Gezondheid, zorggebruik en leefstijl
De cijfers over gezondheid, zorggebruik en leefstijl zijn gemeten via de Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor 2020 van het CBS, voor de leefstijlfactoren in samenwerking met RIVM en Trimbos-instituut. De Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor brengt de gezondheid, de leefstijl en het zorggebruik in kaart van de bevolking, woonachtig in particuliere huishoudens. De cijfers hebben dus geen betrekking op mensen woonachtig in instellingen.
Ervaren gezondheid
is gemeten met de vraag ‘Hoe is over het algemeen uw gezondheid/ de gezondheid van uw kind?’ Met als antwoordopties: zeer goed, goed, gaat wel, slecht en zeer slecht. De indicator heeft betrekking op de bevolking van alle leeftijden.
Psychische ongezondheid
wordt bepaald aan de hand van de antwoorden op vijf vragen van de Mental Health Inventory -5. Die vragen hebben gaan over hoe mensen zich voelden in de afgelopen 4 weken. Deze indicator heeft betrekking op de bevolking van 12 jaar of ouder.
Huisarts, specialist en tandarts
Bij zorggebruik is gevraagd naar contacten met de huisarts en de specialist in de afgelopen vier weken. En naar bezoeken aan de tandarts in de afgelopen 4 weken. De cijfers hebben betrekking op de bevolking van alle leeftijden.
Roken, alcoholgebruik en overgewicht
De indicator over roken gaat over dagelijks roken. De indicator over alcoholgebruik gaat over overmatig alcoholgebruik. Een man drinkt overmatig bij het drinken van 21 of meer glazen alcohol per week. Een vrouw drinkt overmatig bij het drinken van 14 of meer glazen alcohol per week. De maat voor overgewicht is de Body Mass Index (BMI). De BMI is het quotiënt van het lichaamsgewicht in kilogrammen en het kwadraat van de lengte in meters [kg/m2]. Bij volwassenen is er sprake van overgewicht bij een BMI van 25 of meer. De indicatoren over roken, alcoholgebruik en overgewicht hebben betrekking op de bevolking van 18 jaar of ouder.
Referentieperiode
Bij de indicatoren over psychische gezondheid, huisartscontact, specialistencontact en tandartsbezoek wordt gebruik gemaakt van antwoorden op enquêtevragen waarin een referentieperiode van 4 weken werd gebruikt. Deelnemers aan het onderzoek wordt dus gevraagd te rapporteren over de 4 weken voorafgaand aan het onderzoek. De antwoorden van een respondent die aan het begin van een kwartaal deelnam aan het onderzoek zijn dus deels gebaseerd op gebeurtenissen uit het voorliggende kwartaal. Dit kan bijvoorbeeld ook betekenen dat een respondent deelnam aan het onderzoek terwijl bepaalde coronamaatregelen van kracht waren, maar dat de antwoorden (deels) betrekking hebben op een periode waarin die maatregelen niet van kracht waren.