Meer bijstandsontvangers in alle leeftijdsgroepen

© CBS
Eind september 2020 waren er 423 duizend personen tot de AOW-gerechtigde leeftijd met een algemene bijstandsuitkering. Dat zijn er bijna 7 duizend meer dan een jaar eerder. Voor het tweede kwartaal op rij zijn er nu meer bijstandsontvangers dan een jaar eerder. In alle leeftijdsgroepen ligt het aantal hoger. Meer bijstandsontvangers geldt ook ongeacht een Nederlandse of migratieachtergrond. Dit meldt het CBS op grond van nieuwe cijfers. Eerder bleek uit cijfers van het CBS dat in september zowel het aantal werklozen, als WW-uitkeringen duidelijk hoger was dan een jaar eerder.

Personen tot de AOW-leeftijd met een algemene bijstandsuitkering
JaarKwartaalTot de AOW-leeftijd (verandering t.o.v. een jaar eerder (x 1 000))
20141e kwartaal30
20142e kwartaal28
20143e kwartaal24
20144e kwartaal21
20151e kwartaal17
20152e kwartaal13
20153e kwartaal13
20154e kwartaal15
20161e kwartaal17
20162e kwartaal18
20163e kwartaal18
20164e kwartaal16
20171e kwartaal13
20172e kwartaal8
20173e kwartaal1
20174e kwartaal-8
20181e kwartaal-16
20182e kwartaal-20
20183e kwartaal-24
20184e kwartaal-24
20191e kwartaal-24
20192e kwartaal-22
20193e kwartaal-19
20194e kwartaal-18
20201e kwartaal-10
20202e kwartaal4
20203e kwartaal7

Relatief grootste toename bij jongeren

Bij jongeren tot 27 jaar was het verschil met een jaar eerder relatief het grootst. Het aantal bijstandsgerechtigden onder hen was bijna 3 duizend hoger dan een jaar eerder. Dit komt overeen met 8 procent. Zowel onder de 27- tot 45-jarigen als de 45-plussers kwam de stijging ten opzichte van een jaar eerder aanzienlijk lager uit: zo rond de 1 procent. Bij de 27- tot 45-jarigen ging het om bijna 2 duizend personen, bij de 45-plussers om iets meer dan 2 duizend.

Personen met een algemene bijstandsuitkering naar leeftijd
JaarKwartaal45 jaar tot AOW-leeftijd (verandering t.o.v. een jaar eerder (x 1 000))27 tot 45 jaar (verandering t.o.v. een jaar eerder (x 1 000))Jonger dan 27 jaar (verandering t.o.v. een jaar eerder (x 1 000))
20151e kwartaal11,84,9-0,2
20152e kwartaal10,52,2-0,2
20153e kwartaal10,20,82,3
20154e kwartaal10,30,93,8
20161e kwartaal11,01,54,1
20162e kwartaal10,91,55,2
20163e kwartaal10,41,76,2
20164e kwartaal9,40,36,1
20171e kwartaal8,7-1,05,4
20172e kwartaal7,2-3,13,8
20173e kwartaal5,8-6,11,3
20174e kwartaal3,6-9,6-1,7
20181e kwartaal1,6-13,2-4,6
20182e kwartaal0,1-14,7-5,6
20183e kwartaal-1,3-15,6-6,5
20184e kwartaal-1,7-16,2-6,5
20191e kwartaal-1,9-15,9-6,1
20192e kwartaal-1,3-15,2-5,9
20193e kwartaal-0,8-14,0-4,9
20194e kwartaal-0,9-12,6-4,3
20201e kwartaal-0,9-7,9-1,5
20202e kwartaal1,7-0,12,8
20203e kwartaal2,11,72,9

Meer bijstandsgerechtigden ongeacht migratieachtergrond

Ten opzichte van een jaar eerder lag in september 2020 het aantal bijstandsontvangers voor elke migratieachtergrond hoger. Dit is nu voor het tweede kwartaal op rij het geval. Bij de personen met een westerse migratieachtergrond was de relatieve toename ten opzichte van een jaar eerder het grootst. Het kwam neer op 2 procent oftewel duizend personen. De percentages bij de personen met een Nederlandse of niet-westerse achtergrond waren respectievelijk 1 en 2 procent. Dit zijn achtereenvolgens ruim 2 duizend en ruim 4 duizend personen.

Personen tot de AOW-leeftijd met een algemene bijstandsuitkering, naar migratieachtergrond
JaarKwartaalNederlandse achtergrond ( verandering t.o.v. een jaar eerder (x 1 000))Westerse migratieachtergrond ( verandering t.o.v. een jaar eerder (x 1 000))Niet-westerse migratieachtergrond ( verandering t.o.v. een jaar eerder (x 1 000))
20151e kwartaal3,91,011,6
20152e kwartaal1,60,410,6
20153e kwartaal0,90,312,0
20154e kwartaal0,60,114,2
20161e kwartaal1,0-0,115,6
20162e kwartaal0,5-0,217,4
20163e kwartaal0,1-0,518,7
20164e kwartaal-1,7-0,918,5
20171e kwartaal-3,2-1,417,7
20172e kwartaal-4,4-1,714,0
20173e kwartaal-5,8-1,98,9
20174e kwartaal-7,9-2,42,7
20181e kwartaal-10,1-2,9-3,2
20182e kwartaal-11,1-2,9-6,4
20183e kwartaal-11,2-2,8-9,6
20184e kwartaal-10,9-2,6-10,9
20191e kwartaal-9,7-2,5-11,7
20192e kwartaal-7,9-1,9-12,2
20193e kwartaal-6,6-1,7-11,1
20194e kwartaal-5,9-1,5-10,5
20201e kwartaal-3,5-0,6-6,2
20202e kwartaal1,90,71,8
20203e kwartaal2,11,04,1

Opnieuw grotere instroom bijstand dan uitstroom

De verandering van het aantal bijstandsontvangers wordt bepaald door het tegen elkaar wegstrepen van de bijstandsinstromers en -uitstromers. De meest recente stroomcijfers hebben betrekking op het tweede kwartaal van 2020. Hieruit blijkt dat voor het derde kwartaal op rij de instroom groter is dan de uitstroom, waarbij het verschil tussen in- en uitstroom steeds groter is geworden. In het tweede kwartaal van 2020 stroomden ruim 27 duizend personen tot de AOW-leeftijd in en bijna 17 duizend uit. In het eerste kwartaal bedroeg de instroom ruim 29 duizend en de uitstroom bijna 21 duizend. In het laatste kwartaal van 2019 ten slotte, was het verschil tussen de stromen nog geen duizend. Dit was ook het eerste kwartaal sinds het eerste kwartaal van 2017 dat meer mensen de bijstand instroomden dan uitstroomden.

In- en uitstroom algemene bijstand van personen tot AOW-leeftijd, per kwartaal
JaarKwartaalInstroom (x 1 000)Uitstroom (x 1 000)
20171e kwartaal34,927,8
20172e kwartaal28,029,4
20173e kwartaal27,233,8
20174e kwartaal26,927,1
20181e kwartaal26,527,9
20182e kwartaal22,127,8
20183e kwartaal23,632,9
20184e kwartaal23,625,0
20191e kwartaal23,824,7
20192e kwartaal19,724,3
20193e kwartaal22,129,1
20194e kwartaal22,821,9
20201e kwartaal29,220,6
20202e kwartaal27,316,5