Bbp groeit met 0,4 procent in vierde kwartaal 2019
index (2010=100) | ||
---|---|---|
2012 | 1e kwartaal | 100,8 |
2012 | 2e kwartaal | 100,9 |
2012 | 3e kwartaal | 100,5 |
2012 | 4e kwartaal | 99,8 |
2013 | 1e kwartaal | 100,1 |
2013 | 2e kwartaal | 99,9 |
2013 | 3e kwartaal | 100,5 |
2013 | 4e kwartaal | 101,1 |
2014 | 1e kwartaal | 101 |
2014 | 2e kwartaal | 101,6 |
2014 | 3e kwartaal | 101,9 |
2014 | 4e kwartaal | 102,8 |
2015 | 1e kwartaal | 103,4 |
2015 | 2e kwartaal | 103,7 |
2015 | 3e kwartaal | 104,1 |
2015 | 4e kwartaal | 104,1 |
2016 | 1e kwartaal | 105,1 |
2016 | 2e kwartaal | 105,3 |
2016 | 3e kwartaal | 106,5 |
2016 | 4e kwartaal | 107,4 |
2017 | 1e kwartaal | 108 |
2017 | 2e kwartaal | 108,9 |
2017 | 3e kwartaal | 109,7 |
2017 | 4e kwartaal | 110,5 |
2018 | 1e kwartaal | 111,2 |
2018 | 2e kwartaal | 111,9 |
2018 | 3e kwartaal | 112,2 |
2018 | 4e kwartaal | 112,8 |
2019 | 1e kwartaal | 113,3 |
2019 | 2e kwartaal | 113,7 |
2019 | 3e kwartaal | 114,2 |
2019 | 4e kwartaal | 114,6 |
Ten opzichte van het vierde kwartaal van 2018 was het bbp 1,5 procent groter. De jaar-op-jaartoename is minder sterk dan in de drie voorgaande kwartalen. De groei werd in het vierde kwartaal gedragen door de consumptie en de investeringen.
Het vervolg van het nieuwsbericht gaat over de groei van de economie in 2019.
Bbp groeit in 2019 met 1,7 procent
In 2019 was het bbp 1,7 procent groter dan in 2018 volgens de eerste berekening van het CBS. De groei is lager dan in 2018, toen het bbp met 2,6 procent toenam. De groei in 2019 is te danken aan meer consumptie en investeringen. Het handelssaldo droeg negatief bij.
Perioden | Verandering |
---|---|
2001 | 2,3 |
2002 | 0,2 |
2003 | 0,2 |
2004 | 2 |
2005 | 2,1 |
2006 | 3,5 |
2007 | 3,8 |
2008 | 2,2 |
2009 | -3,7 |
2010 | 1,3 |
2011 | 1,6 |
2012 | -1 |
2013 | -0,1 |
2014 | 1,4 |
2015 | 2 |
2016 | 2,2 |
2017 | 2,9 |
2018 | 2,6 |
2019 | 1,7 |
Meer investeringen in personenauto’s en bedrijfsgebouwen
In 2019 zijn de investeringen met 5,3 procent gegroeid. Een jaar eerder was de groei 3,2 procent. In 2019 is vooral meer geïnvesteerd in personenauto’s en gebouwen. Ook de investeringen in woningen, infrastructuur, vliegtuigen en machines lagen hoger dan een jaar eerder. De groei van de investeringen in woningen is met 1,5 procent in 2019 wel een stuk lager dan in 2018, toen de investeringen in woningen met 7 procent groeiden.
De bezettingsgraad van de machines en installaties in de industrie lag in 2019 op een relatief hoog niveau en was gemiddeld ook hoger dan in 2018. Het producentenvertrouwen industrie was in 2019 weliswaar minder hoog dan in 2018, maar lag wel boven het langjarige gemiddelde.
Consumenten hebben meer besteed aan woninginrichting en apparaten
Consumenten hebben vorig jaar 1,4 procent meer besteed dan in 2018. De groei ligt lager dan in de twee voorafgaande jaren, toen consumenten ruim 2 procent meer uitgaven dan een jaar eerder. Consumenten gaven in 2019 vooral meer uit aan woninginrichting, elektrische apparaten (audio, tv, computers, telefoons, huishoudelijke apparaten, etc.) en aan kleding. Aan personenauto’s hebben ze in 2019 minder besteed dan in 2018. Verder gaven consumenten meer uit aan diensten, zoals horeca, vervoer en communicatie. Uitgaven aan diensten maken ruim de helft van de totale binnenlandse consumptieve bestedingen uit.
De consumptiegroei is in lijn met het verder groeien van de werkgelegenheid, waarover het CBS vandaag ook bericht, en de ontwikkelingen op de woningmarkt. In 2019 waren er gemiddeld 183 duizend banen meer dan in 2018. Ook zijn er bijna 219 duizend woningen verkocht, het op een na hoogste aantal ooit.
Vooral meer uitvoer van machines en chemische producten
De uitvoer van goederen en diensten groeide in 2019 met 2,6 procent minder hard dan in het voorgaande jaar. Toen lag de export 3,7 procent hoger dan een jaar eerder. Nederlandse bedrijven hebben in 2019 vooral meer chemische producten en machines en apparaten uitgevoerd dan een jaar eerder. Ook de uitvoer van aardolieproducten en kleding en textiel lag hoger dan in 2018. De wederuitvoer (de uitvoer van eerder ingevoerde producten) groeide in 2019, maar de uitvoer van Nederlands product kromp ten opzichte van 2018.
De invoer van goederen en diensten groeide met 3,2 procent harder dan de uitvoer. Het saldo van de uitvoer en de invoer droeg in 2019 negatief bij aan de bbp-groei.
In een groot deel van 2019 werd de groei van de import en export gedrukt door een bedrijf dat een deel van zijn activiteiten heeft verplaatst naar een ander land. Op het handelssaldo had dit nagenoeg geen effect.
2019 (%-mutatie t.o.v. jaar eerder) | 2018 (%-mutatie t.o.v. jaar eerder) | |
---|---|---|
Bruto binnenlands product | 1,7 | 2,6 |
Invoer goederen en diensten | 3,2 | 3,3 |
Investeringen in vaste activa | 5,3 | 3,2 |
Uitvoer goederen en diensten | 2,6 | 3,7 |
Consumptie huishoudens | 1,4 | 2,3 |
Consumptie overheid | 1,3 | 1,6 |
Bouwnijverheid groeide het sterkst
De productie van de bouwnijverheid groeide in 2019 met 4,7 procent het sterkst. Daarna volgde de sector informatie en communicatie met 3,7 procent. De groei van de bouwnijverheid was wel kleiner dan in de vier voorafgaande jaren.
De productie van de industrie groeide in 2019 ook, maar met 0,8 procent minder sterk dan in 2018. Toen lag de productie 4,7 procent hoger dan een jaar eerder. Net als in 2018 groeide vooral de productie van machines en apparaten in 2019. Dit zijn ook producten die het goed deden in de export. De delfstoffenwinning daarentegen kromp ook in 2019.
2019 (%-mutatie t.o.v. jaar eerder) | 2018 (%-mutatie t.o.v. jaar eerder) | |
---|---|---|
Bouwnijverheid | 4,7 | 7,7 |
Informatie en communicatie | 3,7 | 3,9 |
Energie | 3,2 | 0,6 |
Zakelijke dienstverlening | 3 | 4,8 |
Verhuur en handel onroerend goed | 2,8 | 2,7 |
Handel, vervoer en horeca | 2,2 | 3,2 |
Cultuur, recreatie en overige diensten | 2 | 2,8 |
Overheid, onderwijs en zorg | 1,7 | 0,9 |
Landbouw en visserij | 1 | -2,5 |
Industrie | 0,8 | 4,7 |
Water en afval | -0,6 | 1,4 |
Financiële instellingen | -2,1 | -1,4 |
Delfstoffenwinning | -12,2 | -15 |
Eerste berekening
De eerste berekening, 45 dagen na afloop van een kwartaal, wordt gepubliceerd op basis van de dan beschikbare informatie. Hiermee geeft het CBS een eerste beeld van de stand van de Nederlandse economie. Na deze eerste berekening komt voortdurend meer informatie beschikbaar over de Nederlandse economie, die vervolgens wordt verwerkt in nieuwe berekeningen. De tweede berekening van de economische groei maakt het CBS bekend op woensdag 25 maart. De absolute bijstelling van de tweede berekening ten opzichte van de eerste berekening was de afgelopen vijf jaar gemiddeld 0,1 procentpunt. De twee uitersten bedroegen -0,3 en +0,4 procentpunt.
Bij elke nieuwe berekening bepaalt het CBS ook de nieuwe seizoengecorrigeerde cijfers van de eerder gepubliceerde kwartalen. Deze herberekening heeft niet geleid tot een bijstelling van het groeicijfer in de voorgaande kwartalen van 2019 en 2018.
Bronnen
- StatLine - Bbp, productie en bestedingen; kwartalen, mutaties, nationale rekeningen
- StatLine - Arbeidsvolume en werkzame personen, kwartalen; nationale rekeningen
Relevante links
- Achtergrond - Bijstellingen nationale rekeningen: algemeen overzicht
- Dossier - Conjunctuur