Verbruik hernieuwbare energie met 16 procent gegroeid
Jaartal | Biomassa (% van bruto energetisch eindverbruik ) | Windenergie (% van bruto energetisch eindverbruik ) | Zonne-energie (% van bruto energetisch eindverbruik ) | Overig1) (% van bruto energetisch eindverbruik ) |
---|---|---|---|---|
2000 | 1,47 | 0,13 | 0,02 | 0,02 |
2001 | 1,51 | 0,14 | 0,03 | 0,02 |
2002 | 1,64 | 0,17 | 0,03 | 0,03 |
2003 | 1,57 | 0,22 | 0,03 | 0,04 |
2004 | 1,71 | 0,27 | 0,03 | 0,04 |
2005 | 2,10 | 0,32 | 0,04 | 0,04 |
2006 | 2,30 | 0,40 | 0,04 | 0,06 |
2007 | 2,70 | 0,51 | 0,04 | 0,07 |
2008 | 2,86 | 0,62 | 0,04 | 0,09 |
2009 | 3,37 | 0,73 | 0,05 | 0,13 |
2010 | 3,04 | 0,69 | 0,05 | 0,14 |
2011 | 3,50 | 0,78 | 0,06 | 0,18 |
2012 | 3,58 | 0,81 | 0,08 | 0,21 |
2013 | 3,47 | 0,88 | 0,12 | 0,26 |
2014 | 3,92 | 1,04 | 0,19 | 0,33 |
2015 | 3,89 | 1,20 | 0,25 | 0,40 |
2016 | 3,71 | 1,43 | 0,33 | 0,46 |
2017 | 4,02 | 1,64 | 0,43 | 0,51 |
2018 | 4,37 | 1,71 | 0,68 | 0,62 |
2019 | 5,06 | 1,85 | 0,94 | 0,80 |
1)Waterkracht, aardwarmte, buitenluchtenergie en bodemenergie |
Het verbruik van hernieuwbare energie bedroeg 8,6 procent van het finale energieverbruik dat in 2019, net als een jaar eerder, ongeveer 2 100 petajoule was. In 2018 bestond 7,4 procent van het finale energieverbruik uit hernieuwbare energie.
In EU-verband is afgesproken dat in 2020 het Nederlandse percentage hernieuwbare energie 14 moet zijn. Dit kan bereikt worden door verbruik van hernieuwbare energie uit eigen land, maar ook door dit te kopen van landen met meer hernieuwbare energie dan het afgesproken doel. Voor 2019 heeft Nederland dergelijke afspraken nog niet gemaakt.
Verbruik energie uit biomassa fors gestegen
Biomassa is met 60 procent de grootste bron van hernieuwbare energie. Het energieverbruik uit deze bron is in 2019 met 15 procent toegenomen naar 106 petajoule. Het verbruik van vloeibare biotransportbrandstoffen steeg van 23 naar 28 petajoule, een toename van 24 procent. De productie van elektriciteit en warmte uit het meestoken in kolencentrales steeg van 3 naar 8 petajoule.
Meer biodiesel en biobenzine
De toename bij biodiesel en -benzine ging samen met een verhoging van het verplichte percentage hernieuwbare energie voor vervoer voor leveranciers van motorbrandstoffen, van 8,5 naar 12,5. Een groot deel van de in Nederland op de markt gebrachte biobrandstoffen zijn gemaakt uit gebruikt frituurvet en de grondstoffen voor de gebruikte biobrandstoffen komen uit de hele wereld, zo blijkt uit een rapportage van de Nederlandse Emissieautoriteit.
Meer biomassa meegestookt
Het verbruik van energie uit biomassa groeide, doordat kolencentrales, net als in 2018, meer biomassa zijn gaan meestoken. Het gaat om een verdrievoudiging, onder andere omdat ook de nieuwe kolencentrale bij Eemshaven biomassa is gaan meestoken. De toename is gestimuleerd door subsidie.
Categorie | 2019* (petajoule) | 2018 (petajoule) |
---|---|---|
Vloeibare biotransportbrandstoffen | 28,44 | 22,87 |
Biomassa huishoudens | 16,28 | 16,45 |
Afvalverbrandingsinstallaties | 15,69 | 16,59 |
Biomassaketels bedrijven, elektriciteit | 12,69 | 10,59 |
Biomassaketels bedrijven, alleen warmte | 12,49 | 11,75 |
Biogas | 12,35 | 11,30 |
Bij- en meestoken biomassa in centrales | 8,26 | 2,89 |
* Voorlopige cijfers |
Recordgroei capaciteit zonnestroom
Het verbruik van zonne-energie (elektriciteit en warmte) groeide in 2019 met 37 procent naar 20 petajoule. De opgestelde capaciteit van zonnepanelen voor zonnestroom steeg opnieuw met een recordhoeveelheid van 2 300 megawatt (megawatt) naar 6 800 megawatt, een toename van 51 procent.
Het verbruik van energie uit wind nam met 7 procent toe tot 39 petajoule. De opgestelde capaciteit van windmolens steeg van 4 400 megawatt eind 2018 naar 4 500 megawatt eind 2019. Op zee veranderde de capaciteit van het windmolenpark niet en bleef ongeveer 1 duizend megawatt.
Jaartal | Windenergie op land (petajoule) | Zonne-energie (petajoule) | Windenergie op zee (petajoule) |
---|---|---|---|
2011 | 14,34 | 1,42 | 2,67 |
2012 | 14,96 | 1,76 | 2,82 |
2013 | 16,68 | 2,58 | 2,65 |
2014 | 18,22 | 3,74 | 2,70 |
2015 | 21,17 | 5,13 | 3,73 |
2016 | 21,75 | 6,91 | 8,36 |
2017 | 22,56 | 9,08 | 12,15 |
2018 | 23,68 | 14,45 | 12,43 |
2019* | 26,74 | 19,75 | 12,04 |
*Voorlopige cijfers |
Bronnen
- StatLine - Hernieuwbare energie; verbruik
- Emissieautoriteit - Eerste resultaten hernieuwbare energie voor vervoer 2019