Gebruik overheidssites verder toegenomen

vrouw bezig haar aangifte belastingen te doen op laptop
© Hollandse Hoogte / Roel Burgler
In 2020 maakte 86 procent van de Nederlandse bevolking van 16 tot 75 jaar minstens één keer per jaar gebruik van overheidswebsites. Een jaar eerder was dat nog 81 procent. De sites werden vooral gebruikt om informatie te zoeken en om officiële documenten te versturen. Dit blijkt uit de enquête ICT-gebruik van huishoudens en personen die jaarlijks door het CBS en de andere EU-lidstaten wordt gehouden.

Nederland behoort tot de kopgroep van EU-landen met het grootste aandeel inwoners dat de digitale overheid gebruikt. Nederland stond in 2020 samen met Zweden op de derde plaats van landen in de Europese Unie (EU-27) waar burgers het meest op overheidswebsites te vinden zijn.

Vorig jaar gaf 86 procent van de Nederlanders van 16 tot 75 jaar aan een overheidssite te hebben bezocht. Omgerekend zijn dat ongeveer 11 miljoen mensen. Alleen Denemarken en Finland scoorden met achtereenvolgens 91 en 88 procent hoger. Het gebruik van de digitale overheid was het laagst in Zuid- en Oost-Europa.

Gebruik overheidswebsites in EU-27 landen, 2020
Landenscore (% personen van 16 tot 75 jaar)
Denemarken91
Finland88
Nederland86
Zweden86
Estland80
Letland76
Oostenrijk72
Slovenië67
Duitsland66
Luxemburg63
Spanje63
Ierland62
Slowakije62
België61
Hongarije60
Litouwen58
Tsjechië57
Malta55
Griekenland53
Cyprus53
Portugal45
Polen42
Kroatië41
Bulgarije27
Roemenië13
Frankrijk¹⁾
Italië¹⁾
1) Geen gegevens

Overheidswebsites en websites van publieke instanties

Onder overheidswebsites vallen websites van overheidsinstanties, zoals websites voor het doen van belastingaangifte, aanvragen van uitkeringen en subsidies, doorgeven van adreswijzigingen of maken van een afspraak voor bijvoorbeeld een paspoort of rijbewijs. Websites van publieke instanties worden ook tot overheidssites gerekend. Daarbij moet men denken aan websites van waterleveranciers, gezondheids- of onderwijsinstellingen of van bibliotheken.

Het onderzoek ICT-gebruik van huishoudens en personen wordt jaarlijks door het CBS gehouden van april tot en met juli. In 2020 hebben ongeveer 5,6 duizend mensen van 16 tot 75 jaar deelgenomen aan het onderzoek. Of het gestegen gebruik van overheidswebsites te maken heeft met de coronapandemie en de genomen maatregelen, is met deze cijfers niet te zeggen.

Overheidswebsites vooral gebruikt om informatie op te zoeken

De meeste Nederlanders maken gebruik van de overheidssites om informatie op te zoeken. In 2020 zei 81 procent de digitale overheid hiervoor te gebruiken. Iets minder, 73 procent, bezocht de overheidssites om documenten in te vullen en te versturen, en 59 procent deed dat om die te printen of te downloaden.

Het sterkst toegenomen is het versturen van documenten. Dit nam toe van 58 procent in 2019 naar 73 procent een jaar later.

Gebruik overheidswebsites in Nederland
Overheid2020 (% personen van 16 tot 75 jaar)2019 (% personen van 16 tot 75 jaar)
Totaal
gebruik
8681
Informatie
zoeken
8176
Ingevulde
documenten
versturen
7358
Documenten
downloaden
5952

Vooral 25- tot 55-jarigen en hoogopgeleiden

Bijna 90 procent van de 25- tot 55-jarigen maakte in 2020 gebruik van een overheidswebsite. Jongeren (16- tot 25-jarigen) en 55- tot 65-jarigen deden dat iets minder (85 procent). Het gebruik van de digitale overheid is met 77 procent het laagst onder de 65- tot 75-jarigen.

Bijna alle hoogopgeleiden (96 procent) gaven aan gebruik te maken van overheidswebsites. Bij middelbaar opgeleiden was dit 89 procent en bij laagopgeleiden 73 procent.

Mannen gebruiken de digitale overheid iets vaker dan vrouwen (88 tegen 84 procent).

Gebruik overheidswebsites, 2020
Kenmerk2020 (% personen van 16 tot 75 jaar)
Leeftijd
16 tot 25 jaar85
25 tot 35 jaar89
35 tot 45 jaar89
45 tot 55 jaar90
55 tot 65 jaar85
65 tot 75 jaar77
Opleidingsniveau
Laag73
Middelbaar89
Hoog96

Geen documenten verstuurd omdat het niet nodig was

Van de Nederlanders die hebben aangegeven dat ze geen overheidsdocumenten via internet hebben verstuurd (2,8 miljoen mensen), noemde 74 procent als reden dat zij helemaal geen documenten hoefden in te dienen.

Daarnaast noemde 17 procent dat een ander de documenten namens de persoon heeft ingediend, en 4 procent dat ze niet wisten hoe het moest.