Kinderopvangtoeslag

De wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wkkp) gaat uit van financiering van formele kinderopvang door ouders, werkgevers en de overheid. Zowel de werkgeversbijdrage als de overheidsbijdrage worden vanaf 2007 door de Belastingdienst via de kinderopvangtoeslag uitgekeerd. Voorwaarde hierbij is dat zowel de aanvrager als de eventuele toeslagpartner allebei werken, een opleiding volgen of aan een inburgerings-of re-integratietraject meedoen. De toeslag wordt doorgaans aangevraagd door één ouder per gezin.

De gegevens over 2019 en 2020 zijn gebaseerd op voorlopig toegekende toeslagen. De Belastingdienst kan de uitgekeerde toeslag nog bijstellen bijvoorbeeld bij de definitieve vaststelling van het inkomen. Voor eerdere verslagjaren betreft het definitieve gegevens, waarvoor geldt dat deze bijstellingen zijn verwerkt.

De toeslagen zijn alleen bedoeld voor degenen die werken of een opleiding volgen. Voor het maximale aantal uren dat mag worden gedeclareerd, kijkt de Belastingdienst naar de partner die de minste uren maakt. Opvanguren boven dit maximum zijn voor eigen rekening en worden niet gecompenseerd door de Rijksregeling, evenals de extra kosten die ouders hebben omdat het betaalde uurtarief hoger is dan het maximumtarief.