Meerderheid volwassenen tevreden met mondgezondheid
In 2019 gaf 80 procent van de mensen van 18 jaar of ouder aan gedurende de afgelopen 12 maanden een bezoek te hebben gebracht aan de tandarts. Gemiddeld bezochten zij de tandarts dat jaar 4 keer. Volwassenen die hun mondgezondheid als goed beoordelen, gaan meer naar de tandarts (82 procent) dan mensen die hun mondgezondheid als minder goed beoordelen (74 procent).
Van degenen die naar de tandarts gaan, is het jaarlijks aantal bezoeken hoger bij mensen met een minder goede mondgezondheid (gemiddeld bijna 5 keer) dan bij mensen met een goede mondgezondheid (ruim 3 keer). Het bezoek aan de mondhygiënist (39 procent) en de orthodontist (5 procent) verschilde niet tussen degenen met een goede en minder goede mondgezondheid.
Totaal (% personen van 18 jaar of ouder) | Minder goede mondgezondheid (% personen van 18 jaar of ouder) | Goede mondgezondheid (% personen van 18 jaar of ouder) | |
---|---|---|---|
Tandarts | 79,6 | 73,5 | 81,9 |
Mondhygiënist | 38,9 | 38,8 | 38,9 |
Orthodontist | 4,7 | 4,4 | 4,9 |
Vrouwen positiever over mondgezondheid
Meer vrouwen dan mannen van 18 jaar of ouder gaven aan dat de gezondheid van hun tanden en tandvlees goed is: 75 tegen 71 procent. Jongeren beoordelen hun mondgezondheid beter dan ouderen. Zo gaf 80 procent van de 18- tot 20-jarigen aan dat hun mondgezondheid goed was, van 50-plussers is dat nog ongeveer 70 procent.
Leeftijd | Goede mondgezondheid (%) | (%) |
---|---|---|
Totaal (18 jaar of ouder) | 72,2 | |
Vrouwen | 75 | |
Mannen | 71 | |
18 tot 20 jaar | 79,8 | |
20 tot 30 jaar | 77,8 | |
30 tot 40 jaar | 73,9 | |
40 tot 50 jaar | 71,6 | |
50 tot 55 jaar | 70,6 | |
55 tot 65 jaar | 68,8 | |
65 tot 75 jaar | 69,9 | |
75 jaar of ouder | 70,1 |
Mensen met minder goede mondgezondheid voelen zich ongezonder
Volwassenen met een minder goede mondgezondheid beoordelen hun algemene gezondheid minder vaak als goed (60 procent) dan degenen met een goede mondgezondheid (81 procent). Ook geven ze vaker aan één of meer langdurige aandoeningen te hebben: 46 tegen 32 procent. Deze samenhang tussen mondgezondheid en ervaren gezondheid enerzijds, en mondgezondheid en langdurige aandoeningen blijkt ook uit onderzoek [1].
Volwassenen met een minder goede mondgezondheid geven vaker aan een chronische gewrichtsontsteking of een nieraandoening te hebben of te hebben gehad in het voorafgaande jaar dan degenen met een goede mondgezondheid. Ook diabetes en het ooit hebben gehad van een beroerte of hartinfarct worden vaker gemeld door mensen met een minder goede mondgezondheid.
Minder goede mondgezondheid (% personen van 18 jaar of ouder) | Goede mondgezondheid (% personen van 18 jaar of ouder) | |
---|---|---|
Goede ervaren gezondheid | 60 | 80,9 |
Langdurige aandoening | 45,6 | 32,2 |
Diabetes | 7,6 | 5,4 |
Hartinfarct | 4,9 | 3,1 |
Beroerte | 5,7 | 2,9 |
Gewrichtsontsteking | 11,6 | 7,3 |
Nieraandoening | 3 | 2 |
Met dit onderzoek kan niet worden vastgesteld of mensen door een minder goede mondgezondheid minder naar de tandarts gaan, hun algemene gezondheid als minder goed ervaren, of meer langdurige aandoeningen hebben. Of dat mensen een minder goede mondgezondheid hebben omdat ze niet naar de tandarts gaan, hun algemene gezondheid minder is, of meer langdurige aandoeningen hebben. Ook uit ander onderzoek blijkt nog onvoldoende duidelijk wat oorzaak en gevolg zijn.
Bronnen
- StatLine – Gezondheid en zorggebruik
Relevante links
- [1] Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (KNMT) - Staat van Mondgezondheid