Economie krimpt met 0,1 procent in vierde kwartaal 2020

Over dit onderwerp zijn nieuwere cijfers beschikbaar. Bekijk de laatste cijfers.
© Hollandse Hoogte / Dingena Mol
Volgens de eerste berekening van het CBS, op basis van nu beschikbare gegevens, is het bruto binnenlands product (bbp) in het vierde kwartaal van 2020 met 0,1 procent gekrompen ten opzichte van een kwartaal eerder. Deze krimp volgt op de grootste economische krimp en groei ooit door het CBS gemeten. In het tweede kwartaal nam het bbp af met 8,5 procent, om vervolgens met een groei van 7,8 procent in het derde kwartaal gedeeltelijk te herstellen. De krimp van 0,1 procent in het vierde kwartaal is vooral veroorzaakt door een daling van de consumptie door huishoudens. De toegenomen investeringen dempten de economische krimp.

Met het beschikbaar komen van het vierde kwartaal is ook het eerste groeicijfer voor het jaar 2020 bekend. Het bbp is vorig jaar met 3,8 procent gekrompen ten opzichte van een jaar eerder. Deze achteruitgang is net iets sterker dan de krimp in 2009 van 3,7 procent door de kredietcrisis en is daarmee de sterkste krimp ooit door het CBS gemeten.

Bruto binnenlandse product (volume), seizoengecorrigeerd
JaarKwartaalIndex (2010=100)
20131e kwartaal100,1
20132e kwartaal99,9
20133e kwartaal100,5
20134e kwartaal101,1
20141e kwartaal101
20142e kwartaal101,6
20143e kwartaal101,9
20144e kwartaal102,8
20151e kwartaal103,4
20152e kwartaal103,7
20153e kwartaal104,1
20154e kwartaal104,1
20161e kwartaal105,1
20162e kwartaal105,3
20163e kwartaal106,5
20164e kwartaal107,4
20171e kwartaal107,9
20172e kwartaal108,9
20173e kwartaal109,7
20174e kwartaal110,5
20181e kwartaal111,1
20182e kwartaal111,7
20183e kwartaal112
20184e kwartaal112,4
20191e kwartaal113
20192e kwartaal113,4
20193e kwartaal113,8
20194e kwartaal114,3
20201e kwartaal112,6
20202e kwartaal103
20203e kwartaal110,9
20204e kwartaal110,8

Huishoudens hebben in het vierde kwartaal 1,4 procent minder besteed dan in het derde kwartaal van 2020. Verder daalde de overheidsconsumptie met 0,1 procent. De uitvoer en invoer van goederen en diensten namen met respectievelijk 1,0 en 1,1 procent toe. De investeringen ten slotte stegen met 1,8 procent.

Vooral de gekrompen productie in de bedrijfstak handel, vervoer en horeca had een groot aandeel in de krimp van het bbp. De zakelijke dienstverlening, de industrie en de informatie- en communicatiesector droegen juist positief bij aan de economische ontwikkeling. 

Invloed van de coronacrisis op de eerste berekening

Door de coronacrisis zijn de groeicijfers omgeven met een grotere onzekerheid dan bij de eerste berekening gebruikelijk is. Zie hiervoor een toelichting.

Het vervolg van het nieuwsbericht gaat over de krimp van de economie in 2020. 

Bbp krimpt met 3,8 procent in 2020

Volgens de eerste berekening is het bbp in 2020 met 3,8 procent gekrompen ten opzichte van een jaar eerder. In 2019 groeide de economie nog met 1,7 procent. De krimp is vooral veroorzaakt door de lagere consumptie door huishoudens, maar ook de investeringen en het handelssaldo droegen bij aan de krimp. De overheidsconsumptie groeide wel licht.

Bruto binnenlands product (volume)
PeriodenVerandering (%-verandering t.o.v. jaar eerder)
20012,3
20020,2
20030,2
20042
20052,1
20063,5
20073,8
20082,2
2009-3,7
20101,3
20111,6
2012-1
2013-0,1
20141,4
20152
20162,2
20172,9
20182,6
20191,7
2020-3,8

Consumptie vooral gekrompen door sluiting horeca 

Consumenten hebben vorig jaar 6,6 procent minder besteed dan in 2019. Dit is de grootste krimp van de consumptie die het CBS ooit heeft gemeten. Consumenten gaven vooral veel minder uit aan horeca, recreatie en cultuur, vervoer en kleding. Aan voedingsmiddelen, woninginrichting en elektrische apparaten hebben ze echter meer besteed dan een jaar eerder.

De consumptie door de overheid groeide met 0,2 procent. Vooral de collectieve consumptie (uitgaven aan overheidsdiensten zoals politie, defensie en openbaar bestuur, die niet aan individuele burgers toe te rekenen zijn) lag hoger dan een jaar eerder.

Minder geïnvesteerd in vervoermiddelen

In 2020 zijn de investeringen in vaste activa met 3,2 procent gekrompen. Er werd vooral minder geïnvesteerd in vervoermiddelen zoals personenauto’s, vrachtwagens en vliegtuigen. Daarnaast werd er ook minder geïnvesteerd in woningen en bedrijfsgebouwen. De investeringen in infrastructuur en computers groeiden wel.

Daling export en import

De uitvoer van goederen en diensten is in 2020 met 4,3 procent gedaald. Vooral de uitvoer van transportmiddelen, aardolieproducten en diensten (onder meer de uitgaven van buitenlandse bezoekers in Nederland) waren fors lager dan een jaar eerder. De export van chemische producten groeide daarentegen het hardst. De export van Nederlands fabricaat kromp met 3,7 procent, terwijl de wederuitvoer (de uitvoer van eerder ingevoerde producten) 0,3 procent lager uitkwam

De invoer van goederen en diensten kromp met 4,5 procent. Nederland voerde vooral minder diensten (onder meer de uitgaven van Nederlanders in het buitenland), transportmiddelen en delfstoffen in.

De krimp van de invoer was in procenten groter dan die van de uitvoer, maar in absolute bedragen kromp de uitvoer sterker. Hierdoor had het handelssaldo een negatieve bijdrage van bijna 0,3 procentpunt aan de economische groei.

Bestedingen naar categorie (volume), 2020
Categorie2020 (%-verandering t.o.v. jaar eerder)
Bruto binnenlands product-3,8
Invoer goederen en diensten-4,5
Consumptie overheid0,2
Investeringen in vaste activa-3,2
Uitvoer goederen en diensten-4,3
Consumptie huishoudens-6,6

Grote krimp in horeca en cultuur- en recreatiesector

Het volume van de toegevoegde waarde van de horeca was door de verschillende lockdowns in 2020 bijna 41 procent lager dan een jaar eerder. Ook de krimp van de toegevoegde waarde van de bedrijfstak cultuur, recreatie, sport en overige diensten was in 2020 met 24,5 procent buitengewoon fors. Evenementen, festivals en voorstellingen en dergelijke mochten een groot deel van het jaar niet, of slechts voor kleine groepen gehouden worden. Ook sportclubs en recreatieparken waren een groot gedeelte van het jaar beperkt geopend, of helemaal gesloten.

Andere bedrijfstakken met een forse krimp waren de delfstoffenwinning, de vervoerssector, de zakelijke dienstverlening en de zorg. De krimp van de delfstoffenwinning hangt samen met de verder teruggeschroefde gaswinning. De krimp van de vervoerssector bedroeg bijna 16 procent. Deze bedrijfstak bestaat behalve uit goederenvervoer ook uit sterk door de coronacrisis getroffen sectoren als het openbaar vervoer en de luchtvaart.

De toegevoegde waarde van de totale zakelijke dienstverlening lag 6,1 procent lager dan een jaar eerder. In de zakelijke dienstverlening krompen vooral de uitzend- en reisbranche heel hard. De specialistische zakelijke dienstverleners, zoals architecten en adviesbureaus, noteerden wel een lichte groei.

De productie van de zorg daalde met 5,1 procent doordat tijdens de coronacrisis per saldo minder gezondheids- en zorgdiensten werden geleverd. In bijvoorbeeld ziekenhuizen werden vooral in het tweede kwartaal veel afspraken en operaties uitgesteld of geannuleerd. Huisartsen hebben ook minder zorg geleverd gedurende de periode waarin de coronapandemie op zijn hevigst was.

De industrie kromp met 2,3 procent, met als meest negatieve uitschieter de transportmiddelenindustrie en als grootste positieve uitschieter de machine-industrie. De bouwproductie was 0,4 procent lager dan een jaar eerder.

Toegevoegde waarde naar bedrijfstak (volume), 2020
Bedrijfstak2020 (%-verandering t.o.v. jaar eerder)
Energiebedrijven2,3
Verhuur en handel in onroerend goed2,2
Landbouw en visserij1,2
Handel0,6
Financiële instellingen0,1
Informatie en communicatie0,1
Overheid en onderwijs0
Bouwnijverheid-0,4
Water en afval-1,2
Industrie-2,3
Gezondheids- en welzijnszorg-5,1
Zakelijke dienstverlening-6,1
Vervoer-15,7
Delfstoffenwinning-22,3
Cultuur, recreatie, overige diensten-24,5
Horeca-40,8

Eerste berekening

De eerste berekening, 45 dagen na afloop van een kwartaal, wordt gepubliceerd op basis van de dan beschikbare informatie. Hiermee geeft het CBS een eerste beeld van de stand van de Nederlandse economie. Na deze eerste berekening komt voortdurend meer informatie beschikbaar over de Nederlandse economie, die vervolgens wordt verwerkt in nieuwe berekeningen. De tweede berekening van de economische groei maakt het CBS bekend op vrijdag 26 maart. De absolute bijstelling van de tweede berekening ten opzichte van de eerste berekening was de afgelopen vijf jaar gemiddeld 0,04 procentpunt. De twee uitersten bedroegen -0,1 en +0,2 procentpunt.

Bij elke nieuwe berekening bepaalt het CBS ook de nieuwe seizoengecorrigeerde cijfers van de eerder gepubliceerde kwartalen. De groeicijfers van de drie voorgaande kwartalen zijn niet aangepast.

De cijfers in dit bericht zijn voorlopig en kunnen worden bijgesteld.