,71,5
19803,00,40,50,71,1
19813,80,50,70,81,3
19824,30,60,70,81,5
19832,90,40,71,01,3
19842,50,40,50,90,7
19852,40,60,30,81,0
19862,30,40,60,90,7
19872,10,40,20,70,7
19882,10,10,30,60,9
19891,60,20,30,61,3
19902,30,50,30,60,9
19911,90,30,20,30,7
19921,70,30,30,51,0
19931,70,20,30,50,7
19941,70,50,40,50,9
19951,50,30,30,50,9
19961,50,30,30,40,3
19971,80,30,20,50,7
19981,20,10,40,50,5
19991,40,40,40,40,7
20001,20,20,30,81,1
20011,00,30,20,60,9
20021,40,40,20,71,2
20030,70,30,30,51,0
20041,10,30,20,71,0
20051,00,20,20,51,1
20060,70,20,10,61,2
20070,50,30,30,40,9
20080,70,20,20,40,9
20090,70,10,30,60,8
20100,50,40,30,30,9
20110,20,00,40,40,9
20120,50,30,30,50,8
20130,40,40,20,60,8
20140,50,20,20,31,0
20150,40,10,40,31,0
20160,40,30,30,41,0
20170,40,40,40,40,8
20180,40,30,50,61,1
20190,30,20,30,30,9
2020*0,30,30,40,51,2
* voorlopige cijfers

Steeds minder kinderen verdrinken

Van de jaren vijftig tot de eeuwwisseling verdronken relatief gezien veel kinderen tot 10 jaar. In 1950 vonden 12,4 verdrinkingen plaats per 100 duizend kinderen onder de 10 jaar; in 2001 was dat nog 1 verdrinking per 100 duizend kinderen. Het afgelopen jaar waren er 0,3 verdrinkingen per 100 duizend kinderen jonger dan 10 jaar. 

Ook in absolute aantallen is de afname van het aantal verdrinkingen goed zichtbaar. In 1950 verdronken nog 266 jonge kinderen, 197 jongens en 69 meisjes. De afgelopen tien jaar verdronken jaarlijks gemiddeld 7 jonge kinderen, het merendeel jongens. De afname van het aantal verdrinkingen is het grootst bij kinderen van 1 tot 5 jaar: van 187 in 1950 tot gemiddeld 5 per jaar in de laatste tien jaar. Bij kinderen van 5 tot 10 jaar daalde het aantal verdrinkingen ook: van 76 in 1950 tot gemiddeld 2 per jaar in de laatste tien jaar.

Sterfte door verdrinking hoogst bij niet-westerse migratieachtergrond

In alle leeftijdsgroepen verdronken in de periode van 2016 tot en met 2020 relatief gezien veel inwoners met een niet-westerse migratieachtergrond. Het grootste verschil is te zien bij kinderen jonger dan 10 jaar en bij 10- tot 20-jarigen: in deze leeftijdsgroepen was de sterfte door verdrinking bijna 4 keer zo hoog bij kinderen met een niet-westerse migratieachtergrond als bij kinderen met een Nederlandse achtergrond. In de afgelopen vijf jaar verdronken 16 kinderen jonger dan 10 jaar met een niet-westerse migratieachtergrond tegen 15 kinderen met een Nederlandse achtergrond. In dezelfde periode verdronken 15 jongeren van 10 tot 20 jaar met een niet-westerse migratieachtergrond tegen 14 met een Nederlandse achtergrond.

Zowel bij de eerste als de tweede generatie met een niet-westerse migratieachtergrond was de sterfte door verdrinking hoger dan bij mensen met een Nederlandse achtergrond.

Overledenen door verdrinkingen, naar (migratie)achtergrond, 2016/2020*
LeeftijdNederlands (per 100 duizend inwoners)Westers (per 100 duizend inwoners)Niet-westers (per 100 duizend inwoners)
Jonger dan
10 jaar
0,230,250,99
10 tot
20 jaar
0,190,260,85
20 tot
40 jaar
0,240,590,69
40 tot
60 jaar
0,330,830,85
60 jaar
of ouder
1,020,571,47
* voorlopige cijfers

In de leeftijd van 20 tot 60 jaar overleden relatief gezien ook veel inwoners met een westerse migratieachtergrond door verdrinking. Bij inwoners van 60 jaar of ouder was de sterfte door verdrinking juist het laagst bij inwoners met een westerse migratieachtergrond. Bij mensen met een westerse migratieachtergrond was de sterfte door verdrinking alleen hoger bij de eerste generatie.