Overheid houdt 14 miljard over na eerste drie kwartalen van 2019

© Hollandse Hoogte / Laurens van Putten
De overheid realiseerde over de eerste drie kwartalen van 2019 een overschot van meer dan 14 miljard euro. De tussenstand van het overheidssaldo in percentage van het bruto binnenlands product (bbp) komt daarmee uit op 1,7 procent. Dit is gemeten op jaarbasis vanaf het vierde kwartaal van 2018 tot en met het derde kwartaal van 2019. De overheidsschuld als percentage van het bbp kwam aan het eind van het derde kwartaal uit op 49,3 procent. In 2008 lag de schuld voor de laatste keer onder de 50 procent. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers over de overheidsfinanciën.

Het overschot gerealiseerd in de eerste drie kwartalen van 2019 is bijna 3 miljard euro hoger dan het overschot over heel 2018. Het overheidssaldo over 2018 bedroeg 1,5 procent van het bbp. De Najaarsnota van het Ministerie van Financiën gaat uit van een overschot van 10,4 miljard euro voor heel 2019, oftewel 1,3 procent van het bbp. Het voorlopige cijfer na drie kwartalen ligt hier bijna 4 miljard euro boven.

Overheidssaldo, voortschrijdend jaartotaal
   Saldo (% bbp)EMU-norm (% bbp)
'061e kwartaal-0,3-3,0
'062e kwartaal-0,2-3,0
'063e kwartaal-0,2-3,0
'064e kwartaal0,1-3,0
'071e kwartaal0,4-3,0
'072e kwartaal0,1-3,0
'073e kwartaal-0,4-3,0
'074e kwartaal-0,1-3,0
'081e kwartaal0,1-3,0
'082e kwartaal0,2-3,0
'083e kwartaal0,4-3,0
'084e kwartaal0,2-3,0
'091e kwartaal-0,8-3,0
'092e kwartaal-1,8-3,0
'093e kwartaal-3,4-3,0
'094e kwartaal-5,1-3,0
'101e kwartaal-5,4-3,0
'102e kwartaal-5,6-3,0
'103e kwartaal-5,8-3,0
'104e kwartaal-5,2-3,0
'111e kwartaal-4,6-3,0
'112e kwartaal-4,7-3,0
'113e kwartaal-4,1-3,0
'114e kwartaal-4,4-3,0
'121e kwartaal-4,3-3,0
'122e kwartaal-4,0-3,0
'123e kwartaal-4,3-3,0
'124e kwartaal-3,9-3,0
'131e kwartaal-3,7-3,0
'132e kwartaal-3,3-3,0
'133e kwartaal-2,9-3,0
'134e kwartaal-2,9-3,0
'141e kwartaal-3,0-3,0
'142e kwartaal-2,9-3,0
'143e kwartaal-2,5-3,0
'144e kwartaal-2,2-3,0
'151e kwartaal-2,0-3,0
'152e kwartaal-2,0-3,0
'153e kwartaal-2,0-3,0
'154e kwartaal-2,0-3,0
'161e kwartaal-1,8-3,0
'162e kwartaal-1,1-3,0
'163e kwartaal-0,5-3,0
'164e kwartaal0,0-3,0
'171e kwartaal0,8-3,0
'172e kwartaal0,9-3,0
'173e kwartaal1,1-3,0
'174e kwartaal1,3-3,0
'181e kwartaal1,6-3,0
'182e kwartaal1,8-3,0
'183e kwartaal2,0-3,0
'184e kwartaal1,5-3,0
'191e kwartaal1,7-3,0
'192e kwartaal1,8-3,0
'193e kwartaal1,7-3,0

Collectievelastendruk hoog

De overheidsinkomsten stegen in de eerste drie kwartalen van 2019 met bijna 12 miljard euro ten opzichte van de eerste drie kwartalen van 2018. Dit is geheel toe te schrijven aan de belastingen en sociale premies. De collectievelastendruk bleef in het derde kwartaal 38,6 procent van het bbp, het hoogst sinds het CBS de collectievelastendruk meet. De overige inkomsten van de overheid daalden met 1 miljard euro. Deze daling kwam vooral doordat deze overige inkomsten in het najaar van 2018 hoger lagen door een schikking met ING voor 0.8 miljard euro.

Uitgaven stijgen verder

In de eerste drie kwartalen van 2019 waren de uitgaven ruim 9 miljard euro hoger dan in dezelfde periode van 2018. De helft van de toename, bijna 5 miljard euro, zat bij de uitgaven aan sociale uitkeringen en de zorg. De uitgaven aan werkloosheidsuitkeringen daalden. De uitgaven aan beloning van overheidswerknemers stegen met 2 miljard euro. Ook de investeringen en afdrachten aan de EU droegen bij aan de stijging van de uitgaven, beide met 1 miljard euro. Verder namen de uitgaven toe door een kapitaalinjectie van de Staat ter grootte van 0,4 miljard euro in Tennet voor investeringen in het kader van de energietransitie.

Inkomsten en uitgaven overheid, voortschrijdend jaartotaal
JaarKwartaalInkomsten (mld euro)Uitgaven (mld euro)
'061e kwartaal235,9237,8
'062e kwartaal241,6242,6
'063e kwartaal246,5247,4
'064e kwartaal251,7251,2
'071e kwartaal256,4254,2
'072e kwartaal258,0257,1
'073e kwartaal257,2259,4
'074e kwartaal261,6262,1
'081e kwartaal267,6266,9
'082e kwartaal272,4271,2
'083e kwartaal277,1274,3
'084e kwartaal280,3279,0
'091e kwartaal278,6283,7
'092e kwartaal274,4286,1
'093e kwartaal271,3292,7
'094e kwartaal265,5297,3
'101e kwartaal265,1298,9
'102e kwartaal269,0304,1
'103e kwartaal268,7305,2
'104e kwartaal272,4305,9
'111e kwartaal276,0305,7
'112e kwartaal275,0305,2
'113e kwartaal278,8305,1
'114e kwartaal275,5304,3
'121e kwartaal276,3304,4
'122e kwartaal278,5304,8
'123e kwartaal277,1305,1
'124e kwartaal279,7305,3
'131e kwartaal282,8306,8
'132e kwartaal285,2306,9
'133e kwartaal288,6307,7
'134e kwartaal287,9307,3
'141e kwartaal287,5307,1
'142e kwartaal288,9308,1
'143e kwartaal289,9306,9
'144e kwartaal292,7307,2
'151e kwartaal294,5308,1
'152e kwartaal294,0307,9
'153e kwartaal294,0308,0
'154e kwartaal293,9307,8
'161e kwartaal295,9308,2
'162e kwartaal301,3308,9
'163e kwartaal306,4310,2
'164e kwartaal308,8308,7
'171e kwartaal314,0308,6
'172e kwartaal315,7309,4
'173e kwartaal318,4310,3
'174e kwartaal322,6313,3
'181e kwartaal327,9315,7
'182e kwartaal331,9318,1
'183e kwartaal335,9320,6
'184e kwartaal337,1325,5
'191e kwartaal342,5328,9
'192e kwartaal346,0331,4
'193e kwartaal348,8334,8

Schuldquote voor het eerst sinds 2008 onder de 50 procent

De overheidsschuld kwam eind september uit op bijna 395 miljard euro. Dit is bijna 11 miljard euro minder dan eind 2018. Deze afname kon worden gerealiseerd door het overschot van 14 miljard euro in de eerste drie kwartalen. Ten opzichte van een kwartaal eerder is de schuld met 9 miljard euro gedaald. Overtollige middelen die de Staat eind juni op deposito’s in het buitenland had gezet, zijn in het derde kwartaal gebruikt voor verdere schuldaflossing.

De schuld als percentage van het bbp is sinds eind 2018 met 3,1 procentpunt gedaald tot 49,3 procent van het bbp. Iets minder dan de helft van de daling komt door aflossing van schuld, de rest van de daling kwam door de toename van het bbp (noemereffect). De Najaarsnota gaat uit van een schuldquote aan het eind van 2019 van 49,1 procent van het bbp.

Schuldquote
JaarKwartaalSchuldquote (% bbp)EMU-normen (% bbp)
'061e kwartaal49,260,0
'062e kwartaal48,660,0
'063e kwartaal47,460,0
'064e kwartaal45,260,0
'071e kwartaal45,460,0
'072e kwartaal45,660,0
'073e kwartaal44,560,0
'074e kwartaal43,060,0
'081e kwartaal43,960,0
'082e kwartaal43,860,0
'083e kwartaal44,160,0
'084e kwartaal54,760,0
'091e kwartaal57,560,0
'092e kwartaal56,660,0
'093e kwartaal57,260,0
'094e kwartaal56,860,0
'101e kwartaal57,660,0
'102e kwartaal59,260,0
'103e kwartaal59,060,0
'104e kwartaal59,260,0
'111e kwartaal59,460,0
'112e kwartaal60,460,0
'113e kwartaal61,160,0
'114e kwartaal61,760,0
'121e kwartaal62,560,0
'122e kwartaal63,960,0
'123e kwartaal64,960,0
'124e kwartaal66,260,0
'131e kwartaal66,660,0
'132e kwartaal68,260,0
'133e kwartaal67,860,0
'134e kwartaal67,760,0
'141e kwartaal67,160,0
'142e kwartaal68,560,0
'143e kwartaal68,060,0
'144e kwartaal67,860,0
'151e kwartaal68,960,0
'152e kwartaal66,760,0
'153e kwartaal65,860,0
'154e kwartaal64,660,0
'161e kwartaal64,360,0
'162e kwartaal63,260,0
'163e kwartaal61,660,0
'164e kwartaal61,960,0
'171e kwartaal59,760,0
'172e kwartaal58,860,0
'173e kwartaal57,060,0
'174e kwartaal56,960,0
'181e kwartaal55,160,0
'182e kwartaal53,960,0
'183e kwartaal52,960,0
'184e kwartaal52,460,0
'191e kwartaal50,960,0
'192e kwartaal50,960,0
'193e kwartaal49,360,0

Het overheidssaldo en de schuldquote zijn belangrijke graadmeters voor de stand van de overheidsfinanciën in een land. Nederland voldoet al vanaf 2013 aan de Europese tekortnorm van 3 procent van het bbp en vanaf 2017 aan de Europese schuldnorm van 60 procent.