Vakantie-uitgaven

De uitgaven aan een vakantie omvatten alle kosten die met die vakantie gemoeid zijn. Het gaat dan om reiskosten, verblijfskosten, uitgaven in horecagelegenheden en overige uitgaven aan bijvoorbeeld boodschappen, entree en souvenirs. Uitgaven aan duurzame recreatiegoederen, zoals een eigen caravan of boot, ski’s, koffers of een kampeeruitrusting, worden niet meegenomen. Daar is voor gekozen, omdat deze goederen meestal langer dan één vakantie meegaan. Ook bijvoorbeeld de hypotheek of het onderhoud van een vakantiehuis of stacaravan, of de huur van een vaste seizoen- of jaarplaats tellen om die reden niet mee als vakantie-uitgaven.
Vanaf vakantiejaar 2017 worden in het CVO vijf soorten uitgaven onderscheiden: uitgaven aan de accommodatie, aan vervoer van en naar de bestemming, aan reizen op de plaats van bestemming, aan horeca en overige uitgaven. Overige uitgaven betreffen entreegelden, boodschappen, souvenirs, etc. In tabel 3 zijn de alle uitgaven bij elkaar opgeteld.