Een verdachte kan in voorlopige hechtenis genomen worden als er sprake is van een serieuze verdenking dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit waarop in de wet een gevangenisstraf van vier jaar of meer staat of voor de misdrijven genoemd in artikel 67 Wetboek van Strafvordering. Er moet hierbij sprake zijn van ernstige bezwaren tegen de verdachte en er moet een grond zijn om de verdachte in voorlopige hechtenis te nemen, zoals vluchtgevaar (artikel 67a Wetboek van Strafvordering).
Terug naar artikel