Jaarrapport Integratie: verschillen in onderwijs en op arbeidsmarkt kleiner
De arbeidsparticipatie van de groep met een Turkse, Marokkaanse, Surinaamse of Antilliaanse migratieachtergrond steeg in de periode van 2015 tot en met 2019 relatief sterk. Tijdens de vorige economische crisis werden deze groepen harder geraakt op de arbeidsmarkt, maar de afgelopen jaren groeide hun arbeidsparticipatie sterker dan die van mensen met een Nederlandse achtergrond.
Jaar | Nederlands (% van 15- tot 75-jarigen) | Turks (% van 15- tot 75-jarigen) | Marokkaans (% van 15- tot 75-jarigen) | Surinaams (% van 15- tot 75-jarigen) | Antilliaans (% van 15- tot 75-jarigen) | Nieuwe EU (% van 15- tot 75-jarigen) |
---|---|---|---|---|---|---|
2003 | 65,9 | 52,3 | 45,8 | 61,6 | 57,7 | 63,1 |
2004 | 65,5 | 50,4 | 46,6 | 61,1 | 58,8 | 62,8 |
2005 | 65,8 | 50,6 | 49,0 | 61,5 | 59,1 | 59,9 |
2006 | 66,6 | 51,6 | 49,0 | 63,1 | 60,3 | 61,5 |
2007 | 68,1 | 55,9 | 54,0 | 64,4 | 62,7 | 65,0 |
2008 | 69,0 | 58,9 | 54,6 | 68,0 | 64,8 | 66,8 |
2009 | 68,9 | 59,4 | 54,1 | 64,9 | 59,9 | 64,4 |
2010 | 68,3 | 55,4 | 53,0 | 61,4 | 60,4 | 64,5 |
2011 | 68,0 | 58,7 | 55,3 | 63,3 | 57,5 | 66,4 |
2012 | 67,9 | 57,2 | 51,7 | 61,2 | 61,4 | 67,7 |
2013 | 67,1 | 53,5 | 52,6 | 60,4 | 58,3 | 67,9 |
2014 | 66,5 | 53,0 | 50,8 | 60,2 | 55,6 | 66,1 |
2015 | 67,1 | 54,1 | 49,5 | 60,3 | 57,0 | 64,8 |
2016 | 67,4 | 56,9 | 54,4 | 59,0 | 56,5 | 68,7 |
2017 | 68,3 | 58,1 | 54,2 | 62,0 | 55,3 | 69,3 |
2018 | 69,1 | 61,2 | 57,4 | 66,5 | 60,3 | 69,3 |
2019 | 70,1 | 63,5 | 56,5 | 67,6 | 64,4 | 72,3 |
Vaker op havo of vwo
Steeds meer kinderen met een Turkse, Marokkaanse of Surinaamse achtergrond krijgen een havo/vwo-schooladvies. Voor deze groepen steeg het aandeel kinderen met havo/vwo-schooladvies sterker dan onder de groep met een Nederlandse achtergrond, net als het aandeel kinderen dat in de derde klas op de havo of het vwo zit. Uit verdiepende analyses in het Jaarrapport Integratie 2020 over afgestudeerden blijkt dat een betere onderwijspositie zich vertaalt in een betere arbeidspositie van mensen met een migratieachtergrond, maar dat er nog wel verschil blijft bestaan met mensen met een Nederlandse achtergrond. De arbeidsdeelname na het behalen van een diploma ligt gemiddeld lager dan onder afgestudeerden met een Nederlandse achtergrond. Dat verschil wordt echter kleiner naarmate het diplomaniveau hoger is.
Jaar | Nederlands (%) | Turks (%) | Marokkaans (%) | Surinaams (%) | Antilliaans (%) |
---|---|---|---|---|---|
2005/'06 | 45 | 21 | 20 | 30 | 27 |
2006/'07 | 46 | 22 | 20 | 30 | 29 |
2007/'08 | 47 | 22 | 22 | 32 | 30 |
2008/'09 | 48 | 22 | 22 | 34 | 32 |
2009/'10 | 49 | 23 | 23 | 32 | 30 |
2010/'11 | 49 | 25 | 24 | 32 | 30 |
2011/'12 | 49 | 24 | 24 | 32 | 28 |
2012/'13 | 49 | 23 | 25 | 33 | 29 |
2013/'14 | 49 | 23 | 26 | 34 | 29 |
2014/'15 | 48 | 24 | 26 | 34 | 28 |
2015/'16 | 48 | 24 | 28 | 35 | 31 |
2016/'17 | 48 | 24 | 29 | 37 | 30 |
2017/'18 | 49 | 26 | 32 | 37 | 30 |
2018/'19 | 50 | 28 | 32 | 38 | 32 |
2019/'20* | 51 | 31 | 33 | 39 | 29 |
1) Inclusief algemeen leerjaar 3. 2) Exclusief praktijkonderwijs. |
Hogere criminaliteitscijfers hangen samen met ongunstige factoren
Hoewel de geregistreerde criminaliteit al enkele jaren afneemt voor alle onderzochte herkomstgroeperingen, blijven mensen met een migratieachtergrond nog altijd oververtegenwoordigd in deze cijfers. De oververtegenwoordiging in de criminaliteitscijfers hangt voor een belangrijk deel samen met de minder gunstige positie op het gebied van onderwijs en gezinsstructuur (zoals een lager opleidingsniveau en het opgroeien in een eenoudergezin) van vooral niet-westerse herkomstgroepen. Uitzondering zijn jongvolwassen mannen met een tweede generatie Marokkaanse migratieachtergrond. Ook wanneer er rekening wordt gehouden met de in deze studie onderzochte achtergrondkenmerken, hebben zij nog steeds een hogere kans op een veroordeling dan hun leeftijdsgenoten met een Nederlandse achtergrond.
Achtergrond | Ongecontroleerd voor achtergrondkenmerken (%) | Gecontroleerd voor achtergrondkenmerken (%) |
---|---|---|
Nederlands | 7,0 | 7,8 |
Turks | 14,2 | 7,6 |
Marokkaans | 26,8 | 15,4 |
Surinaams | 15,4 | 8,2 |
Antilliaans | 17,0 | 8,8 |
Kinderen van ouderen met Turkse of Marokkaanse achtergrond wonen relatief dichtbij
Mensen met een Nederlandse achtergrond en mensen met een migratieachtergrond hebben ongeveer even vaak contact met buren en vrienden. Mensen met een Turkse, Marokkaanse, Surinaamse of Antilliaanse achtergrond hebben iets vaker contact met familie dan mensen met een Nederlandse achtergrond. Dit kunnen persoonlijke ontmoetingen zijn, maar ook contact op afstand.
Vooral voor ouderen zijn sociale netwerken, en met name persoonlijke ontmoetingen, relevant met het oog op mantelzorg en daarmee de mogelijkheid om zelfstandig te blijven. Uit het Jaarrapport Integratie 2020 blijkt dat mantelzorgmogelijkheden voor ouderen met een Surinaamse en Antilliaanse migratieachtergrond mogelijk beperkter zijn, omdat zij vaker zonder partner of kinderen wonen. Ouderen met een Turkse of Marokkaanse migratieachtergrond zijn daarentegen minder vaak kinderloos, delen vaker de woning met hun kinderen en wonen relatief dichterbij hun kinderen dan ouderen met een Nederlandse achtergrond.
Bronnen
- Publicatie – Jaarrapport Integratie 2020
Relevante links
- Dossier – Asiel, migratie en integratie