Economische groei in 2019 door toename werkgelegenheid
Het bbp kan groeien doordat er in Nederland meer uren gewerkt zijn dan een jaar eerder en/of doordat per gewerkt uur meer toegevoegde waarde wordt gecreëerd; werkenden zijn dan productiever geworden. In 2019 was de groei van de economie volledig toe te schrijven aan een stijging van het totale aantal gewerkte uren, dat groeide met 2 procent ten opzichte van 2018. De arbeidsproductiviteit, de toegevoegde waarde per gewerkt uur, was 0,2 procent lager dan in 2018. Ook in de voorgaande jaren was de groei van het totale aantal gewerkte uren veruit de belangrijkste trekker van de economische groei.
Jaar | Arbeidsproductiviteit (% verandering t.o.v. jaar eerder) |
---|---|
1996 | 0,1 |
1997 | 2,3 |
1998 | 2,4 |
1999 | 1,9 |
2000 | 3,4 |
2001 | 1,0 |
2002 | 0,7 |
2003 | 1,3 |
2004 | 1,8 |
2005 | 2,4 |
2006 | 1,4 |
2007 | 1,0 |
2008 | 0,9 |
2009 | -1,9 |
2010 | 2,2 |
2011 | 1,0 |
2012 | 0,1 |
2013 | 1,2 |
2014 | 0,8 |
2015 | 0,7 |
2016 | -0,4 |
2017 | 0,9 |
2018 | 0,4 |
2019 | -0,2 |
Meer mensen aan het werk dan ooit
Vorig jaar was voor de arbeidsmarkt een jaar van records. Niet alleen het aantal gewerkte uren nam weer toe, voor het zesde jaar op rij groeide het aantal banen van werknemers en zelfstandigen. In 2019 kwamen er gemiddeld 188 duizend banen bij. Dat is minder dan de groei in 2018 van 252 duizend, de grootste toename sinds 2008. Het gemiddeld aantal banen bereikte in 2019 met 10,7 miljoen opnieuw een record. Het aantal werkzame personen steeg in 2019 met 173 duizend tot boven de 9,5 miljoen. Er waren in 2019 meer mensen aan het werk dan ooit. Het verschil met het aantal banen komt doordat één werkzaam persoon meerdere (kleinere) banen kan hebben.
Toegevoegde waarde bouwnijverheid groeide het sterkst in 2019
De toegevoegde waarde van het bedrijfsleven groeide in 2019 met 1,8 procent. De bouw was de afgelopen jaren steeds de sterkst groeiende bedrijfstak in Nederland. Dat was onder meer toe te schrijven aan de aantrekkende woningbouw. Ook in 2019 noteerde de bouwnijverheid van alle bedrijfstakken de grootste groei, maar die was wel een stuk lager dan in de vier voorgaande jaren. In de loop van 2019 nam de stijging van de toegevoegde waarde steeds verder af en sloeg in het vierde kwartaal om in een lichte krimp.
Jaar | Kwartaal | Toegevoegde waarde (% volumeverandering t.o.v. jaar eerder) |
---|---|---|
2012 | 1e kwartaal | -10,9 |
2012 | 2e kwartaal | -7,2 |
2012 | 3e kwartaal | -6,0 |
2012 | 4e kwartaal | -7,8 |
2013 | 1e kwartaal | -10,8 |
2013 | 2e kwartaal | -7,6 |
2013 | 3e kwartaal | -5,0 |
2013 | 4e kwartaal | 1,0 |
2014 | 1e kwartaal | 5,6 |
2014 | 2e kwartaal | 0,1 |
2014 | 3e kwartaal | -1,2 |
2014 | 4e kwartaal | 8,2 |
2015 | 1e kwartaal | 7,6 |
2015 | 2e kwartaal | 11,5 |
2015 | 3e kwartaal | 7,9 |
2015 | 4e kwartaal | 1,0 |
2016 | 1e kwartaal | 9,1 |
2016 | 2e kwartaal | 6,3 |
2016 | 3e kwartaal | 10,7 |
2016 | 4e kwartaal | 8,8 |
2017 | 1e kwartaal | 7,2 |
2017 | 2e kwartaal | 8,2 |
2017 | 3e kwartaal | 6,6 |
2017 | 4e kwartaal | 8,0 |
2018 | 1e kwartaal | 5,9 |
2018 | 2e kwartaal | 10,4 |
2018 | 3e kwartaal | 6,8 |
2018 | 4e kwartaal | 7,6 |
2019 | 1e kwartaal | 9,7 |
2019 | 2e kwartaal | 3,9 |
2019 | 3e kwartaal | 6,3 |
2019 | 4e kwartaal | -0,4 |
Door personeelstekort en de kwesties rondom stikstof en PFAS lagen bouwprojecten stil. Ook voor de stikstofuitspraak in mei 2019, waardoor het moeilijker werd om vergunningen rond te krijgen voor nieuwe bouwprojecten, daalde het aantal afgegeven vergunningen voor nieuwe woningen al. In 2019 werd voor ruim 57 duizend nieuw te bouwen woningen een vergunning afgegeven, 18 procent minder dan in 2018. Het aantal verleende vergunningen voor nieuwbouwwoningen is een indicator voor wat er in de nabije toekomst aan woningen gebouwd zal worden. De gemiddelde doorlooptijd vanaf vergunningverlening tot oplevering is circa twee jaar.
Jaar | Vergunde nieuwbouwwoningen (x 1 000) |
---|---|
2012 | 39,4 |
2013 | 27,2 |
2014 | 41,3 |
2015 | 55,6 |
2016 | 53,6 |
2017 | 69,7 |
2018 | 70,0 |
2019 | 57,4 |
Nederlandse economie groeide opnieuw harder dan in buurlanden
De Nederlandse economie groeide in 2019 voor het zesde jaar op rij. In die jaren was de groei sterker dan in de ons omringende landen (België, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk) en ook sterker dan gemiddeld in de Europese Unie. Nederland had echter een behoorlijke inhaalslag te maken. De Nederlandse economie zakte in de crisisjaren 2009-2013 verder weg dan de economieën van de ons omringende landen.
Land | Groei (%) |
---|---|
China | 6,1 |
Verenigde Staten | 2,3 |
EU-28 | 1,5 |
Ierland | 5,5 |
Hongarije | 4,9 |
Malta | 4,4 |
Estland | 4,3 |
Polen | 4,1 |
Roemenië | 4,1 |
Litouwen | 3,9 |
Bulgarije | 3,4 |
Cyprus | 3,2 |
Kroatië | 2,9 |
Tsjechië | 2,4 |
Slovenië | 2,4 |
Luxemburg | 2,3 |
Slowakije | 2,3 |
Denemarken | 2,2 |
Letland | 2,2 |
Portugal | 2,2 |
Spanje | 2 |
Griekenland | 1,9 |
Nederland | 1,8 |
Oostenrijk | 1,6 |
België | 1,4 |
Verenigd Koninkrijk | 1,4 |
Frankrijk | 1,3 |
Zweden | 1,2 |
Finland | 1 |
Duitsland | 0,6 |
Italië | 0,3 |
Bron: CBS, Eurostat |
Bronnen
- Webpublicatie - De Nederlandse economie in 2019