Meeste mensen minstens wekelijks contact met familie, vrienden en buren
Contacten met familie en vrienden onverminderd
Sinds 2012 is het aandeel mensen dat minstens wekelijks contact had met familie of vrienden nagenoeg stabiel. Voor familiecontact ligt dit aandeel sinds 2012 rond 83 procent. Ook het aandeel mensen dat regelmatig contact heeft met vrienden is sinds 2012 nauwelijks veranderd. Gemiddeld heeft ruim driekwart van de 15-plussers minstens één keer per week contact met vrienden. Het aandeel mensen dat minstens wekelijks contact heeft met buren is tussen 2012 en 2019 wél duidelijk afgenomen van 66 procent naar 58 procent.
Familie (% van personen van 15 jaar of ouder) | Vrienden (% van personen van 15 jaar of ouder) | Buren (% van personen van 15 jaar of ouder) | |
---|---|---|---|
2012 | 84,8 | 78,2 | 65,7 |
2013 | 83,1 | 76,4 | 63,1 |
2014 | 83,3 | 76,5 | 61,5 |
2015 | 83,1 | 76,8 | 61,1 |
2016 | 83,6 | 76,7 | 60,9 |
2017 | 82,2 | 77,2 | 59,6 |
2018 | 83,4 | 76,3 | 57,7 |
2019 | 82,6 | 76,0 | 58,2 |
Jongeren vaakst wekelijks contact met vrienden en familie
Tussen leeftijdsgroepen bestaan duidelijke verschillen in de mate van sociaal contact en met wie ze dat hebben. Vooral als het gaat om vriendencontact zijn er grote verschillen tussen jongeren en ouderen. Van de jongeren (15 tot 25 jaar) heeft 96 procent minstens wekelijks contact met vrienden, tegen iets minder dan 70 procent van de 55-plussers. Dit verschil wordt verklaard doordat veel jongeren hun vrienden bijna dagelijks op school zien.
Ouderen zien of spreken hun buren juist vaker. Bijna driekwart van de 65-plussers heeft minstens eenmaal per week contact met de buren, tegen ongeveer 40 tot 45 procent van de mensen jonger dan 35 jaar.
15 tot 25 jaar (% van personen van 15 jaar of ouder) | 25 tot 35 jaar (% van personen van 15 jaar of ouder) | 35 tot 45 jaar (% van personen van 15 jaar of ouder) | 45 tot 55 jaar (% van personen van 15 jaar of ouder) | 55 tot 65 jaar (% van personen van 15 jaar of ouder) | 65 tot 75 jaar (% van personen van 15 jaar of ouder) | 75 jaar en ouder (% van personen van 15 jaar of ouder) | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Familie | 78,0 | 89,4 | 84,1 | 81,3 | 81,6 | 81,8 | 81,5 |
Vrienden | 95,6 | 87,4 | 74,2 | 71,2 | 65,3 | 68,5 | 67,0 |
Buren | 45,7 | 40,9 | 58,5 | 58,2 | 63,4 | 73,8 | 75,0 |
Ouderen vaker persoonlijk contact met vrienden
Appen of chatten met zowel familie als vrienden is de meest gebruikte manier om dagelijks contact te hebben. Dagelijks bellen wordt vaker gedaan met familieleden dan met vrienden. Dagelijks persoonlijk contact hebben mensen juist vaker met vrienden: 1 op de 10 ziet zijn of haar vrienden iedere dag.
Met familie hebben vooral 25- tot 35-jarigen frequent (elke dag) contact. Zij hebben daarbij een voorkeur voor bellen en appen.
Jongeren (15 tot 25 jaar) hebben vooral dagelijks vriendencontact. Dit geldt zowel voor persoonlijk contact, als voor bellen en appen. Ouderen hebben dagelijks vriendencontact vaker persoonlijk dan op andere manieren.
Familie (% van personen van 15 jaar of ouder) | Vrienden (% van personen van 15 jaar of ouder) | |
---|---|---|
Persoonlijk | 7,5 | 10,7 |
Bellen | 16,0 | 11,1 |
Appen/chatten | 31,6 | 33,5 |
Schrijven/e-mailen | 1,9 | 1,8 |
Relevante links
- Statistische Trends - Sociaal contact, kwantiteit en kwaliteit