Stijging van het aantal daklozen tot stilstand gekomen

jonge dakloze eenzaam op een bankje
© Hollandse Hoogte / Studio Oostrum
Op 1 januari 2020 telde Nederland naar schatting ruim 36 duizend daklozen. De jarenlange stijging, tot 39 duizend in 2018, is hiermee tot stilstand gekomen. Er waren vooral minder jonge daklozen. Ruim 8 op de 10 daklozen is man. Daklozen zijn naar verhouding vaak te vinden in een van de vier grote steden. Dat stelt het CBS vast op basis van de nieuwste cijfers.

Daklozen zijn mensen die slapen op straat, in portieken, gebruikmaken van laagdrempelige opvang, of incidenteel van opvang bij vrienden of familie. Van elke 10 duizend Nederlanders in de leeftijd van 18 tot 65 jaar waren er 34 op 1 januari 2020 dakloos. Tussen 2009 en 2012 nam het aantal daklozen toe van 17 naar 24 per 10 duizend inwoners in die leeftijdsgroep. Daarna stagneerde de stijgende trend enigszins, om in 2015 opnieuw door te zetten. In 2018 werd met 37 daklozen op de 10 duizend 18- tot 65-jarigen een voorlopige piek bereikt.

Daklozen*
JaarAantal daklozen (per 10 duizend 18- tot 65-jarigen)
200917
201022
201123
201226
201324
201426
201530
201629
201733
201837
2019
202034
*cijfer 2019 ontbreekt, cijfer 2020 is voorlopig

Dakloze relatief vaak man in de grote stad

De populatie daklozen bestaat vooral uit mannen, in 2020 was 84 procent man. Relatief veel daklozen verblijven in een van de vier grootste gemeenten (Rotterdam, Den Haag, Utrecht of Amsterdam): 36 procent van alle daklozen was in 2020 in een van deze vier steden te vinden.

Minder jonge daklozen

In 2020 waren er 8,5 duizend daklozen in de jongste leeftijdsgroep (18 tot 27 jaar). Dit is een nieuwe leeftijdsindeling, die verder alleen in 2016 gebruikt is. Toen waren dat er nog 10,7 duizend. Het aantal daklozen van 27 tot 65 jaar nam in diezelfde periode juist toe van 19,8 duizend in 2016 tot 27,9 duizend in 2020.
De groep jongere daklozen telt relatief veel vrouwen: 26 procent, tegen 16 procent van alle daklozen. Ook het aandeel met een niet-westerse migratieachtergrond is met 58 procent hoger onder 18- tot 27-jarigen dan bij de totale groep daklozen (50 procent).

Leeftijdsverdeling daklozen
jaar18 tot 27 jaar (%)27 tot 50 jaar (%)50 tot 65 jaar (%)
2016354916
2020*235720
*voorlopige cijfers

Helft heeft niet-westerse migratieachtergrond

Het aandeel daklozen met een niet-westerse migratieachtergrond nam toe van 36 procent in 2009 tot 50 procent in 2020. Dit betekent bijna een verdriedubbeling, van 6,5 duizend naar 18,3 duizend. Daklozen met een westerse migratieachtergrond maken 10 procent uit van de totale groep. Dit is sinds 2009 stabiel.
In de vier grote steden heeft 66 procent van de daklozen een niet-westerse migratieachtergrond, en 10 procent een westerse migratieachtergrond.

Migratieachtergrond daklozen
MigratieachtergrondNiet-westersNederlandsWesters
2020*504010
200936549
*voorlopige cijfers