Arbeidsparticipatie statushouders stagneert

© Hollandse Hoogte / Jan Lankveld
Van de statushouders die in 2014 een verblijfsvergunning hebben ontvangen, had 43 procent medio 2020 een baan. De arbeidsparticipatie nam de afgelopen jaren toe, maar de toename is tijdens de coronacrisis tot stilstand gekomen. Statushouders werken vaak in deeltijd, hebben relatief vaak een contract voor bepaalde tijd en werken vaak in de horeca. Dat blijkt uit nieuwe cijfers uit het onderzoek Asiel en integratie 2021 van het CBS.

Het CBS onderzoekt elk jaar in opdracht van de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Justitie en Veiligheid, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Volksgezondheid, Welzijn en Sport hoe het asielzoekers vergaat die vanaf 2014 in Nederland zijn aangekomen. Dit bericht licht daar de statushouders uit: asielzoekers die een verblijfsvergunning hebben gekregen.

In de periode 2014 tot en met juni 2020 ontvingen 158 duizend mensen een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Daarvan hebben de meeste mensen de Syrische nationaliteit (91 duizend), gevolgd door de Eritrese nationaliteit (29 duizend). Sinds 2017 krijgen steeds meer mensen met een Turkse of Jemenitische nationaliteit een verblijfsvergunning in Nederland (respectievelijk 2,5 duizend en 1,5 duizend).

Verleende verblijfsvergunningen asiel, nationaliteit
JaarSyrië (x 1 000)Irak (x 1 000)Afghanistan (x 1 000)Eritrea (x 1 000)Iran (x 1 000)Overig (x 1 000)
Eerste helft 20202,1850,1950,2501,0750,2403,830
20196,9800,7850,6553,2601,65016,515
20187,2251,1100,7654,7302,03514,355
201717,9601,5300,4854,8000,86510,440
201612,7601,1951,1252,9800,95512,315
201529,7003,3452,6707,8802,0308,650
201413,2501,0600,6053,9400,5507,360

Recentere vergunninghouders sneller aan het werk

Na een verplichte inburgering gaan steeds meer statushouders werken. Naarmate mensen langer een verblijfsvergunning hebben, hebben zij vaker een baan. De recentere cohorten hebben steeds sneller een baan. Van degenen die in 2014 een vergunning hebben gekregen, had na twee jaar 6 procent een baan, van de statushouders uit 2017 was dat 12 procent. In de laatste zes maanden is de groei van het aandeel met een baan echter gestagneerd of zelfs licht gedaald. Deze periode valt deels samen met het tweede kwartaal van 2020, het begin van de coronacrisis.

Statushouders met werk
Maanden na ontvangen vergunningCohort 2014 (% van 18- tot 65-jarige statushouders)Cohort 2015 (% van 18- tot 65-jarige statushouders)Cohort 2016 (% van 18- tot 65-jarige statushouders)Cohort 2017 (% van 18- tot 65-jarige statushouders)Cohort 2018 (% van 18- tot 65-jarige statushouders)
30,920,570,991,212,00
61,380,981,841,973,09
122,522,343,804,226,12
183,714,607,367,839,25
246,438,5011,7711,99
3010,7713,7718,8615,53
3617,7122,2225,45
4224,9629,2429,49
4833,5235,23
5438,5235,07
6042,34
6641,36

Minder zekere arbeidsmarktpositie

Statushouders hebben vaak een minder zekere positie op de arbeidsmarkt. Zij hebben vaker dan gemiddeld een contract voor bepaalde tijd, een baan in deeltijd, en zijn relatief vaak werkzaam in de horeca. Hoewel statushouders naarmate zij langer een vergunning hebben vaker een vast contract hebben en meer uren werken, is hun positie kwetsbaarder dan die van de gemiddelde Nederlander met een baan. Van de statushouders uit 2014 was de meest recente baan voor 65 procent in deeltijd, voor 78 procent een baan zonder vast contract. 16 procent werkte in de horeca. Van het vergunningscohort 2019 bestonden de banen voor 86 procent uit een baan in deeltijd, voor 92 procent uit een tijdelijk contract en werkte 37 procent in de horeca.

Baankenmerken van statushouders, per jaar van vergunning
ContractGemiddeld in Nederland (%)2019 (%)2018 (%)2017 (%)2016 (%)2015 (%)2014 (%)
Bepaalde tijd35,692,089,388,485,382,278,4
Deeltijd55,286,084,982,274,771,765,5
Horeca5,137,233,029,223,020,416,2

Hoogste aandeel statushouders uit 2014 met baan in Flevoland en Zeeland

Van de statushouders die in 2014 een vergunning hebben ontvangen, heeft na 5,5 jaar 43 procent een baan. Dat aandeel is echter niet gelijk verdeeld over Nederland. Van de statushouders uit 2014 die in de gebieden Flevoland en (overig) Zeeland wonen, heeft meer dan 50 procent een baan na 5,5 jaar, terwijl in Oost-Groningen, Zuidwest-Friesland en Zuidwest-Drenthe minder dan 35 procent een baan heeft.

Statushouders met baan, 66 maanden na vergunning in 2014
CoropNaam% werknemer (%)
Oost-Groningen25,8
Delfzijl en omgeving20,0
Overig Groningen40,9
Noord-Friesland49,2
Zuidwest-Friesland29,2
Zuidoost-Friesland48,6
Noord-Drenthe37,6
Zuidoost-Drenthe38,8
Zuidwest-Drenthe29,7
Noord-Overijssel42,6
Zuidwest-Overijssel47,4
Twente36,8
Veluwe41,2
Achterhoek44,1
Arnhem/Nijmegen42,9
Zuidwest-Gelderland44,1
Utrecht46,3
Kop van Noord-Holland45,3
Alkmaar en omgeving42,1
IJmond38,3
Agglomeratie Haarlem39,2
Zaanstreek32,5
Groot-Amsterdam47,7
Het Gooi en Vechtstreek37,3
Agglomeratie Leiden en Bollenstreek44,0
Agglomeratie 's-Gravenhage41,5
Delft en Westland49,8
Oost-Zuid-Holland47,2
Groot-Rijnmond36,6
Zuidoost-Zuid-Holland36,9
Zeeuwsch-Vlaanderen41,9
Overig Zeeland50,5
West-Noord-Brabant38,7
Midden-Noord-Brabant46,6
Noordoost-Noord-Brabant48,4
Zuidoost-Noord-Brabant47,4
Noord-Limburg42,0
Midden-Limburg41,7
Zuid-Limburg43,1
Flevoland51,9

De publicatie Asiel en integratie 2021 geeft inzicht in de instroom van asielzoekers bij het COA en in de samenstelling van de nieuwste groep statushouders. Daarnaast wordt een actueel beeld geschetst van hoe het de statushouders vergaat die sinds 2014 een verblijfsvergunning asiel hebben gekregen. Er worden cijfers gepresenteerd over het verblijf in COA-opvang, de wachttijd tot het verkrijgen van een verblijfsvergunning, huisvesting, inburgering, huishoudenssamenstelling, gezinshereniging, onderwijs, werk en inkomen, zorggebruik en criminaliteit. Dit onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van de ministeries Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Justitie en Veiligheid, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Volksgezondheid, Welzijn en Sport.