Overheidstekort over 2020 uitgekomen op 34 miljard euro
Het overheidssaldo en de overheidsschuld zijn de belangrijkste indicatoren voor de toestand van de overheidsfinanciën. De Europese normen hiervoor zijn een maximaal tekort van 3 procent en een maximale schuld van 60 procent van het bbp. Het tekort over 2020 is hoger dan de norm, terwijl de schuld onder de norm is gebleven. Door de uitzonderlijke omstandigheden heeft de Europese Commissie de Europese begrotingsregels echter tijdelijk opgeschort.
Jaar | Overheidssaldo (% bbp) | EMU-norm (% bbp) |
---|---|---|
2000 | 1,2 | -3,0 |
2001 | -0,4 | -3,0 |
2002 | -2,0 | -3,0 |
2003 | -3,1 | -3,0 |
2004 | -1,8 | -3,0 |
2005 | -0,5 | -3,0 |
2006 | 0,0 | -3,0 |
2007 | -0,2 | -3,0 |
2008 | 0,1 | -3,0 |
2009 | -5,2 | -3,0 |
2010 | -5,3 | -3,0 |
2011 | -4,5 | -3,0 |
2012 | -4,0 | -3,0 |
2013 | -3,0 | -3,0 |
2014 | -2,3 | -3,0 |
2015 | -2,1 | -3,0 |
2016 | 0,0 | -3,0 |
2017 | 1,3 | -3,0 |
2018 | 1,4 | -3,0 |
2019* | 1,8 | -3,0 |
2020* | -4,3 | -3,0 |
* voorlopige cijfers |
Uitgaven met 44 miljard euro gestegen
De overheid heeft in 2020 ruim 384 miljard euro uitgegeven. Hiermee waren de uitgaven 44 miljard euro hoger dan een jaar eerder.
Van de uitgavenstijging kwam 30 miljard euro door subsidies aan bedrijven en instellingen. Ongeveer de helft hiervan betreft de loonsubsidies verstrekt vanuit de tijdelijke noodmaatregel overbrugging werkgelegenheid (NOW). Andere grote tijdelijke subsidieregelingen in verband met de coronacrisis waren continuïteitsbijdragen aan bedrijven en instellingen in de zorg, de tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (TOZO), de tegemoetkoming vaste lasten (TVL), de beschikbaarheidsvergoeding openbaar vervoer, en de overheidsfinanciering van de zorgbonus die werkgevers aan zorgpersoneel hebben verstrekt.
Door de tijdelijke subsidies bleef veel personeel van bedrijven en instellingen ondanks de crisis in dienst. De toename van de uitkeringslasten over 2020 was mede daardoor beperkt. Deze lasten namen wel met ruim 4 miljard euro toe, maar zij waren in beperkte mate aan corona te wijten. Iets minder dan de helft was het gevolg van hogere AOW-lasten. Bijna een derde van de toename van uitkeringslasten kwam door hogere uitgaven van het Rijk aan toeslagen, zoals voor zorg en kinderen. Bijstandsuitkeringen droegen gering bij aan de hogere uitkeringslasten.
Inkomsten ondanks crisis redelijk op peil gebleven
De overheid zag haar inkomsten over 2020 met 4 miljard euro dalen tot 350 miljard euro. Inkomsten uit vermogen zoals rente en dividend daalden relatief sterk met ruim 2 miljard euro. Door de coronacrisis keerden overheidsbedrijven minder dividend uit. Ook drukte het aanmerkelijk belang van de Staat in Air France-KLM de inkomsten uit vermogen; het verlies van Air France-KLM over 2020 is voor bijna 1 miljard euro toegerekend aan de Staat. De inkomsten uit vermogen maken nu nog maar 1 procent uit van het totaal van overheidsinkomsten. Tien jaar geleden was dit nog boven de 5 procent. De belangrijkste oorzaak van deze daling is het opdrogen van de aardgasbaten.
De belasting- en premieopbrengsten over 2020 daalden met bijna 2 miljard euro, oftewel 0,5 procent ten opzichte van een jaar eerder. Vergeleken met de sterke economische krimp valt deze daling mee. Oorzaak van de relatieve kleine daling zijn de overheidssubsidies, waarvan het geld via belastingen en premies weer gedeeltelijk terug in de schatkist rolt. Zo nam de loon- en inkomstenheffing over 2020 toe. Daarentegen namen de opbrengsten van de vennootschapsbelasting af. Dit kwam deels doordat de Belastingdienst in 2019 hogere voorlopige aanslagen heeft opgelegd. Hierdoor is in 2020 minder over een jaar eerder geïnd dan in 2019. De btw-opbrengsten over 2020 bleven nagenoeg stabiel ten opzichte van een jaar eerder.
Jaar | Inkomsten (mld euro) | Uitgaven (mld euro) |
---|---|---|
2000 | 195,9 | 190,5 |
2001 | 204,4 | 206,4 |
2002 | 207,7 | 217,8 |
2003 | 212,3 | 228,1 |
2004 | 220,5 | 229,8 |
2005 | 230,5 | 233,0 |
2006 | 251,7 | 251,9 |
2007 | 261,6 | 262,9 |
2008 | 280,3 | 279,7 |
2009 | 265,5 | 297,9 |
2010 | 272,4 | 306,5 |
2011 | 275,6 | 304,6 |
2012 | 279,7 | 306,0 |
2013 | 287,9 | 307,8 |
2014 | 292,7 | 308,0 |
2015 | 293,9 | 308,4 |
2016 | 308,8 | 308,8 |
2017 | 322,6 | 313,0 |
2018 | 338,0 | 327,0 |
2019* | 354,4 | 340,0 |
2020* | 350,5 | 384,5 |
* voorlopige cijfers |
Schuld met 40 miljard euro gestegen
Door het forse tekort steeg de overheidsschuld in 2020 met 40 miljard euro, tot 435 miljard euro. Deze toename komt voornamelijk door de financiering van het tekort van 34 miljard euro. Ook kwam er minder geld in de staatskas door het verleende uitstel van betaling van belastingen, één van de coronasteunmaatregelen van het kabinet. Daardoor moest de Staat extra lenen. Anderzijds had de overheid nog niet alle subsidies als gevolg van de coronacrisis uitgekeerd. Dat heeft de schuldtoename gedempt. Samen met andere vooruitbetalingen en ontvangsten dan wel uitgestelde betalingen en ontvangsten hebben zij per saldo tot 8 miljard euro extra financiering geleid.
De schuldquote kwam eind 2020 uit op 54,5 procent. Dit is bijna 6 procentpunt hoger dan eind 2019. De hoogste schuldquote in de laatste 20 jaar werd eind 2014 bereikt, met 67,9 procentpunt.
Jaar | Schuldquote (% bbp) | EMU-normen (% bbp) |
---|---|---|
2000 | 52,1 | 60,0 |
2001 | 49,5 | 60,0 |
2002 | 48,8 | 60,0 |
2003 | 50,0 | 60,0 |
2004 | 50,3 | 60,0 |
2005 | 49,8 | 60,0 |
2006 | 45,2 | 60,0 |
2007 | 43,0 | 60,0 |
2008 | 54,7 | 60,0 |
2009 | 56,8 | 60,0 |
2010 | 59,3 | 60,0 |
2011 | 61,7 | 60,0 |
2012 | 66,3 | 60,0 |
2013 | 67,7 | 60,0 |
2014 | 67,9 | 60,0 |
2015 | 64,7 | 60,0 |
2016 | 61,9 | 60,0 |
2017 | 56,9 | 60,0 |
2018 | 52,4 | 60,0 |
2019* | 48,7 | 60,0 |
2020* | 54,5 | 60,0 |
Bronnen
- StatLine - Overheidsfinanciën; kerncijfers
Relevante links
- Kwartaalmonitor - Overheidsfinanciën, vierde kwartaal 2020
- Visualisatie - Maandindicatoren Rijksoverheid
- Visualisatie - Dashboard overheidsfinanciën