In tien jaar tijd ruim 11 procent minder winkels

© CBS / Nikki van Toorn
Het aantal winkelvestigingen is in het afgelopen decennium met ruim 11 procent gedaald. Er zijn vooral minder winkels in dvd’s en cd’s, fotocamera’s en baby- en kinderkleding dan in 2010. Tegelijkertijd verdrievoudigde het aantal webwinkels. Dat meldt het CBS in de publicatie de regionale economie 2018.

Op 1 januari 2019 telde Nederland bijna 86 duizend fysieke winkelvestigingen. In 2010 waren dat er nog ruim 97 duizend. Het zijn non-food winkels die zijn verdwenen, van de 78 duizend vestigingen in 2010 waren er begin 2019 nog 67 duizend over (-15 procent). Het aantal supermarkten nam in deze periode toe, het aantal voedingsspeciaalzaken (zoals bakkers, slagers en de groenteboer) is min of meer gelijk aan 2010.

De afname van het aantal fysieke winkels valt samen met de verdere groei van het online winkelen. Het aandeel Nederlanders dat online aankopen (e-shoppen) doet, is verder gestegen. In 2019 kocht 79 procent van de Nederlanders van 12 jaar of ouder iets via internet, in 2012 was dat 64 procent. Het aantal webwinkels is verdrievoudigd in de periode 2010-2019. Bedrijven hebben steeds vaker een webshop en behalen steeds meer omzet uit de online verkoop. Dit geldt niet alleen voor bedrijven in de detailhandel. Ook de groothandel en industrie kunnen via internet hun producten direct aan de consument verkopen en doen dit ook steeds vaker. Het aantal webshops is in de periode 2010-2019 verdrievoudigd tot 40 duizend.

Fysieke winkelvestigingen
 Non-foodwinkels (x 1 000)Supermarkten en winkels in voedingsmiddelen (x 1 000)
201078,318,7
201178,018,6
201277,018,6
201374,918,5
201472,318,3
201571,518,5
201670,718,8
201768,719,0
2018*67,919,1
2019*66,919,1
* voorlopige cijfers

Minder non-foodwinkels

Het aantal fysieke non-food winkels nam met bijna 15 procent af in de periode 2010-2019. Vooral het aantal winkels met een assortiment dat door consumenten steeds vaker online wordt gekocht nam af. Platen en cd’s, boeken en kranten, speelgoed, fotografiebenodigdheden, schoenen en sportartikelen worden in toenemende mate online gekocht, het aantal winkels met deze assortimenten namen af. Ook consumentenelektronica, zoals huishoudelijke apparaten of computers, is in steeds minder fysieke winkels te koop. De terugloop onder kledingwinkels is minder hard gegaan, de afname ligt rond het gemiddelde. Wel is het aantal winkels in baby- en kinderkleding gehalveerd.

Niet van alle soorten fysieke winkels daalde het aantal vestigingen. Zo nam het aantal tuincentra toe (terwijl het aantal bloemenzaken afnam) in het afgelopen decennium. Het aantal winkels in woninginrichting nam toe, net als het aantal warenhuizen (winkels met een breed algemeen assortiment). Ook winkels gespecialiseerd in communicatie(apparatuur) zoals mobiel bellen schoten als paddenstoelen uit de grond.

Non-foodwinkels, 2019
Soort winkelWinkels (% verandering t.o.v. 2010)
Communicatieapparatuur33,9
Warenhuizen32,5
Parfums en cosmetica19,9
Woninginrichting17,1
Fietsen en bromfietsen13,5
Tuincentra8,0
Bloemen en planten-13,8
Non-food-14,6
Kleding-16,2
Boekenwinkels-21,8
Sportartikelen-24,6
Speelgoedwinkels-26,2
Elektrisch huishoudelijk-26,4
Schoenen-33,1
Computers en software-36,0
Baby- en kinderkleding-47,2
Fotografische artikelen-48,4
Audio- en video-opnamen-64,6

Winkeldichtheid afgenomen

Niet alleen zijn er in 2019 minder winkels dan in 2010, de Nederlandse bevolking is in deze periode met ruim 700 duizend personen gegroeid. De winkeldichtheid, het aantal winkels per duizend inwoners, is dan ook afgenomen van 6 in 2010 naar 5 winkels per duizend inwoners in 2019. In alle COROP-gebieden nam de winkeldichtheid af. In enkele gebieden kromp de bevolking en is de afname in winkeldichtheid relatief kleiner dan de afname van het aantal vestigingen. In gebieden met bevolkingsgroei is de afname in winkeldichtheid juist groter.

De hoogste winkeldichtheid is in Zeeuwsch-Vlaanderen, met bijna 7 winkels per duizend inwoners. In 2010 was dit nog 8. In Flevoland is de winkeldichtheid het laagst, met nog geen 4 winkels per duizend inwoners.

Aantal winkels per duizend inwoners naar COROP-gebied, 2010 en 2019
COROP2010 ( per duizend inwoners)2019 ( per duizend inwoners)
Oost-Groningen (CR)6,05,0
Delfzijl en omgeving (CR)5,44,5
Overig Groningen (CR)5,44,3
Noord-Friesland (CR)6,65,5
Zuidwest-Friesland (CR)7,46,3
Zuidoost-Friesland (CR)6,35,4
Noord-Drenthe (CR)5,24,6
Zuidoost-Drenthe (CR)5,95,2
Zuidwest-Drenthe (CR)6,15,5
Noord-Overijssel (CR)6,35,6
Zuidwest-Overijssel (CR)5,45,0
Twente (CR)5,75,3
Veluwe (CR)5,85,1
Achterhoek (CR)6,05,3
Arnhem/Nijmegen (CR)5,54,7
Zuidwest-Gelderland (CR)5,65,0
Utrecht (CR)5,54,6
Kop van Noord-Holland (CR)6,35,3
Alkmaar en omgeving (CR)6,85,7
IJmond (CR)6,45,2
Agglomeratie Haarlem (CR)6,85,6
Zaanstreek (CR)4,64,0
Groot-Amsterdam (CR)6,45,5
Het Gooi en Vechtstreek (CR)7,05,6
Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR)6,04,9
Agglomeratie s-Gravenhage (CR)5,84,6
Delft en Westland (CR)5,34,5
Oost-Zuid-Holland (CR)5,24,4
Groot-Rijnmond (CR)5,14,3
Zuidoost-Zuid-Holland (CR)5,24,4
Zeeuwsch-Vlaanderen (CR)7,96,8
Overig Zeeland (CR)6,66,1
West-Noord-Brabant (CR)6,05,0
Midden-Noord-Brabant (CR)5,84,7
Noordoost-Noord-Brabant (CR)5,74,9
Zuidoost-Noord-Brabant (CR)5,74,8
Noord-Limburg (CR)5,44,9
Midden-Limburg (CR)6,96,1
Zuid-Limburg (CR)6,95,6
Flevoland (CR)4,53,8