Ruim 200 duizend werkenden minder sinds maart 2020

Over dit onderwerp zijn nieuwere cijfers beschikbaar. Bekijk de laatste cijfers.
© Hollandse Hoogte / Peter Hilz
Het aantal mensen met betaald werk is in mei 2020 verder afgenomen met 24 duizend. Deze daling is minder groot dan in april (-160 duizend). Vanaf maart is het aantal werkenden met 201 duizend gedaald tot 8,9 miljoen. Het aantal werklozen groeide in dezelfde periode met 56 duizend naar 330 duizend, oftewel 3,6 procent van de beroepsbevolking. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe arbeidsmarktcijfers.

UWV registreerde eind mei 301 duizend lopende WW-uitkeringen, een toename van 9 duizend ten opzichte van een maand eerder.

Werkloosheid* en WW-uitkeringen
   Werkloosheidsindicator (ILO)
(15 tot 75 jaar, seizoengecorrigeerd) (x 1 000)
WW-uitkeringen (15 jaar tot AOW-leeftijd) (x 1 000)
2012januari486292
2012februari482299
2012maart487296
2012april502292
2012mei501291
2012juni502291
2012juli518298
2012augustus517304
2012september530304
2012oktober539310
2012november554322
2012december572340
2013januari589369
2013februari601377
2013maart619380
2013april625380
2013mei632378
2013juni648382
2013juli666395
2013augustus670399
2013september675400
2013oktober680408
2013november677419
2013december687438
2014januari691460
2014februari699460
2014maart692454
2014april684443
2014mei672436
2014juni656431
2014juli648437
2014augustus637430
2014september630420
2014oktober632419
2014november635425
2014december643441
2015januari645458
2015februari633455
2015maart626443
2015april625427
2015mei617416
2015juni611410
2015juli603420
2015augustus604420
2015september609417
2015oktober616421
2015november596427
2015december588446
2016januari574465
2016februari581469
2016maart574470
2016april572461
2016mei560448
2016juni550438
2016juli541432
2016augustus521427
2016september510424
2016oktober502420
2016november499410
2016december482412
2017januari480419
2017februari473416
2017maart463415
2017april456401
2017mei456386
2017juni446372
2017juli436364
2017augustus426362
2017september422351
2017oktober404343
2017november397337
2017december395330
2018januari380335
2018februari367330
2018maart357327
2018april355314
2018mei352301
2018juni354288
2018juli348279
2018augustus353278
2018september343274
2018oktober337269
2018november326267
2018december329263
2019januari329279
2019februari312274
2019maart307268
2019april300257
2019mei302251
2019juni313243
2019juli313234
2019augustus321237
2019september323233
2019oktober323233
2019november324228
2019december302223
2020januari284241
2020februari274240
2020maart273250
2020april314292
2020mei330301
*De werkloosheidscijfers voor april en mei 2020 zijn voorlopig

De werkloosheid wordt vastgesteld aan de hand van steekproeven. Om de fluctuaties als gevolg van het steekproefkarakter zo klein mogelijk te maken, hanteert het CBS doorgaans de gemiddelde ontwikkeling in de afgelopen drie maanden. Omdat de recente maatregelen om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan een sterke uitwerking hebben op de arbeidsmarkt, worden in dit bericht de ontwikkelingen in de afgelopen maanden wel afzonderlijk belicht. De cijfers zijn, anders dan gebruikelijk, voorlopig en kunnen de komende maanden nog worden bijgesteld. Voor meer informatie over de totstandkoming van werkloosheidscijfers zie Werkloosheid en de coronacrisis: wat meet het CBS precies?

Minder grote toename werkloosheid dan in april

In mei 2020 telde Nederland 330 duizend werklozen. Het aantal lag daarmee 16 duizend hoger dan in april en 56 duizend hoger dan in februari. Het grootste deel, 38 duizend, was jonger dan 25 jaar. Het werkloosheidspercentage kwam hiermee voor mei op 3,6, hetzelfde niveau als begin 2019. In maart was het werkloosheidscijfer nog 2,9 procent, in april 3,4 procent.

Niet evenveel werklozen erbij als werkenden eraf

De afname van het aantal werkenden leidt niet automatisch tot een even grote toename van het aantal werklozen. De werkloosheid wordt bepaald aan de hand van de definitie van de ILO (International Labour Organization). Alleen degenen die geen betaald werk hebben, daar wel naar op zoek zijn en ook direct beschikbaar zijn, vallen onder deze definitie. De overige baanverliezers en anderen zonder werk worden niet gerekend tot de beroepsbevolking. De niet-beroepsbevolking is sinds maart toegenomen met 158 duizend personen.

Om zicht te hebben op de niet-werklozen zonder werk die in de nabije toekomst weer zouden kunnen toetreden tot de arbeidsmarkt, hanteert het CBS ook het begrip onbenut arbeidspotentieel. De werklozen behoren daartoe, evenals deeltijdwerkers die meer uren zouden willen werken. Beide groepen maken onderdeel uit van de beroepsbevolking. Daarnaast behoort een deel van de niet-beroepsbevolking tot het onbenut arbeidspotentieel. Het zijn degenen zonder betaald werk die wel beschikbaar zijn voor werk en niet hebben gezocht, en degenen die wel hebben gezocht en niet beschikbaar zijn. Over de grootte en samenstelling van deze groepen wordt alleen per kwartaal gepubliceerd.

Wel blijkt uit de maandcijfers van de laatste drie maanden dat het onbenut arbeidspotentieel weer groeit, nadat dit jarenlang is afgenomen. De toename is het grootst bij degenen die beschikbaar zijn voor werk maar niet recent hebben gezocht.

UWV: toename WW-uitkeringen kleiner dan in april

Het aantal lopende WW-uitkeringen nam vanaf eind februari met bijna 61 duizend toe naar 301 duizend uitkeringen eind mei. In maart steeg het aantal WW-uitkeringen met ruim 10 duizend. In april nam het aantal WW-uitkeringen met bijna 42 duizend toe. In mei lag de toename op 9 duizend (+3,1 procent). Daarmee zet de stijging van het aantal WW-uitkeringen door. De toename is in mei wel kleiner dan in april.

UWV: in mei 42 duizend nieuwe WW-uitkeringen

UWV registreerde in mei 42 duizend nieuwe WW-uitkeringen. Dat zijn er minder dan in april, toen er bijna 74 duizend nieuwe uitkeringen bij kwamen. In maart kwamen er 37,8 duizend nieuwe uitkeringen bij. April telde één verslagweek meer dan maart en mei, maar ook gemiddeld per week was de instroom in mei lager dan in april. In mei ging het om 10,5 duizend per week, in april om 14,7 duizend en in maart om 9,4 duizend per week.

Vooral minder werkende jongeren

Het aantal mensen met betaald werk nam na februari af met 201 duizend. Vooral onder jongeren was de afname groot: van 1,4 miljoen in februari tot minder dan 1,3 miljoen in mei (daling van 139 duizend). In februari hadden respectievelijk 3,6 miljoen 25- tot 45-jarigen en 4,0 miljoen 45- tot 75-jarigen betaald werk. De afname van het aantal werkenden in deze leeftijdscategorieën was relatief klein: respectievelijk 18 duizend en 45 duizend.

Afname aantal werkenden door meer baanverliezers en minder baanvinders

De afname van het aantal mensen met werk en de toename van het aantal werklozen zijn een resultaat van onderliggende stromen tussen de werkzame, werkloze en niet-beroepsbevolking. Het onderstaande schema laat de wisselingen tussen de drie arbeidsposities zien. Er waren in april en mei niet alleen meer mensen die hun baan verloren, maar ook minder mensen die startten met werken.

 

Er gingen vooral minder mensen aan de slag die eerder niet tot de beroepsbevolking behoorden. Dit aantal is gedaald van 220 duizend in februari tot 126 duizend in mei. Het gaat dan bijvoorbeeld om jongeren die in een (bij)baan startten, terwijl ze eerder niet werkloos waren. Dat wil zeggen: ze waren 3 maanden eerder nog niet op zoek naar werk. Ook het aantal baanvinders dat drie maanden eerder wel werkloos was nam af, van 102 duizend in februari naar 54 duizend in mei.

Naast de daling van het aantal baanvinders is er een bijna even grote stijging van het aantal baanverliezers. Er was een toename van 203 duizend baanverliezers die in februari de arbeidsmarkt verlieten, naar 263 duizend in mei. Dat wil zeggen dat ze, nadat ze geen werk meer hadden, niet op zoek waren naar werk en/of hiervoor niet beschikbaar waren. Daarnaast werden in februari nog 56 duizend mensen werkloos die drie maanden eerder nog werkzaam waren. Ook dit aantal is toegenomen en kwam in mei uit op 118 duizend.

Personen die van arbeidspositie wisselen t.o.v. drie maanden eerder*
   Werk naar werkloos (x 1 000)Werk naar niet-beroepsbevolking (x 1 000)Werkloos naar werk (x 1 000)Niet-beroepsbevolking naar werk (x 1 000)
2019mei7019795204
2019jun7320192218
2019jul7019688208
2019aug6919582202
2019sep6720388206
2019okt6819886221
2019nov6920289219
2019dec6220192223
2020jan5920097226
2020feb56203102220
2020mrt6122294201
2020apr10426873119
2020mei11826354126
*De cijfers voor april en mei 2020 zijn voorlopig

Het CBS publiceert maandelijks volgens de internationale richtlijnen over de beroepsbevolking. De bijbehorende indicatoren, de werkzame en werkloze beroepsbevolking, worden wereldwijd gebruikt om de conjuncturele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt te beschrijven. Daarbij zijn maandcijfers essentieel. Daarnaast publiceert het UWV maandelijks over het aantal WW-uitkeringen. Deze UWV-cijfers over uitkeringen zijn niet één-op-één vergelijkbaar met de indicatoren over de beroepsbevolking.