Economie groeit met 7,8 procent in derde kwartaal 2020
Het groeicijfer is opwaarts bijgesteld. Bij de eerste berekening, die is gepubliceerd op 13 november, kwam de groei uit op 7,7 procent. Ten opzichte van de eerste berekening is de consumptie huishoudens naar beneden bijgesteld, maar de overheidsconsumptie naar boven. Zo zijn er veel meer patiënten geholpen in de ziekenhuizen dan eerder geraamd. De investeringen zijn ook opwaarts bijgesteld. Het handelssaldo ten slotte is naar beneden aangepast.
De groei, de grootste ooit, is voor meer dan de helft toe te schrijven aan de sterk gestegen consumptie door huishoudens. Verder namen ook de overheidsconsumptie, het handelssaldo en de investeringen toe. De groei in het derde kwartaal weegt niet op tegen de daling in de eerste twee kwartalen. Ten opzichte van het vierde kwartaal van 2019 is de Nederlandse economie in de eerste drie kwartalen van 2020 per saldo met 2,9 procent gekrompen.
index (2010=100) | ||
---|---|---|
2013 | 1e kwartaal | 100,1 |
2013 | 2e kwartaal | 99,9 |
2013 | 3e kwartaal | 100,5 |
2013 | 4e kwartaal | 101,1 |
2014 | 1e kwartaal | 101 |
2014 | 2e kwartaal | 101,6 |
2014 | 3e kwartaal | 101,9 |
2014 | 4e kwartaal | 102,8 |
2015 | 1e kwartaal | 103,4 |
2015 | 2e kwartaal | 103,7 |
2015 | 3e kwartaal | 104,1 |
2015 | 4e kwartaal | 104,1 |
2016 | 1e kwartaal | 105,1 |
2016 | 2e kwartaal | 105,3 |
2016 | 3e kwartaal | 106,5 |
2016 | 4e kwartaal | 107,4 |
2017 | 1e kwartaal | 107,9 |
2017 | 2e kwartaal | 108,9 |
2017 | 3e kwartaal | 109,7 |
2017 | 4e kwartaal | 110,5 |
2018 | 1e kwartaal | 111,1 |
2018 | 2e kwartaal | 111,7 |
2018 | 3e kwartaal | 112 |
2018 | 4e kwartaal | 112,4 |
2019 | 1e kwartaal | 113 |
2019 | 2e kwartaal | 113,4 |
2019 | 3e kwartaal | 113,8 |
2019 | 4e kwartaal | 114,3 |
2020 | 1e kwartaal | 112,6 |
2020 | 2e kwartaal | 103 |
2020 | 3e kwartaal | 110,9 |
Tweede berekening
De tweede berekening wordt 90 dagen na afloop van het kwartaal gemaakt. De eerste berekening, 45 dagen na afloop van een kwartaal, is op basis van de dan beschikbare informatie. Na deze eerste berekening komt voortdurend meer informatie beschikbaar over de Nederlandse economie, zoals van de bouw, de zakelijke dienstverlening, de horeca, de overheid, de zorg en de financiële instellingen die vervolgens wordt verwerkt in nieuwe berekeningen.
De absolute bijstelling van de tweede berekening ten opzichte van de eerste was de afgelopen vijf jaar gemiddeld 0,1 procentpunt. De twee uiterste bijstellingen bedroegen -0,1 en +0,3 procentpunt.
Bijstelling groei in voorgaande kwartalen
Bij elke nieuwe berekening van het bbp bepaalt het CBS ook opnieuw de seizoengecorrigeerde reeks van de eerder gepubliceerde kwartalen. De kwartaal-op-kwartaalgroei van de voorgaande kwartalen is niet bijgesteld.
Groei ten opzichte van het derde kwartaal van 2019
Ten opzichte van een jaar eerder kromp de economie in het derde kwartaal met 2,5 procent. Volgens de eerste berekening was dat ook 2,5 procent.
mutatie (%-mutatie t.o.v. jaar eerder) | ||
---|---|---|
2013 | 1e kwartaal | -1,7 |
2013 | 2e kwartaal | -0,5 |
2013 | 3e kwartaal | 0,3 |
2013 | 4e kwartaal | 1,4 |
2014 | 1e kwartaal | 1,3 |
2014 | 2e kwartaal | 1,4 |
2014 | 3e kwartaal | 1,1 |
2014 | 4e kwartaal | 1,8 |
2015 | 1e kwartaal | 1,9 |
2015 | 2e kwartaal | 2,1 |
2015 | 3e kwartaal | 2,5 |
2015 | 4e kwartaal | 1,4 |
2016 | 1e kwartaal | 2,1 |
2016 | 2e kwartaal | 2,3 |
2016 | 3e kwartaal | 2,1 |
2016 | 4e kwartaal | 2,2 |
2017 | 1e kwartaal | 3,2 |
2017 | 2e kwartaal | 3 |
2017 | 3e kwartaal | 2,8 |
2017 | 4e kwartaal | 2,6 |
2018 | 1e kwartaal | 2,7 |
2018 | 2e kwartaal | 2,8 |
2018 | 3e kwartaal | 2,2 |
2018 | 4e kwartaal | 1,8 |
2019 | 1e kwartaal | 1,6 |
2019 | 2e kwartaal | 1,7 |
2019 | 3e kwartaal | 1,8 |
2019 | 4e kwartaal | 1,6 |
2020 | 1e kwartaal | -0,2 |
2020 | 2e kwartaal | -9,4 |
2020 | 3e kwartaal | -2,5 |
Aantal banen groeit met 165 duizend
Volgens de tweede berekening steeg het aantal banen van werknemers en zelfstandigen in het derde kwartaal met 165 duizend ten opzichte van het tweede kwartaal van 2020. De eerste berekening kwam uit op een stijging van 164 duizend banen.
Ten opzichte van het derde kwartaal van 2019 waren er in het derde kwartaal van 2020 volgens de tweede berekening 51 duizend banen van werknemers en zelfstandigen minder. Dat was bij de eerste berekening 52 duizend.
De banencijfers zijn bijgesteld op basis van aangevulde broninformatie.
mutatie (verandering t.o.v. kwartaal eerder (x 1 000)) | ||
---|---|---|
2013 | 1e kwartaal | -52 |
2013 | 2e kwartaal | -22 |
2013 | 3e kwartaal | -10 |
2013 | 4e kwartaal | -12 |
2014 | 1e kwartaal | -12 |
2014 | 2e kwartaal | 18 |
2014 | 3e kwartaal | 23 |
2014 | 4e kwartaal | 29 |
2015 | 1e kwartaal | 36 |
2015 | 2e kwartaal | 33 |
2015 | 3e kwartaal | 37 |
2015 | 4e kwartaal | 42 |
2016 | 1e kwartaal | 13 |
2016 | 2e kwartaal | 54 |
2016 | 3e kwartaal | 46 |
2016 | 4e kwartaal | 54 |
2017 | 1e kwartaal | 64 |
2017 | 2e kwartaal | 66 |
2017 | 3e kwartaal | 76 |
2017 | 4e kwartaal | 73 |
2018 | 1e kwartaal | 82 |
2018 | 2e kwartaal | 67 |
2018 | 3e kwartaal | 67 |
2018 | 4e kwartaal | 47 |
2019 | 1e kwartaal | 56 |
2019 | 2e kwartaal | 38 |
2019 | 3e kwartaal | 34 |
2019 | 4e kwartaal | 56 |
2020 | 1e kwartaal | 23 |
2020 | 2e kwartaal | -297 |
2020 | 3e kwartaal | 165 |
Bronnen
- StatLine - Bbp, productie en bestedingen; kwartalen, mutaties, nationale rekeningen
- StatLine - Arbeidsvolume en werkzame personen, kwartalen; nationale rekeningen
Relevante links
- Toelichting - Invloed van de coronacrisis op de nationale rekeningen
- Achtergrond - Bijstellingen nationale rekeningen: algemeen overzicht
- Dossier - Conjunctuur