Berekening van de koopkrachtontwikkeling
De koopkrachtontwikkeling van een huishouden hangt af van de ontwikkeling van het inkomen en de gemiddelde ontwikkeling van de consumentenprijzen. In 2019 was de doorsnee koopkrachtontwikkeling van Nederlandse huishoudens 1,3 procent. Tegelijk zijn in 2019 de consumentenprijzen met 2,6 procent gestegen.
In 2018 was het doorsnee besteedbaar inkomen van Nederlandse huishoudens 35 duizend euro. Om een koopkrachtgroei van 1,3 procent te bereiken in 2019, moet het besteedbaar inkomen in dit geval met 3,9 procent stijgen (= 1,3% + 2,6%). Een deel van het hogere inkomen wordt namelijk teniet gedaan door de hogere consumentenprijzen. De koopkrachtontwikkeling is wat er van het extra inkomen overblijft na aftrek van het effect van de hogere prijzen.
Voor een huishouden met een besteedbaar inkomen van 35 duizend euro in 2018 en een koopkrachtontwikkeling van 1,3 procent in 2019, bedroeg het besteedbaar inkomen in 2019 daarom 36 365 euro (= 3,9% * 35 000), een stijging van 1 365 euro. Van deze stijging gaat 910 euro (= 2,6% * 35 000) op aan de hogere prijzen. Het restant van 455 euro (= 1,3% * 35 000) is wat het huishouden daadwerkelijk meer te besteden heeft, gecorrigeerd voor hogere consumentenprijzen.
Besteedbaar inkomen 2018 35 000 euro
Besteedbaar inkomen 2019 36 365 euro
Verandering / ontwikkeling inkomen 1 365 euro / 3,9%
Stijging consumentenprijzen 2,6%
Reële koopkrachtontwikkeling 2018 1,3% (= 3,9% – 2,6%)
Reële koopkrachtverandering 2018 455 euro (= 1,3% * 35 000 euro)