Het energieverbruik van een administratief leegstaand verblijfsobject wordt vergeleken met dat van soortgelijke verblijfsobjecten die wél in gebruik zijn. Er wordt uitgegaan van een lage, middelhoge en hoge drempelwaarde. Bij toepassing van de hoge drempelwaarde, worden leegstaande woningen alleen als zodanig beschouwd als zij in een kalenderjaar niet meer gas en/of elektra verbruiken dan 20 procent van alle vergelijkbare bewoonde woningen. Dit geldt alleen voor woningen die zowel op het peilmoment zelf als een jaar eerder leegstonden. Voor die woningen is een dergelijk hoog energieverbruik, anders dan voor kortdurend leegstaande woningen, onwaarschijnlijk.
Terug naar artikel